Artikel 13: Zorg om psychiatrie

Op dinsdag 30 oktober 2014 vindt in de Eerste Kamer van de Staten Generaal het debat plaats over de mogelijke aanpassing van Artikel 13 van de zorgwet, met betrekking tot de afschaffing van de vrije artsenkeuze. Middels deze open brief willen psychiaters in opleiding in Amsterdam hun zorgen aan de senatoren kenbaar maken

Geachte senatoren,

Als Amsterdamse artsen-in-opleiding tot psychiater maken wij ons grote zorgen over de toekomst.

Binnenkort ligt bij u de beslissing over de concept-wet met als onderdeel het afschaffen van artikel 13 van de zorgverzekeringswet, in de volksmond ook wel bekend als het afschaffen van de vrije artsenkeuze. Een concept-wet die tot reuring in de samenleving leidde, vanwege de fundamentele gevolgen voor zowel patiënten, als artsen. Zo werd de petitie tegen de voorgenomen wetswijziging ondertekend door inmiddels meer dan 130.000 mensen. Er is veel geschreven over de te verwachten gevolgen van deze wetswijziging. De artsenkeuze van een ‘zorgvrager’ wordt beperkt tot diegenen die een contract hebben met zijn verzekeraar. De behandelaars die een contract hebben bij een andere zorgverzekeraar staan pas tot zijn beschikking tegen betaling van een extra premie. Populaire, maar holle argumenten met als kern ‘kostenbesparing’ en ‘kwaliteitsverbetering’ vinden gretig aftrek bij de betrokken politieke partijen. Niemand die dit ergens fatsoenlijk onderbouwt overigens.

Psychiatrie, het vak van de zieleroerselen, het vak van de geestelijke stoornissen. Het medisch specialisme dat zich vaak moeilijk in maat en getal laat uitdrukken. Het vak dat poogt geestelijke problemen en stoornissen zo goed mogelijk te behandelen, volgens de laatste stand der wetenschap, volgens de regelen der kunst. Het vak dat soms bijzonder slecht begrepen wordt, zelfs door onze eigen minister van volksgezondheid.

De psychiatrie is bij uitstek een vak aan de hand waarvan de gevolgen van bovengenoemde wetswijziging duidelijk zullen worden. En dramatisch zullen zijn. Hechtingsproblematiek, persoonlijkheidsproblematiek, traumabehandeling, depressiviteit, suïcidaliteit; slechts een kleine greep uit de thematiek waar een vaste therapeutische relatie essentieel is. Een therapeutische relatie is, in het kort, een naam voor het fenomeen dat een hulpbehoevende persoon een positief gevoel heeft bij zijn behandelaar. ‘Ik heb een fijne dokter’, ‘ik vertrouw mijn dokter mijn problemen toe’. Op basis van een langdurige band, een succesvolle behandeling, gewoon een goed gevoel, of specifieke expertise. Of op basis van een eigen, autonome keuze.

Niemand achter de voorgestelde wetswijziging lijkt zich te realiseren welk belang een goede vertrouwensband tussen patiënt en behandelaar heeft; in de psychiatrie, in het gehele medische werkveld. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van voorgenoemde therapeutische relatie voorspellend is voor het effect van een behandeling, of het hier nu gaat om medicatie of psychotherapie. Echter, het zou zo kunnen zijn dat de verzekeraar straks langlopende behandelingen kan beëindigen, omdat desbetreffende behandelaar niet meer vergoed wordt (lees: geen contract meer heeft bij deze verzekeraar). De verzekeraar bepaalt, de patiënt wordt in zijn keuzevrijheid beperkt. Dit is slechts één voorbeeld; hoe ingewikkeld wordt het in de toekomst om door te verwijzen naar die collega met nét wat meer kennis van de behandeling van een bepaalde combinatie van symptomen? Moet een ernstig depressieve patiënt uit Amsterdam straks naar Rotterdam voor electroconvulsietherapie (ECT)?

En is het niet bizar dat er onderhandeld wordt over een regeling die moet zorgen dat voorgenoemde langlopende behandelingen niet worden afgebroken? Is het geen vreemde situatie dat men, na betaling van extra kosten of meer premie, toch weer wel bij een zelfgekozen behandelaar terechtkan? Bijbetalen, alsof kiezen voor je eigen dokter een privilege is. Bovendien wordt hier een ongelijkheid geïntroduceerd die in het bijzonder veel psychiatrische patiënten zal benadelen. Langdurige arbeidsongeschiktheid door een veelheid aan oorzaken; een financieel kwetsbare groep zal deze extra premie niet kunnen betalen. Anno 2014 is het stigma voor de ‘psychiatrische patiënt’ nog altijd levensgroot. En de voorgestelde wetswijziging zal naar verwachting dit stigma niet verkleinen. Terwijl de overheid campagne voert tegen stigmatisering in de psychiatrie, is zij op deze manier uiteindelijk stigma-bevorderend bezig.

Is het eerlijk dat de verzekeraar een grote hand krijgt in het bepalen naar welke behandelaar een mens met een ziekte of stoornis gaat? Is het te begrijpen dat het hoofdargument voor deze nieuwe gang van zaken is dat deze behandelaar (of het instituut waaraan deze verbonden is) een contract heeft met deze verzekeraar? Is het te snappen dat men, in ruil voor een extra bijdrage aan de verzekeraar, vervolgens wel weer een eigen behandelaar mag kiezen?

Termen als ‘kwaliteit’ en ‘marktwerking’ worden door beleidsmakers in de zorg en politici naar hartelust gebezigd. Door politici ook overigens. Niemand die weet wat deze termen precies inhouden, laat staan hoe ze te meten zijn. Hoe zit het met de vraag óf de verzekeraar überhaupt wel de meest geschikte partij is om de zogenaamde ‘marktwerking te sturen’?

Een niet met kennis onderbouwde wijziging van beleid, zoals de hiervoor opgevoerde wetswijziging? Een medicus komt er in zijn eigen werkveld niet mee weg. Diezelfde medicatie voorschrijvende dokter komt er overigens ook niet mee weg als hij openlijk banden heeft met de farmaceutische industrie. Voor een aantal politici die betrokken zijn bij de voorgestelde wijziging van artikel 13 geldt op zijn zachtst gezegd een andere moraal; afschaffen van de vrije artsenkeuze en banden met een zorgverzekeraar kunnen klaarblijkelijk prima samen.

Geachte senatoren,

Aan u de taak het voorstel voor de wetswijziging te beoordelen. Aan u de taak te beslissen om de belangen van de patiënt aan de verzekeraar toe te vertrouwen. Aan u overigens ook de taak ons land het te besparen dat de voorgestelde wetgeving de toets met Europese wetgeving niet zal doorstaan.

Van ons, als psychiaters in opleiding, krijgt u het advies dit onzalige voorstel terug te sturen naar de tekentafel. In naam van de vrijheid van artsenkeuze, in naam van de kwetsbare psychiatrische patiënt.

Hoogachtend,

C.J. de Wit, C. Broeks, N. Silvester, K. van Helden, J.L. de Jonge, R. van Eck, L. van Leeuwen, L. van Grasstek, M. van Asperen, M. Vegter, D. Mounir, M. Wassenaar, M. Rietveld, K. ten Katen.

Delen