Anderhalvelijns SEH
Igor Tulevski, bestuurder van De Sionsberg, zegt mogelijkheden te zien om de werkzaamheden van dit zorgcentrum in Dokkum rendabel uit te breiden met niet-levensbedreigende acute zorg in de avonduren en de weekenden. Tulevski geeft hiermee een nieuwe impuls aan de discussie over de spoedzorg, die in die regio al veel langer loopt en waarin tot nu toe geen opening leek te kunnen worden gevonden.
Tulevski stelt met zijn plan 95 procent van de zorgbehoefte in Noordoost-Friesland te kunnen dekken. Om het plan te kunnen realiseren, wil hij de specialisten in de andere ziekenhuizen in de regio de diagnose op afstand laten stellen. Op dit moment liggen hun eigen afdelingen spoedeisende hulp vol. Maar als patiënten uit de directe omgeving van De Sionsberg voor basisdiagnostiek en kleine ingrepen (breuken, sneetjes, kleine trauma’s, buikpijn en druk op de borst waarbij geen sprake is van een infarct) niet meer naar de SEH van die andere ziekenhuizen hoeven te reizen, verandert dat natuurlijk en zouden die specialisten daar dus tijd voor hebben.
De basis van een interessante businesscase
De gemeenteraad van Noordoost-Friesland reageert enthousiast op het plan van Tulevski, lezen we op Twitter. De vraag is nu of hij de contractering ervoor rond krijgt, en of hij de specialisten in de andere ziekenhuizen meekrijgt. Ook moet de logistiek naar de ziekenhuizen met echte SEH’s goed geregeld zijn voor die patiënten voor wie toch meer nodig is dan De Sionsberg kan bieden.
Wat Tulevski hiermee feitelijk voor ogen heeft – gelet op de beperkte schaal van het zorgaanbod dat hiermee wordt gerealiseerd, en gelet op het feit dat De Sionsberg geen ziekenhuis (meer) is – is een soort anderhalvelijns SEH. Met inzet van moderne technologie bovendien. De basis van een interessante businesscase, noemt Tulevski het zelf. Een interessante gedachte is het zeker.
2 reacties
Dag Frank, zoals van jou gewend weer een interessant verhaal. De vraag die mij blijft achtervolgen: waar halen we de zorgverleners vandaan en hoe weerhouden we in gebieden als Dokkum (en alle andere locaties in het Randland, lees krimp- en anticipeerregios’s) zorgverleners ervan het bijltje erbij neer te gooien. Ik weet dat er allerlei deeloplossingen van dit probleem worden aangeboden en/of onderzocht maar de echte integrale oplossing ontbreekt tot nu toe. Heb jij een suggestie hoe de noodzaak van het toepassen van een Deltaplan behoud zorgverlening in het Randland door de nationale beleidsmakers geaccepteerd kan worden? ik ben benieuwd.
hans hof
6 mei 2019 / 14:00Leuke vraag Hans. Een overkoepelend Deltaplan voor alle locaties van Randland (mooie term trouwens) heb ik niet, want de uitgangspunten kunnen per regio verschillen. Het dreigende huisartsentekort zal bijvoorbeeld niet overal even groot zijn, de mate van burgerinitiatief om weggevallen onderdelen in het sociale domein op te vangen kan eveneens van regio tot verschillen.
Maar de kern zal overal hetzelfde zijn: een samenhangend zorgaanbod creëren dat aansluit bij de zorgbehoefte in de betreffende regio. Ketenzorgafspraken tussen het streekziekenhuis en de verder weg gelegen meer gespecialiseerde centra. Ketenzorgafspraken tussen de ziekenhuizen en de eerstelijns zorgaanbieders om ziekenhuisopname op niet-medische gronden te voorkomen (met hierbij dus ook mogelijkheden voor eerstelijns verblijf). Afstemming tussen huisarts en wijkverpleging. Inzet van de specialist ouderenzorg in de eerste lijn. Inzet van sociale wijkteams die snel problemen kunnen signaleren die kunnen leiden tot intensiever zorggebruik (zoals eenzaamheid, schulden, depressie). In een aantal gevallen inzet van ervaringsdeskundigen ook, om achter de voordeuren te komen die voor anderen gesloten blijven.
Niet of/of/of maar allemaal en/en/en. En hierbij ook nadenken over de mogelijkheden om werkgelegenheid te bieden aan de partners van de zorgprofessionals die in het Randland willen werken.
Maar ook: veel meer nadruk op shared decision making (om het in goed Nederlands te zegen). Veel meer ruimte dus voor de professional om met de patiënt de diverse opties te bespreken die bij een ziekte mogelijk zijn, inclusief de optie om een afwachtend beleid te voeren. Daarbij hoort dan ook veel meer aandacht voor medische opvoeding van de patiënt, of nog beter gezondheidsopvoeding van de burger met een grote nadruk op preventie. Voor dit laatste: in het basisonderwijs biologieles en computerles combineren door kinderen via de inzet van gezondheidsapps kennis te laten maken met de werking van hun eigen lichaam en de invloeden daarop van gezond en ongezond leefgedrag. Waarbij de meest waardevolle apps gratis ter beschikking worden gesteld, met huiswerk waarbij de kinderen het gezin moeten betrekken.
En ook dit in combinatie met het bovenstaande allemaal niet of/of/of maar en/en/en. Een hell of a job, dat besef ik. Maar je vroeg nu eenmaal om een Deltaplan.
Frank van Wijck
6 mei 2019 / 14:42