De patiënten van dr Frankenstein

In het oorspronkelijke manuscript van Mary Shelley’s Frankenstein is het meest huiveringwekkende misschien wel het onvermogen van beide hoofdrolspelers om elkaar geluk te brengen. Terwijl dat verlangen nu juist de drijvende kracht is die hen verbindt. Beiden zien dat zij de anderen nodig hebben om een geluk te bereiken. De onmacht, de afwijzing  en de daarbij behorende frustratie vormen de brandstof waarmee de weg naar een noodlottig einde wordt begaan.

De stap naar de spreekkamer die u zo vertrouwd is lijkt misschien vreemd, maar die schijn bedriegt.

Iedere arts, iedere zorgverlener, kent mensen waarmee het maar niet lukt om tot een geslaagde interactie te komen. Soms blijft dat patroon gedurende de volledige arts-patiëntrelatie in stand, andere keren lijken het eerder fasen te zijn die zich even onvoorspelbaar aandienen als afronden.

Wij zorgverleners noemen deze groep vaak ‘lastige patiënten’. Zoals de creatie van Victor Frankenstein al snel een Monster heette te zijn. U ziet, in wezen is dat niet zo verschillend.

Zo bezien creëren wij onze eigen monsters en noemen hen ‘lastig’. Ook hier zit de tragiek in het intense verlangen elkaar gelukkig te maken. Een verlangen dat haast tastbaar is en dat door de onmacht om dit verlangen in te lossen kan leiden tot de ontsporing van het gedrag. Of dan toch in ieder geval van de gevoelens ten opzichte van de ander. Verlangen en frustratie zijn al eeuwenlang vertrouwde danspartners.

Onze monsters lijken ons verlangen niet te herkennen. Het verlangen om hen juist geluk te brengen. Het kan verleidelijk zijn dat als een afwijzing op te vatten. U weet inmiddels in welk boek u beschreven staat tot welke gevolgen zoiets kan leiden.

Dit was de laatste bijdrage van Bas Smallenbroek. Al zijn eerder verschenen blogs leest u hier. Lees ook Bas Smallenbroek (1970-2014)

Delen