Geld overhouden aan de zorg

“Het kan niet waar zijn”, zegt mijn oom wanneer we met hem de veranderingen in de zorg bespreken. “Ik ben in de negentig en mensen van mijn leeftijd zullen ze toch zeker wel sparen?” Mooi niet dus: gelijke monniken, gelijke kappen! Ome Toon is een taaie, het lichaam hapert maar zijn geest is kraakhelder, op zijn appartement plukt hij teder en dankbaar de appeltjes van het geluk dat het leven hem schenkt.

Meer dood dan levend belandde mijn dierbare oom de afgelopen winter in het ziekenhuis. Niet leuk maar een paar dagen rust kon hij goed gebruiken en wat verwennerij zou hem zeker goed doen. Maar Zorglekkerland bestaat niet meer, de intake was nauwelijks voltooid of zijn ontslag kwam al ter sprake: aan een versleten hart valt weinig te repareren en dus ook geen eer te behalen. Na twee nachten werd de hoogbejaarde man – twee stapjes verder richting de dood – naar huis gestuurd. Na harde onderhandelingen kreeg hij wel als pleister op de wond een indicatie voor 24-uurs zorg.

Oom Toon houdt niet van pottenkijkers, zijn privacy is hem heilig, de nachtzuster bleef welgeteld één nacht en mocht niet langer komen. Overdag was de thuiszorg tweemaal een uur welkom. Voor de rest stond de familie stand-by. Mijn oom is zuinig of zeg maar gerust ‘superzuinig’: zelfs de plastic zakjes waarin het brood wordt verpakt, worden keurig hergebruikt. De eigen bijdrage was dus een extra stimulans om slechts mondjesmaat zorg af te nemen.

Maar hoe verder in 2015? Behoudt oom Toon zijn indicatie en kan hij blijven rekenen op dezelfde thuiszorgorganisatie? Aan mij de taak om dat uit te zoeken. Ik neuzel wat rond op internet, bestudeer de informatie op de site Hoe verandert mijn zorg? en bel uiteindelijk tot tweemaal toe de helpdesk: men komt er niet uit en ik word doorverwezen naar het Informatiepunt Wlz-overgangsrecht.

De hamvraag is of mijn oom een brief had moeten krijgen met het verzoek om zijn indicatie door te geven aan de nieuwe financier (ik schrijf het maar in lekentaal zodat u het begrijpt). Deze vraag zou echter mogelijk pas beantwoord kunnen worden wanneer ik het indicatiebesluit met alle toeters en bellen doorstuur naar het informatiepunt.

Bij het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg) houdt de wereld op 1 januari 2015 op te bestaan: zoek het zelf maar uit luidt de boodschap. De thuiszorgorganisatie maakt het lekker spannend: “We snappen goed als organisatie dat het allemaal verwarrend voor jullie is. We zullen de indicatie van meneer individueel bekijken en wij zullen hier dan zo spoedig mogelijk op terug komen.” Tot op heden bleef het bij deze mail.

Wat doe je dan als blogger? Je schakelt in wanhoop de minister in! Dus hup een mailtje naar Roelof Janssens, haar eerste woordvoerder. Voor een ‘Cri de coeur’ van het doet er niet toe wie uit een Brabants gehuchtje heeft meneer zich natuurlijk niet naar de top gewerkt. Hij stuurt mijn mail dus linea recta naar een medewerker van de Publieksvoorlichting en die bericht mij dat de mail verder is doorgestuurd naar de verantwoordelijke beleidsdirectie: “Het duurt daardoor wat langer om uw vraag te beantwoorden.”

Ook de betreffende afdeling komt er helaas niet uit welk lot ome Toon boven het hoofd hangt. Maar men is wel zo vriendelijk om contact op te nemen met het CIZ. En wanneer Den Haag jou belt of mailt, mag je natuurlijk níet doen alsof de wereld bij de jaarwisseling vergaat. Het antwoord luidt uiteindelijk – door mij hertaald in begrijpelijk Nederlands -: tot nader order blijft de zorgindicatie voor mijn oom bestaan.

Had ik niet wat té hoog van de toren geblazen door het ministerie in te schakelen? Nee dus: “Ik dank u hartelijk voor het signaal dat u met uw mail heeft afgegeven en zullen (pluralis majestatis i.s.) het punt van communicatie meenemen in onze contacten met de betreffende organisaties.”

Mocht u ook nog in de bres moeten springen voor hulpbelovende familieleden, vrienden of kennissen, dan zou het warempel nog kunnen dat mijn appèl tot een tikkeltje verbeterde communicatie heeft geleid. Ome Toon behoudt dus voorlopig zijn indicatie, maar kan hij – dat was de tweede vraag – blijven rekenen op dezelfde thuisorganisatie? Zijn zorgverzekeraar komt met het verlossende antwoord: jazeker! En er komt nog heel mooi nieuws: de eigen bijdrage van bijna tien euro per uur die mijn oom moet betalen vervalt op 1 januari. Hij houdt dus zowaar nog geld over aan de zorg. Wanneer ik dit heuglijke bericht overbreng reageert ome Toon: “Het kan niet waar zijn!”

Delen