Lusten & lasten van een tweede huis

De één verkreeg het dankzij een erfenis, de ander moest er wat meer moeite voor doen. Maar hoe verschillend de verhalen ook, één ding hebben deze Arts en Auto-lezers gemeen: afgezien van soms wat (kleine) ergernissen geníeten ze vooral van hun tweede huis. En geven en passant graag wat adviezen en tips voor wie een woning ‘voor erbij’ overweegt.

Tekst: Monique Bowman

Nu zit ze er in totaal slechts vijf weken per jaar, maar Hanneke de Graaf (55, werkzaam in het Erasmus MC op de afdelingen kennistransfer en verloskunde en daarnaast directeur Geboortecentrum Sophia) zou graag vaker in het Noorse houten huisje verblijven dat ze in 2009 erfde van haar moeder – die het op haar beurt in 1990 kocht toen ze met pensioen ging. De Graaf vertelt dat ze elk jaar in mei voor een week naar Bergen vliegt om vandaar met een huurauto in ruim twee uur naar de aan het Hardangerfjord gelegen woning bij het dorpje Utne te rijden. “Dan open ik het en maak het bewoonbaar. En in juli ga ik er met mijn eigen auto naartoe. Als ik dan vier weken later in augustus weer vertrek, sluit ik het af voor de winter.”

Als ze zélf een bestemming moest kiezen voor een tweede huis, denkt ze dat ze waarschijnlijk ook voor Noorwegen zou kiezen. En dan weer voor een huisje in of vlak bij een dorp. “Persoonlijk zou ik in Noorwegen niet snel iets in de middle of nowhere kopen. Zodra het vakantieseizoen voorbij is, zit je dan echt van alles en iedereen verlaten.”

Lees verder (pdf).

02-2014p050-052

Delen