Range Rover

De term SUV bestond veertig jaar geleden niet, maar de eerste Range Rover van het merk Land Rover was er goed beschouwd wel een. Onlangs verscheen de vierde generatie, een compleet nieuw ontwikkelde auto die ongetwijfeld weer jaren mee kan.

 Tekst: Bart van den Acker

 

De grootste verworvenheid van de nieuwe Range Rover is zijn flink verlaagde gewicht, wat gerealiseerd werd door de complete carrosserie uit aluminium te construeren. Ook al heeft concerngenoot Jaguar hier veel ervaring mee, het blijft een knap staaltje techniek. De basisversie TDV6 is 420 kg lichter dan de vorige, maar dat was wel een V8. Toch scheelt het nog steeds een paar honderd kilo als je identieke motoriseringen vergelijkt.

Prijs vanaf € 114.400,-  VvAA Lease vanaf €2055,-  Bijtelling 25%

De reden voor al die inspanning is natuurlijk het realiseren van een lager verbruik en dito CO2-uitstoot. Dat is bij Land Rover (en Jaguar) meer dan reclamekretologie, want de CO2 die tijdens de productie en in de eerste drie jaar (of 75.000 km) wordt uitgestoten, zegt het merk te compenseren door het planten van bomen.

De nieuwe Range Rover is, meer dan de voorgaande, gericht op comfort en luxe. In het verleden werd een Range Rover vaak als stijlvol werkpaard beschouwd; de tweede auto voor boot- of paardentrailer. Deze nieuwe kan worden geleverd met twee zetels achterin in plaats van een achterbank. Vanwege zijn algehele rijeigenschappen mist hij echter net het niveau van een limousine. Zo voel je het kleinste drempeltje onaangenaam hard, terwijl de luchtvering verder wel bijzonder comfortabel is. De voorstoelen zitten fijner dan mijn eigen favoriete fauteuil; de zitting kan zelfs – apart van de rugleuning – naar voren worden geschoven, wat prettig is voor iemand met lange benen.

Het is vooral de rust die indruk maakt

In de hele rijbeleving overheerst een gevoel van comfort. De prestatiecijfers zijn indrukwekkend, maar het is vooral de rust van deze auto die indruk maakt: wie een Range Rover rijdt, heeft geen haast want hij hoeft niks meer te bewijzen. Verbazingwekkend zijn zijn capaciteiten op extreem slecht terrein.

Wat de praktische kant betreft mis ik in de bediening af en toe wat hedendaagse techniek. Zo was een systeem om binnen de lijnen te blijven op z’n plaats geweest. De kolossale buitenmaten en hoge bouw kunnen af en toe lastig zijn, zoals bij manoeuvreren. Daar staat tegenover dat het automatische inparkeersysteem wel het beste is dat ik ooit zag.

Ik reed de SDV8, een achtcilinder-diesel die een briljante combinatie vormt met de achttraps automaat. Het blijft natuurlijk een grote en gewichtige auto, maar het verbruik is gunstiger dan ik had verwacht: ruim 1 op 10.

Conclusie: de nieuwe Range Rover lijkt geknipt voor wie een exclusieve alleskunner zoekt. De zescilinder-diesel is een aanrader, want die is in feite even ruim, indrukwekkend en comfortabel als de (aanzienlijk duurdere) testauto met zijn twee extra cilinders.

 

Delen