Spoedvragen

Het aantal mensen dat zich voor medische behandeling meldt bij de afdelingen spoedeisende hup van de ziekenhuizen groeit. Dit komt niet alleen door de vergrijzing, zeggen SEH-artsen, maar ook door het overheidsbeleid. Mensen moeten ook bij toenemende kwetsbaarheid langer thuis blijven wonen en dan gebeuren meer ongelukken. Tot op zekere hoogte zal dit waar zijn, maar het is de vraag of dit de stijgende toeloop van ouderen op de afdelingen SEH volledig verklaart. Die stijging kan ook iets zeggen over de (on)bereikbaarheid van huisartsen buiten kantooruren. Of over de perceptie van mensen over die (on)bereikbarheid.

Interessant is de vraag hoeveel van de ouderen die de afdeling SEH bezoeken daar ook echt moeten zijn voor antwoord op de medische vraag die ze op dat moment hebben. We weten immers op basis van eerdere onderzoeken dat veel mensen die naar de SEH gaan daar eigenlijk niet thuishoren. Hun vraag kan ook gewoon door de huisarts(enpost) worden afgehandeld. En in een aantal gevallen is het zelfs verantwoord de vraag te laten liggen tot de volgende ochtend, als de eigen huisarts weer bereikbaar is.

Nog heel veel vragen dus. Interessant is ook de vraag hoe de afdelingen SEH moeten handelen als zich daar kwetsbare ouderen melden. Medische professionals zijn gericht op medisch handelen, maar is dat altijd de beste optie? En heeft het behandelteam op de SEH voldoende kennis over de comorbiditeit die bij veel kwetsbare ouderen bestaat om tot de juiste behandelbeslissing te komen? Het is makkelijk om het overheidsbeleid als verklarende factor voor de groeiende SEH-vraag aan te voeren. Maar “We hebben het vermoeden dat…” is geen basis voor beleid. Het feit op zich is wel een goede reden om kritisch naar het eigen handelen te kijken.

Delen