Vlieguren

Baptist-Trimbosa

Baptist Trimbos nam afgelopen juni afscheid als hoofd van de afdeling gynaecologie van het LUMC. Professor Trimbos blijft na zijn emeritaat nog klinisch werkzaam als gynaecologisch oncoloog in het LUMC.

Met name in beroepen waar hoge complexiteit, handvaardigheid, precisie en een hoog risico bij verkeerde handelingen centraal staan, zijn praktische training en ervaring van eminent belang. Talent alleen is niet genoeg. Dat geldt voor schakende grootmeesters, piloten, concertmusici, goochelaars, circusartiesten, topsporters en… chirurgen.

Er is voor benodigde vlieguren bij dergelijke beroepen een richtgetal: dat is het getal 10.000. Tienduizend uren aan de operatietafel om het vak in werkelijke excellentie te kunnen uitoefenen. In de huidige opleiding lijkt dat een onhaalbare utopie.

Een van de gevolgen van te weinig vlieguren is een gebrek aan continuïteit van patiëntcontact. Een constante bemoeienis met patiënten en medische problemen kweekt automatisch verantwoordelijkheid en probleemhouderschap. Als een dokter door alle roosteringen, diensten en andere afwezigheden maar twee dagen per week op de afdeling aanwezig kan zijn, dan móet dat invloed hebben op verantwoordelijkheidsgevoel en probleemhouderschap. Als ik dinsdagmiddag betrokken word bij een probleem, er woensdag en donderdag niet ben en pas vrijdag weer wel, ga ik dinsdagavond anders naar huis dan wanneer ik alle dagen van de week op de afdeling zou zijn, want woensdag en donderdag is het probleem niet meer mijn probleem. Is dat erg? Ja, dat is erg. Patiënten willen probleemhouders, mensen met wie ze schouder aan schouder de strijd kunnen aangaan, en liefst steeds dezelfde schouder. Als ik een probleem heb met mijn telefoonprovider wil ik een naam van een levende persoon die, als ik terugbel, nog steeds levend is en nog weet van mijn probleem. Ik wil niet steeds wisselende personen aan wie ik het probleem elke keer opnieuw moet uitleggen, ook al staat het in de computer. Te weinig continuïteit van zorg erodeert het probleemhouderschap en holt de echte kwaliteit van zorg uit.

[Tweet “”Te weinig continuїteit van zorg erodeert het probleemhouderschap””]Bij een bespreking van bedenkelijke of zelfs gevaarlijke ontwikkelingen in de zorg, is de brug naar de toegenomen bureaucratie en regeldruk snel gemaakt. Onze bureaucratie hangt voor een deel samen met angst – angst voor onveiligheid. En de reflex is regelgeving, protocollen, richtlijnen, werkdocumenten en voorschriften. In de loop der tijd is de regeldichtheid uitgemond in een schier ondoordringbaar woud van admini-stratieve lasten. Te veel regels schieten hun doel voorbij. Het LUMC heeft op dit moment 20.135 medische protocollen. Niet alleen schieten al die regels en al dat papier hun doel voorbij; ze dragen ook nog het intrinsieke risico met zich mee van een averechts effect. Een 100 procent veilige zorg is een illusie en toch houden we die illusie krampachtig in stand. De curve van de veiligheidswinst is exponentieel en zal de asymptoot van 100 procent nooit raken, wat we ook doen. Toch blijven we het proberen, met een weerzinwekkende hoeveelheid papier, voorschriften, regels en richtlijnen, alles onder het mom van het sleetse mantra: transparantie. En al dit papier werkt averechts. In plaats van te werken aan realistische kwaliteit en veiligheid, aan werkelijke communicatie met onze patiënten, aan verbeteringen op de werkvloer, zitten we zuchtend achter ons bureau en staren droevig naar de stapels papier die steeds hoger worden. En maken we steeds minder vlieguren.

Het is hoog tijd dat de professionals in de zorg die autonomie voor het definiëren van kwaliteit en veiligheid weer terugnemen. Minder quasi kwaliteitsbevorderend bureauwerk, meer tijd voor zorg en organisatie op de werkvloer. Daarbij hoort ook meer samenwerken, minder stammenstrijd en meer cohesie tussen professionals. Daar heeft het tot nu toe erg aan ontbroken.

Dit is een fragment van de afscheidsrede van professor Trimbos. De volledige tekst leest u hier.

 

Delen