‘Ik heb nooit doping nodig gehad’

Jacco Eltingh (42) vormde als proftennisser een twee-eenheid met Paul Haarhuis. Samen wonnen ze alle grandslamtitels in het mannendubbel. Door een blessure moest Eltingh zijn racket voortijdig aan de wilgen hangen voor wat betreft zijn singlecarrière. En ook in zijn privéleven deed ziekte hem de vergankelijkheid van het bestaan inzien.   

Tekst: Roel Notten

Na mijn tennisloopbaan heb ik onder meer een tennisevenementenbedrijf en een reisbureau voor tennisreizen opgericht. Maar mijn passie blijft dezelfde: elke dag beter worden in wat ik doe. Toevallig was dat tennis, maar als mijn vader en moeder niet waren gaan tennissen, was het misschien wel voetbal geweest. Ik heb er nooit over nagedacht dat tennis mijn beroep zou worden. In mijn tijd was het meer een veredeld hobbyisme. Ik vond tennis gewoon ontzettend leuk. Het effect van elke slag die je slaat, is direct meetbaar. In die zin is het een heel confronterend spelletje. Mijn professionele hoogtepunt was toch altijd de ‘eerste keer’: de eerste keer in de top-100 van de ATP-lijst, de eerste keer dat ik van de nummer 1 van de wereld won of de eerste keer spelen op het centre court van een grandslamtoernooi. En Paul en ik waren de eersten in de geschiedenis die alle grand slams wonnen. Maar de echte hoogtepunten liggen buiten de baan: het huwelijk met mijn vrouw en de geboorten van onze drie kinderen.

Tijdens mijn tenniscarrière ben ik altijd goed begeleid. De relatie tussen een sporter en een medisch professional is een bijzondere: als sporter wil je altijd spelen, maar soms krijg je van de arts toch het advies om gas terug te nemen. Ik dacht weleens na een blessure: ik voel me redelijk, laat ik maar weer eens beginnen, maar dan kwam de man met de hamer via de achterdeur toch binnen. Uiteindelijk is de sporter de enige die zijn eigen lichaam kan voelen, een arts kan alleen maar adviseren.

Lees verder (pdf).

07-2013p052-053

Delen