Futuroloog Fred. L. Polak

“Ik heb een niet te vernietigen geloof dat alles, waar serieus naar gezocht wordt, er ook zal komen” en “ Ik zeg het u maar, opdat gij u zult bezinnen op wat te wachten staat.”

Twee uitspraken, waarmee de bekende Nederlandse futuroloog prof. dr. Fred. L. Polak de betekening van zijn  – soms omstreden – wetenschap nogal eens benadrukt. De meestal in enkele grote lijnen geschetste verwachtingen van deze hoogleraar mogen beoefenaren van exacte wetenschappen dan (onvermijdelijk) wel eens de schouders doen ophalen, voor de geïnteresseerde en naar toekomst-nieuws hunkerende mens zijn zij dikwijls toch de moeite van het beluisteren en overdenken waard.

En ach… wie wil niet graag weten – of slechts bij benadering bevroeden – hoe, waarmee en onder welke omstandigheden zijn kinderen en kleinkinderen eens zullen leven?

“Ik zeg het u maar, opdat gij u zult bezinnen op wat te wachten staat.” gold – niet geheel ten onrechte – ook voor de lezing die prof. Polak onlangs heeft gehouden tijden de internationale tentoonstelling Medica ’69 in de Jaarbeurshallen aan de Utrechtse Croeselaan.

In die lezing ontvouwde hij een serie interessante toekomst-gedachten over de arts, de patiënt en het ziekenhuis in de volgende eeuw, boeiend genoeg om er ook in  ons orgaan een aantal van weer te geven. Evenwel niet zonder nog even in herinnering te brengen, dat iemand de futurologie eens heeft omschreven als “de wetenschap, die altijd gelijk heeft… op het moment dat zij beoefend wordt”…

  • Als gevolg van de automatisering zal de huidige werktijd worden gehalveerd, terwijl als gevolg van de verdere ontwikkeling der medische wetenschap de mens leeftijden zal bereiken van 125, 150 en zelf 175 jaar.
  • De mens zal dan nog slechts 5 procent van zijn leven aan arbeid besteden.
  • Organische en lichamelijke ziekten, zoals kanker, hart- en vaatziekten, reuma, blindheid, doofheid en misschien zelfs verkoudheid zullen goeddeels zijn uitgebannen.
  • Daartegenover staat een groei van psychosomatische stoornissen, neurosen, irritaties en agressiviteit.
  • Door deze ontwikkelingen zullen de medici-van-de-toekomst een heel andere taak hebben dan thans het geval is: het werkterrein wordt geleidelijk, doch uiteindelijk drastisch verschoven van de fysieke naar de psychische hulp. Bovendien zal de arts worden geconfronteerd met grote ethische problemen.
  • De automatisering is in de medische professie het verst gevorderd, maar het einde is nog lang niet in zicht. De computer zal een ‘leidende’ rol bij de behandeling van patiënten gaan spelen.
  • In de toekomst zullen de medische gegevens –adequaat bijgehouden – van alle artsen en ziekenhuizen binnen enkele sekonden beschikbaar zijn.
  • De gewenste gegevens zullen ‘desgevraagd’ op beeldschermen kunnen worden afgelezen en alle patiënten zullen door een computer centraal worden bewaakt (bloeddruk, hartslag, temperatuur, ademhaling)
  • Er is zelfs al een elektronisch alarmsysteem ontwikkeld, dat arts of verpleegster een half uur vóór het hart van een patiënt zou kunnen ophouden met kloppen, kan waarschuwen.
  • Ook zal algemeen ingang vinden dat een computersysteem er voor waakt dat verpleegsters de goede medicijnen én op het juiste moment toedienen aan de juiste patiënt.
  • Diverse handelingen in anesthesie en chirurgie zullen efficiënter en veiliger geschieden met behulp van computers en dat geldt ook voor bestralingen en behandelingen met hart- long- en niermachines.
  • Met behulp van televisieschermen en robotten zullen chirurgen eenmaal op elk aangesloten punt in de wereld de meest gecompliceerde operaties kunnen (laten) uitvoeren. Zij behoeven nog slechts de nodige aanwijzingen te geven.
  • De belangrijkste ontwikkeling evenwel zal zijn het inplanten van kunstorganen. Het transplanteren van organen en weefsels is al ‘vieux jeu’.
  • Elektronische kunstorganen kunnen in principe elk lichaamsdeel vervangen, behalve de hersenen. Dat is evenwel ook niet nodig, omdat de hersenen langs elektronische weg gevoed zullen kunnen worden door computergeheugens.
  • In de beheersing van ‘het’ leven zullen eveneens grote vorderingen worden gemaakt. Het invriezen en ontdooien van mensen zal eenmaal mogelijk zijn, een proces dat als een repeterende breuk zal kunnen worden herhaald, waarmee dan in beginsel ‘het eeuwige leven’ bereikt is.
  • Menselijke onsterfelijkheid kan in principe ook langs andere weg worden bereikt: men zal in staat zijn een exacte kopie te maken van elk willekeurig lichaamsdeel, of dat nu een darmcel een nagel of een haar is.
  • In de ziekenhuisbouw is de toekomst aan variabele en demontabele ziekenhuizen, bestaande uit aanvul-, afbreek- of wegwerpstukken. De ontwikkeling in de medische behandeling voltrekt zich zo snel dat een ziekenhuis al weer verouderd is als de bouw voltooid is.
  • Ook in opzet zal het ziekenhuis grote veranderingen ondergaan. In het eigenlijke ‘traditionele’ ziekenhuis zullen alleen nog de ernstige patiënten verblijven. Het eigenlijke genezingsproces zal zich voltrekken in een ‘zotel’: een combinatie van ziekenhuis en hotel, waar alles wordt gedaan om de patiënten een zo normaal en prettig mogelijk verblijf te bezorgen.
  • Overigens zullen de patiënten in de toekomst veel korter in het ziekenhuis (of in het ‘zotel’) verblijven dan thans het geval is, want zij kunnen thuis langs elektronische weg in verbinding blijven met de artsen en verpleegsters in het ziekenhuis.
  • In de psychiatrie zullen klinieken komen, waar patiënten in alle rust ondervraagd kunnen worden via beeldschermen en met behulp van computers.

Delen