Dokters in koers

Zwaar letsel, dopingcontroles en blessures door overbelasting: als ploegarts bij een grote wielerronde als de Giro, de Vuelta en de Tour de France – die volgende maand in Utrecht van start gaat – moet je van alle markten thuis zijn. “In dit vak moet je heel snel kunnen schakelen.”

Tekst: Richard Hassink

 

Als huisarts weet ik van heel veel dingen een beetje, en dat komt me in mijn werk als ploegarts bij Team Giant-Alpecin erg goed van pas”, zegt Chris Jansen. “Tot een bepaald niveau kunnen we het als medisch team zelf oplossen. Voor de ingewikkelde zaken hebben we onze lijntjes naar specialisten die ons bijstaan als dat nodig is.” Ook Robert Kempers, een van de ploegartsen van Team LottoNL-Jumbo, vertelt dat er tijdens zo’n grote ronde een breed scala aan kwalen voorbijkomt.
“Dat loopt uiteen van wondverzorging, zitvlakproblemen en luchtweginfecties tot medische begeleiding als een renner na een valpartij met letsel in een buitenlands ziekenhuis terechtkomt.” Zo’n traject in een ziekenhuis grijpt het meest in, vertelt Jansen. “Dat is heel hectisch, je doet samen met de artsen daar de diagnostiek, je stelt de renner gerust, je stuurt foto’s door naar de specialisten in Nederland en je licht de familie in. Maar het is ook erg dankbaar werk, omdat je het gevoel hebt dat je op zo’n moment van grote waarde bent voor de renner en de ploeg.”

Lees verder (pdf).

06-2015p016-018

Delen