‘Ballet was alles voor mij, nu ben ik blij dat ik kan lopen’

Om haar droom om professioneel ballerina te worden waar te maken, gaat ze over haar grenzen heen, zowel lichamelijk als psychisch. Totdat ze in een psychose van vierhoog uit het raam springt. Alice Schildkamp – nu student psychologie – deelt haar persoonlijke verhaal, met een reden. “Zoek hulp als het niet goed met je gaat.”

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Ruby Themans

Als ze wakker wordt, kan ze niet bewegen. Haar eerste gedachte is dat ze een nachtmerrie heeft. Maar dan voelt ze de onverdraaglijke pijn. Alice Schildkamp (25) heeft twee klaplongen en talloze breuken. Beide voeten, beide heupen, haar bekken, haar kaak, haar rechterelleboog. Ze ligt op de ic in het VUmc, al heeft ze daar zelf op dat moment geen idee van. Wat er is gebeurd, weet ze evenmin. 

De dokters vertellen haar dat ze van vierhoog uit een raam is gesprongen. Dat ze deze val van tien meter hoogte heeft overleefd, is een wonder. “Ik kon me er niks van herinneren”, vertelt Alice nu, ruim 1,5 jaar later. “Ik dacht alleen maar: ‘Dit kan niet, dit is niet waar’.” 

De witte jassen rondom haar bed ‘overspoelen’ haar met vragen. “Ik crepeerde van de pijn en smeekte ze om me te laten gaan. Niet omdat ik dood wilde, maar ik wilde dat het lijden stopte.” Door dat te zeggen, bevestigt ze wat men vermoedt. “Ik kreeg het label depressief en suïcidaal.” Een andere optie die wordt onderzocht, is of haar vriend er iets mee te maken heeft. Hij was namelijk thuis op het moment van het ongeval. “Dat was onmogelijk, hij is de allerliefste.” 

‘Ik dacht maar twee dingen: kan ik ooit nog kinderen krijgen? En kan ik ooit nog lopen?’

Wekenlang ligt Alice naar het plafond te staren. Eerst op de ic, later op de medium care, nog iets later in een kamer op een psychiatrische afdeling, met een camera op haar gericht. “Ik raakte mezelf kwijt, ik voelde me geen mens, maar een proefkonijn. Hoorde allemaal termen: schizofrenie, bipolair. Ik wist niet wat het betekende en dacht alleen maar: ‘Zodra ik iets zeg, krijg ik een label opgeplakt’.” En dus geeft ze sociaalwenselijke antwoorden. “Elke dag moest ik aangeven hoe ik me voelde, tussen de 1 en de 10. Ik voelde me min drieduizendmiljard, zoveel pijn, zo ongelukkig, maar ik antwoordde een zes of een zeven. Ik werd gek van alle vragen. ‘Waar denk je aan, denk je aan de dood?’ Nee, ik dacht maar twee dingen: kan ik ooit nog kinderen krijgen? En kan ik ooit nog lopen?” Dat eerste kunnen de experts op dat moment nog niet zeggen. De kans dat ze ooit nog zelfstandig kan lopen, schatten ze niet zo groot. De kans dat ze ooit nog buiten een psychiatrische instelling kan functioneren noemen ze nihil. Haar droom ooit professioneel balletdanseres te worden, valt in duigen. 

Internaat 

Die droom begint op haar vijfde, als Alice zich meldt bij een balletstudio in Amsterdam. Dat ze getalenteerd is, valt al snel op. Op haar negende krijgt ze de kans om naar de Royal Swedish Ballet School te gaan, waarop ze met haar moeder naar Zweden verhuist. “Mijn moeder heeft zich altijd voor mij opgeofferd, ze is mijn rock.” 

Op haar zestiende gaat Alice op zichzelf wonen, in een internaat. “Want door het reizen gingen er trainingsuren verloren.” Ze traint zeven dagen per week, met de twintig beste dansers van het land. “Elk jaar wordt getoetst of je het niveau nog haalt, zowel op school als in het ballet, anders val je af.” 

Voor haar examenjaar vertrekt ze naar Rusland, naar ‘de top van de top’ van de balletwereld. Om toegelaten te worden op Moskou’s wereldberoemde Bolshoi Ballet Academy, moet Alice een contract tekenen waarin onder meer staat dat ze niet meer dan vijftig kilo mag wegen. Dat ze 1.77 m lang is, doet er niet toe. “Ik wist dat het ongezond was, maar een danser moest mij kunnen optillen.” Haar moeder, zelf arts, ziet het niet zitten, maar Alice is koppig. “Ik zei: ‘Zo hoort het, ik ga niet te ver.’ Als het wel te ver zou gaan, beloofde ik dat ik zou stoppen.” 

