Afgewezen lever

 

Melanie van ’t Hof (57) is tekstschrijver en schrijft voor weekbladen. In haar boek Het Leven Verlaten? schrijft zij over haar ervaringen met betrekking tot de orgaantransplantatie die zij onderging.

 

De draaideur van het ziekenhuis voorbij, las ik de niet te missen tekst op een muur: ‘Ieder mens is uniek, elke tumor ook’. Deze koeienletters gaven me het vertrouwen dat het nu goed zou komen. Maar ook hier geen verdere onderzoeken naar mijn fysieke staat en mijn grote tumor galwegkanker in de lever.

Bij zo’n groot gezwel ‘horen’ nu eenmaal uitzaaiingen, om welke reden een transplantatie al eerder werd uitgesloten. Uitzaaiingen? Hoe kan een tumor zo groot worden, al járen in mij groeien, zonder buiten de lever zichtbare schade in mijn lijf te veroorzaken?

Medische protocollen zijn onder meer gebaseerd op resultaten van door statistieken bepaalde therapieën bij patiënten met een vergelijkbare ziekte; voor de individuele patiënt niet per se geldig. Was ík zo’n patiënt? Het werd steeds duidelijker, deze aanname dwarsboomde mijn plannen.

Een opgegeven patiënt is een gat in de markt voor ‘kwakzalverige’ therapieën. Als vanzelf kwamen ze op me af: een dure orthomoleculair arts, een Duitse arts die me wilde verhitten, een homeopaat met maretak-inspuitingen en het sap van de Kombucha-zwam en Buah Merah-vrucht, een wonderdrankje dat helemaal uit Papoea Nieuw-Guinea moest komen. Mijn scepsis deed me slechts kort dit pad bewandelen, een lachwekkende en dure ervaring.

De chemopillen die ik kreeg voorgeschreven, remden de groei van de tumor en zodoende had ik meer tijd voor mijn plan: wél een transplantatie! Ik hoopte dat mijn nog steeds sterke bast hierbij in mijn voordeel zou werken.

Ik moest de grens over, ver weg van die nare protocollen

Het was niet anders, ik moest de grens over, ver weg van die nare protocollen. Uiteindelijk kwam ik terecht in UZ Gent. “Dat zou ik ook weg willen hebben”, was de legendarische uitspraak van mijn chirurg, professor Bernard de Hemptinne, toen hij, over zijn bril heen, mijn scan bekeek.

Mijn fysieke kracht en levensenergie bleken voor hem van buitengewoon groot belang. In sneltreinvaart volgden meerdere onderzoeken en een snee van borst tot navel om de lymfeklieren te bekijken. Uitzaaiingen werden niet aangetroffen, wat mijn kansen danig vergrootte.

Na uitgebreid beraad werd besloten tot een transplantatie met een ‘afgewezen’ lever. Door gebrek aan donororganen en het protocol van Eurotransplant, was voor mij niets anders weggelegd. Hoewel eng, deed de voortvarendheid van mijn chirurg mij geloven in een goede afloop.

Inmiddels leef ik alweer vele jaren in goede gezondheid en gelukkig met mijn ‘afgekeurde’ lever.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor. Eerdere afleveringen vindt u hier.

 

Delen