Een tweede bestuurder

Het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam-Noord heeft een tweede bestuurder aangenomen. In het persbericht van het ziekenhuis hierover, is voorzitter van de raad van toezicht Frits Voermans bijna naïef in zijn openheid: “De uitdaging waar het BovenIJ ziekenhuis nu voor staat, in combinatie met de diverse externe ontwikkelingen in de zorgmarkt, vormt een grote bestuurslast. Wij zijn zeer verheugd versterking te hebben gevonden voor ons bestuur.” Hiermee zegt hij feitelijk niet meer of minder dan dat bestuurder Eric Janson het niet meer alleen aan kan. En dat begrijp ik ook wel, maar persoonlijk had ik het toch niet zo gecommuniceerd.

Ik ken Janson als een sympathieke bestuurder die er alles aan doet om het BovenIJ een gezonde toekomst te bieden, maar ik vraag mij af of zijn pogingen niet te laat komen en of hij niet heel snel door de marktontwikkeling wordt ingehaald. Het recente bericht dat het ziekenhuis weer zwarte cijfers schrijft is natuurlijk mooi, maar dit betekent alleen maar dat het in staat is het financiële gat te dichten dat in de voorgaande verliesgevende periode is ontstaan. Daarmee is nog geen sterke eigen vermogenspositie opgebouwd.

Behalve de financiën op orde krijgen is Janson druk bezig geweest een partner te zoeken. Die is inmiddels gevonden in het OLVG, maar Janson benadrukt dat die samenwerking niet tot een fusie gaat leiden. Het BovenIJ moet een zelfstandig ziekenhuis blijven waar mensen ook terechtkunnen voor acute zorg. Maar dat het ziekenhuis dit wil bieden, betekent nog niet dat de zorgverzekeraars in het BovenIJ een ziekenhuis zien dat het waard is om een afdeling SEH te behouden. En wat blijft er van het ziekenhuis over als die afdeling verdwijnt?