Het lukt Alice niet om onder de vijftig kilo te komen. “Ik probeerde minder te eten, maar dan had ik geen energie voor de lessen, daarom greep ik naar andere middelen.” Afslankpillen werken niet, overgeven lukt haar niet, en dus gaat ze roken. “Dat zorgde voor minder hongergevoel en stress. Toen ik een longontsteking kreeg en erg ziek werd, besefte ik wel dat ik te ver ging, maar ik kón niet stoppen. Ballet was alles voor mij.” 

Parijs

Nadat ze haar examen in Moskou toch weet te halen, gaat Alice naar Parijs om te dansen. Daar wordt ze geplaagd door blessures. “Blessures heb je continu, ze horen erbij, maar ze werden steeds erger. Daar kwam bij dat ik moest gaan werken, want van het ballet kon ik niet rondkomen. Ik vond een baantje in de horeca, werkte als au pair en ’s ochtends vroeg trainde ik. Toen had ik het niet door, nu weet ik dat over mijn grenzen ging, lichamelijk en geestelijk. Als ik niet goed genoeg was geweest, dan had ik er vrede mee gehad om te stoppen, maar dat mijn lichaam die beslissing voor mij nam, kon ik niet accepteren.” 

Na drie jaar keert ze met haar Franse vriend terug naar Amsterdam. Dat het niet goed met haar gaat, heeft ze wel in de gaten. “Iedereen voelt zich weleens een dagje iets minder, maar dit bleef lang aanhouden. Mijn motoriek en cognitie gingen achteruit. Mijn focus was weg. Alles kostte moeite.” Achteraf blijkt dat Alice in de aanloopfase naar een psychose zit, waar ze vervolgens in raakt, meerdere keren. “Eerst een paar uur op een dag. Later dagenlang, soms een uurtje niet. Ik hallucineerde, was angstig, hoorde mijn eigen kritische stem.”

Psychotisch springt ze op de ochtend van 18 september 2019 uit het raam. Pas sinds oudejaarsdag 2020 herinnert ze het zich. Met dank aan de studie psychologie waar ze in 2020 aan begint. “Tijdens mijn revalidatie heb ik veel gelezen. Ik wilde begrijpen wat er met me was gebeurd. Dat is gelukt, ook dankzij de studie die me veel inzicht heeft gegeven. Ook in hoe de behandelaren zich destijds in het ziekenhuis opstelden. Ik heb het een plekje kunnen geven en het heeft geholpen om de herinnering terug te halen.” 

‘Tijdens mijn revalidatie heb ik veel gelezen. Ik wilde begrijpen wat er met me was gebeurd’

Alice woont weer zelfstandig. Afgelopen november is ze voor de zesde keer geopereerd. Ze heeft nog krukken, maar kan nu kleine stukjes zelf lopen. “Gisteren heb ik met de fysiotherapeut wat balletoefeningetjes gedaan. Op weg naar huis heb ik stiekem nog een paar pasjes gedaan op straat. Dat was echt een mijlpaal. Het gevoel dat dansen mij geeft, is…” Ze zoekt het juiste woord, maar kan het niet vinden, in geen van de talen die ze spreekt. “Het is niet uit te drukken wat dansen voor mij betekent.” 

Dat ze dat nooit meer op professioneel niveau zal kunnen doen, doet pijn, maar door de lijdensweg die ze heeft afgelegd, geniet ze nu vooral van wat ze wél kan. “Na ruim een maand werd ik voor het eerst uit bed gehesen en in een rolstoel gezet. Dat deed verschrikkelijk veel pijn, maar ik was zó blij om te zitten. Om de kamer vanuit een ander perspectief te zien. Om naar buiten te gaan, de lucht te zien, de natuur te ruiken, de vrijheid te voelen, even aan de realiteit te ontsnappen. We willen zoveel in het leven, maar we moeten onszelf niet kwijtraken. Ambitieus zijn is mooi, maar wat ben je bereid op te offeren? Ik was tot alles bereid, maar nu wil ik alleen nog maar wat we in essentie allemaal willen: vrij zijn, gelukkig zijn, gehoord worden.”

Neuropsycholoog 

Dat inzicht betekent níet dat Alice zichzelf geen doelen meer stelt. “Ik wil neuropsycholoog worden. Er zijn nog zoveel dingen van het brein die we niet begrijpen, waardoor we labels op mensen plakken en stigmatiseren. Ik zou graag willen helpen om dat te veranderen. Want een label zegt niets over wie jij bent.” 

Om anderen te waarschuwen en te helpen, deelt Alice nu haar verhaal én de lessen die zij heeft geleerd. “Wat je ook wilt bereiken, het mag nooit ten koste gaan van jezelf. Zoek hulp als het niet goed met je gaat.” Dat doet ze nu zelf ook. “Ik voelde begin dit jaar weer een psychose aankomen na de zelfmoord van een vriend. Ik herken nu de symptomen en heb direct mijn behandelteam gebeld. Ik kan niet zeggen dat ik mijn psychosegevoeligheid heb geaccepteerd, maar ik heb wel geleerd ermee om te gaan én erover te praten. Als je het deelt, ben je niet eenzaam.”

Delen