1 april

Op 1 april moet het inkoopbeleid van de zorgverzekeraars voor 2020 ingediend zijn. Ik heb al wat onder ogen gekregen en het stemde mij absoluut niet tevreden. Toch zullen er weer woorden klinken als: ‘We hebben samen aan tafel gezeten met zorgaanbieders en beroepsverenigingen’ of ‘Het kwaliteitsbeleid is aan de beroepsgroep’. Hoe er dan echter wordt omgegaan met wat uit die besprekingen komt of bepaald is door de beroepsgroep staat er niet bij.

Er zijn zeker zorgverzekeraars die ons werk op waarde schatten en vertrouwen uitstralen. En er zijn ook lichtpuntjes behaald. Dat men nu echter trots al iets laat weten van een bepaalde procentuele verhoging, is veelal stuitend, gezien de tariefontwikkeling.

We zullen alles weer moeten doorspitten in de contracten, zoals wie nu wel de PREM wil bevragen, wie er weer vanaf ziet, of van wie we Zorgkaart Nederland en PREM moeten aankaarten. Onze patiënten worden al overvraagd. En hoe wordt er omgegaan met de behandelindex?

Wanneer we voor de ene verzekeraar wel iets moeten aanschaffen en voor de andere niet, maken we toch kosten die we niet verdisconteerd zien. Met ontregel de zorg is vermindering van administratie in gang gezet. Waarom er dan ineens getwijfeld wordt aan een kwaliteitstoets als er enkele vinkjes minder ingevuld moeten worden is voor mij een grote vraag.

Het omgaan met good practices heeft vorig jaar terecht veel commentaar opgeleverd, zeker wanneer men dacht de andere gecontracteerden voorbij te kunnen lopen. Toch lees ik nu bij onze beroepsgroep ook iets over deze term. Daar voorafgaand stond natuurlijk duidelijk vermeld dat het kostenverlagend moet werken. Bij meerdere zorgverzekeraars heb ik al eerder een ratrace gezien. Tot op welke hoogte zijn patiënten hierbij gebaat?

Veel vragen en nog weinig antwoorden.

Het omgaan met vele verschillende labels en polissen geeft in de praktijk zeer veel werk

Het NZa-onderzoek over de zorginkoop en de gevolgen voor de patiënt, heeft meer tijd gekost dan ingeschat. Wij ervaren ook vaak dat ons werk om bepaalde redenen meer tijd kost. Daar worden we dan op afgestraft. Ik hoop zeer dat de NZa de moed heeft om ook aan te tonen hoe groot de investeringen heden ten dage zijn voor een moderne praktijk. En aangeeft hoeveel tijd er niet naar zorg gaat door dit zorgstelsel of hoeveel werk vrijwillig wordt verricht. Misschien zullen ze ook zien dat er nooit iets is gedaan met de tarieven die zij redelijk achtte en dat het bepalen van een prestatie zoals directe toegang of lange zitting absoluut niet betekent dat die dan ook wordt ingekocht. Het omgaan met vele verschillende labels en polissen geeft in de praktijk zeer veel werk.

Wat verzekeraars en beleidsmakers aangegeven hebben in het onderzoek vind ik zeker ook interessant. Ik verwacht het woord ‘transparantie’ vaak te zien. Daarvoor zal ook eerst in de spiegel moeten worden gekeken. Maar vooral hoop ik dat voor minister Bruins en zijn ministerie duidelijk wordt hoe het woord ‘samen’ opgevat wordt door vele verzekeraars. Het is helaas geen 1 april, want dan had ik er nog om kunnen lachen.

Delen