Worstelen

In de bijna veertien jaar die ik als leerling- en gediplomeerd verpleegkundige in de psychiatrie doorbracht, heb ik zeven suïcides meegemaakt. Zoiets vergeet je nooit. Ook niet als doorgewinterd professional. In alle gevallen betrof het jonge mensen, met (zeer) ernstige psychiatrische aandoeningen, maar nog aan het begin van hun behandelopties en dus was hun ‘zelfverkozen’ levenseinde onacceptabel.

Als multidisciplinair team op de ic van de psychiatrie kregen we in de loop der jaren ook te maken met een groot aantal suïcidepogingen. Veelal op de gesloten afdeling zelf, waar agressie en suïcidedreiging geregeld voelbaar waren. Gelukkig was er ook sprake van veel humor, hoewel die het lijden van patiënten nooit helemaal doet verdwijnen. Vaak kunnen (medicamenteuze) behandelingen dat wel en dus is behandelen altijd de moeite waard. Bijna altijd.

Allemaal worstelden wij weleens met het gegeven dat bij sommigen van onze patiënten sprake was van ondraaglijk én uitzichtloos lijden. Zeker als ze – na jaren van adequate behandeling – aanhoudend vroegen om hulp bij zelfdoding, hetgeen soms gebeurde. We hadden er open gesprekken over, maar we gingen er nooit in mee. Toch moest ik bij het lezen van het interview met psychiater Gerty Casteelen van de Levenseindekliniek, direct denken aan een van onze patiënten. Destijds al 29 jaar onafgebroken depressief, inmiddels moederziel alleen en aantoonbaar resistent tegen elke vorm van behandeling uit het protocol.

Deze ernstig zieke vrouw maakte dat ik worstelde met mijn taak suїcide te voorkomen

Deze ernstig zieke vrouw, die al die jaren volhardde in haar wens om dood te zijn en die steeds door ons werd ‘gered’, maakte dat ik worstelde met mijn taak om suïcide te voorkomen. En ik was niet de enige, bleek tijdens intervisie. Als ik aan die bewuste patiënt denk, ben ik blij dat in de Levenseindekliniek een psychiater beschikbaar is. Oók door de inzet van wijlen oud-minister Els Borst, die haar hele leven heeft geijverd om dit soort taboes op de verschillende agenda’s te krijgen. Mede daardoor ontstond er langzaam ruimte om in zeer uitzonderlijke gevallen te denken aan het ondenkbare: euthanasie bij psychiatrisch lijden. En daar ben ik mevrouw Borst met terugwerkende kracht dankbaar voor.

Delen