Terug naar het primaire proces

Een paar dagen geleden zag ik op Twitter een vraag van @DamiaanDenys voorbijkomen. Hoogleraar psychiatrie Damiaan Denys, sinds kort voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, is op zoek naar de identiteit van de psychiater. ‘Wat is de specifieke rol van de psychiater in de GGZ?’ luidde de vraag. Is dat a. hoofdbehandelaar, b. diagnosticus of c. mind-brain-expert?

De vraag bleef bij me hangen. Denys heeft gelijk, wat doen we eigenlijk nog in de GGZ? De functie van de psychiater is de laatste jaren zo uitgehold, dat we bijna overbodig zijn geworden. Ja, echt! Ik denk weleens: stel…stel dat je als huisarts als een psychiater zou moeten werken, hoe zou dat er uitzien?

Als de huisarts als een psychiater zou moeten werken, dan zouden al haar patiënten eerst een door de zorgverzekeraar verplichte online screening moeten ondergaan. De computer bepaalt voortaan wie er op de wachtlijst komt te staan, en wie het met zelfhulp, zelfregie en mantelzorg moet doen. Computer says ‘no’.

Als de huisarts als een psychiater zou moeten werken, dan zou ze geen diagnose meer hoeven te stellen. Voortaan kan ze volstaan met een classificatie volgens het ICD-10 systeem. Dat is wel zo handig, want iedere ICD-10 code is gekoppeld aan een DBC en een vastomlijnd zorgpad. De in het EPD ingebouwde DBC-minutenteller gaat gelijk lopen. Na een paar jaar weten de mensen niet beter of de classificatie ís de medische diagnose.

Het wordt tijd om de regie weer in handen te nemen

Als de huisarts als een psychiater zou moeten werken, dan zou ze geen patiënt meer hoeven behandelen. Ze hoeft alleen nog maar ‘als hoofdbehandelaar de patiënt een hand te geven’ en af en toe ‘naar de medicatie te kijken’. Behandelen, dat doen de praktijkassistente, de verpleegkundig specialist en de POH-GGZ voortaan wel. Die zijn immers een stuk minder duur.

Als de huisarts als een psychiater zou moeten werken, dan had ze allang een ‘bijwerkingen poli’ in haar praktijk. Dat is reuze handig. De dokter schrijft medicatie voor, maar hoeft haar eigen patiënten niet meer te vervolgen. Dat doet de verpleegkundig specialist voortaan. Dat de dokter geen zicht meer heeft op haar eigen voorschrijfgedrag is minder belangrijk dan de kosten die hiermee (schijnbaar!) uitgespaard worden.

Als de huisarts als een psychiater zou moeten werken, dan was ze allang ‘bevorderd’ tot cluster- of divisiemanager. De organisatie van zorg is namelijk zó uitgebreid en ingewikkeld geworden, dat die wel gemanaged móet worden. Dat de dokter daar niet voor doorgeleerd heeft, doet niet ter zake. Al haar andere taken zijn inmiddels door anderen overgenomen, dus ze heeft mooi haar handen vrij.

Fictie of werkelijkheid? Feit is dat wij, huisartsen en medische specialisten (psychiaters incluis), steeds verder wegraken van het primaire proces, namelijk de zorg. We laten dit gebeuren en twijfelen zelfs aan onze ‘identiteit’. Maar als we eerlijk zijn, weten we allang dat de zorg geen markt is, en dat goedkoop op termijn duurkoop is. Het wordt tijd om de regie weer in handen te nemen, en terug te keren naar de spreekkamer.

Delen