Laaggeletterde dokters

In de zorgsector zal niemand het belang van een zorgvuldige communicatie en registratie ontkennen. Een belangrijke voorwaarde hiervoor – een juist taalgebruik – wordt volgens mij wél miskend. Een maand geleden lanceerden VELO en de Stichting Lezen & Schrijven de campagne Taal maakt gezonder. Ik citeer: “Doel van de campagne is om 64.000 eerstelijnszorgverleners te attenderen op laaggeletterdheid en hen middelen te verschaffen om laaggeletterde patiënten te helpen aan advies, coaching en scholing.”

Ik herinner mij nog goed een patiënte die mij tijdens het telefonisch spreekuur een herhaalrecept vroeg: “Dokter, kunt u weer van die blauw-met-witte capsules voorschrijven.” De naam was te lastig om uit te spreken en daarom vroeg ik haar te spellen wat op het etiket stond: “S-c-h-r-e-t-l-e-n”. Het kostte mij moeite om niet in lachen uit te barsten: “Dat is mijn naam, mevrouw, en die staat inderdaad ook op het etiket maar wat staat er verder nog op?”

Deze patiënte behoort dus tot de 1,3 miljoen laaggeletterden die Nederland telt. Hoeveel eerstelijnszorgverleners zouden zélf tot deze doelgroep behoren? Deze vraag komt weleens in mij op wanneer ik pennenvruchten van verzorgend en verplegend personeel, medisch studenten en collegae onder ogen krijg. De computer heeft het doktershandschrift weliswaar vervangen door leesbaar schrift, maar ondanks (en soms door) automatische spellingscontrole mag je meer dan eens raden wat precies wordt bedoeld.

Wanneer aan een ziektebeeld de naam van een wetenschapper verbonden is, verdient deze in dubbel opzicht alle lof: voor een scherpe opmerkingsgave en het talent om bevindingen uiterst nauwgezet te beschrijven. Beide vaardigheden lijken echter steeds minder aandacht te krijgen. Taal is een belangrijke schakel (geweest) om de geneeskunde vooruit te helpen. Tot de verloedering van het taalgebruik reken ik ook het onnodig gebruik van Engelse begrippen waarvoor wel een goede Nederlandse vertaling bestaat, het verwarrend gebruik van afkortingen die meerdere betekenissen kunnen hebben, en de combinatie van beide. Je leest er té snel overheen.

Laten we de proef op de som nemen. In de eerste alinea staat dat de campagne Taal maakt gezonder mede is geïnitieerd door VELO. Las u hier overheen of vroeg u zich af wat VELO inhoudt? Zo heten namelijk in Nederland een aantal sportverenigingen (en niet alleen op het gebied van wielrennen), een winkel die afgedankte fietsen herstelt en verkoopt, en – inderdaad – de Verenigde Eerstelijns Organisaties (op internet tref ik in dit kader ook Verenigd Eerstelijns Overleg), waar het nu om gaat.

Dochterlief is vorige maand na haar bachelor psychologie te hebben gehaald begonnen met haar tweede studie: rechten. Nog geen drie weken na de start diende zich al het eerste tentamen aan: Nederlands. Medisch faculteiten en andere opleidingen op het gebied van de zorg mogen hieraan een voorbeeld nemen. En het zou een vanzelfsprekende taak van docenten moeten zijn dat zij scherper gaan letten op een zorgvuldig taalgebruik van hun studenten. Anders vrees ik dat we in de toekomst inderdaad krijgen te maken met laaggeletterde dokters.

PS
Wat ik vrees blijkt nu al waar te zijn. Na deze blog te hebben geschreven sprak ik Marieke Wiebing, medewerkster van de Stichting Lezen & Schrijven. Uit eerder dit jaar gepubliceerd onderzoek blijkt dat bij 2,3 procent van de mensen met een Hogere Beroepsopleiding en 2,5 procent van de mensen met een Wetenschappelijke Opleiding sprake is van laaggeletterdheid.

Delen