‘We zijn een stel strebers’

Aios en schrijfster Anna Verhulst: ‘Niks is erger dan thuiszitten en duimendraaien’

Ze werd bekend met haar bundel Het is wit en staat in de weg over haar belevenissen als coassistent. Maar nu Anna Verhulst in het derde jaar van haar opleiding tot internist zit, ‘wervelt ze in het rond’ in haar witte jas. “Al was het de voorbije maanden: wit in een wervelstorm.”

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Nout Steenkamp

Anna Verhulst

Haar huisgenoot slaapt. “Schattig is ze, hè?”, zegt Anna Verhulst (28). “Macaron is een taaie. Tweeënhalf jaar oud al. Dat is hoogbejaard voor een hamster.” De internist in opleiding deelt graag haar voorliefde voor hamsters. Ook met collega’s in het Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Ze overspoelt ze met foto’s en filmpjes van Macaron. Trots: “Ze komt braaf als ik haar roep.”

Terwijl de bejaarde hamster vanochtend in haar kooi rondscharrelde, voerde Verhulst een sollicitatiegesprek. Via Skype met iemand van Stichting Bootvluchteling die hulp biedt in vluchtelingenkampen in Griekenland. In oktober onderbreekt de aios haar opleiding voor zes maanden. Het wás de bedoeling een bijzondere reis te maken. Een wandeling van 3.000 kilometer dwars door Nieuw-Zeeland, maar vanwege COVID-19 gaat die trip niet door. Toch hoopt Verhulst nog ‘een reisje te kunnen maken’ in het najaar. “Rugzak op, drie weken de bergen in, back to basic. Heerlijk!” Maar ze wil zich óók nuttig maken. “Op Lesbos zitten meer dan 20.000 vluchtelingen op elkaar gepakt in kamp Moria, dat is berekend op drieduizend man. Onvoorstelbaar toch? Ik denk dat ik daar in deze fase van mijn carrière zeker iets kan bijdragen. Ook als er COVID-19 uitbreekt.”

Op het moment van spreken is dat (nog) niet het geval, maar als de pandemie het kamp bereikt, zitten de vluchtelingen als ratten in de val. “Dan is het prettig dat er dokters zijn die dit ziektebeeld eerder hebben gezien en ervaring hebben met triage.”

Die ervaring heeft Verhulst. Haar opleiding wordt plotseling stilgelegd als de eerste COVID-19-patiënten in maart worden opgenomen. Omdat ze eerder op de Amersfoortse ic heeft gewerkt, is ze een van de eerst aangewezenen om bij te springen. “Lange diensten in beschermende pakken, een indrukwekkend ziektebeeld dat we niet kennen, heel zieke mensen en geen familie erbij: het was pittig.” Maar de internist in spe is blij dat zij iets kán doen in die periode. “Niks is erger dan thuiszitten en duimendraaien. Ik ga goed als er prikkels zijn. Dan kom ik in een flow.”

Dat de medisch-specialistische vervolgopleiding een tijdje stilligt, is in de ogen van Verhulst niet zo’n probleem. “Er wordt op individueel niveau gekeken wat een aios heeft gemist en wat diegene daarvoor kan terugkrijgen. Maar ik denk dat de meesten tijdens deze pandemie meer hebben geleerd dan ooit. Het is heel dubbel, maar deze crisis verrijkt je ook als jonge dokter.”

‘Het is heel dubbel, maar deze crisis verrijkt je ook als jonge dokter’

De belangrijkste les die zij heeft geleerd? “Dan ga ik voor een levensles. We hebben een beeld van ons leven, van onze carrières, van de gezondheidszorg. Maar we hebben nu ervaren dat alles plotsklaps kan veranderen. Dat het leven niet maakbaar is.” En na een zeldzame stilte voegt ze daaraan toe: “Deze crisis heeft óók hoop gegeven. Dat er wél flexibiliteit en beweging zit in onze van oudsher conservatieve, langzaam veranderende sector.”

Zo ziet Verhulst dat er momenteel avondpoli’s worden gedraaid om uitgestelde zorg in te halen. Het sluit aan op het idee dat ze eerder in een column opperde: dokters zeven dagen per week inroosteren, in shifts van vier of vijf dagen. “Zo kun je tegemoetkomen aan de wens van dokters die parttime willen werken. We kunnen efficiënter gebruikmaken van de overhead én voor de patiënt is het beter, want de wachtlijsten worden korter. Veel patiënten zullen bovendien blij zijn met een afspraak op zaterdag in plaats van woensdagmiddag.”

Proefballon

Hoewel ze dit nog steeds een ‘interessant idee’ vindt, heeft het (voorals)nog geen navolging gekregen. “Het is makkelijk om een proefballon op te laten, maar om het verder te brengen, heb je een kartrekker voor langere tijd nodig. Ik ben meer een opstarter dan een doortrekker. Ik kan en wil ook niet alles zelf oppakken. Deed ik in mijn studententijd wel: alles was leuk én goed voor het cv. Maar door schade en schande ben ik erachter gekomen dat je beter een paar dingen goed kunt doen dan tien dingen half. Ik heb nee leren zeggen. Wat vind ik écht leuk en wat vind ik belangrijk op een bepaald moment? Ook al is dat carrièretechnisch niet altijd de beste keuze. Zo heb ik vorig jaar minder projecten opgepakt, omdat ik trainde voor een marathon in Schotland.”

Verhulst is al in opleiding. Wie zich nog in de kijker moet spelen voor een opleidingsplek kanzich dit soort keuzen mogelijk niet permitteren. “Dat promoveren voor veel plekken een onuitgesproken criterium is, vind ik jammer. Al moet ik daarbij zeggen: dat komt wel uit de mond van een dokter die niet is gepromoveerd. Maar ik geloof oprecht dat je beter per persoon kunt kijken waar de toegevoegde waarde ligt, dan jonge dokters blind een promotietraject in te sturen om te kijken hoe ver ze bereid zijn te gaan voor een opleidingsplek.”

Instagramwaardig

Vindt Verhulst dat er te veel wordt gevraagd van aankomende en jonge dokters? “Ja en nee. De druk in ons werk kan inderdaad heel hoog zijn. Maar het zit ‘m voor een deel ook in onszelf. In onze generatie. We zijn een stel strebers. We denken alles te moeten kunnen. Op professioneel vlak, maar ook privé. Op social media geven we elkaar het gevoel dat elke dag Instagramwaardig moet zijn. Dat we alles moeten kunnen, begint al bij de decentrale selectie voor de geneeskundeopleiding: op die manier selecteer je studenten die een hoger risico hebben op een burn-out.”

Zelf wordt Verhulst na het vwo afgewezen voor de decentrale selectie en uitgeloot met gemiddelde een 7.9. “Dat is demotiverend. Alsof je niet goed genoeg bent.” Na een jaar geld verdienen bij de Belastingdienst en reizen door Australië, is het lot haar wel goedgezind. De Utrechtse geniet van haar studententijd in Maastricht. De geneeskundeopleiding bevalt. Ze doet er van alles naast en leeft het studentenleven. Maar na de bachelorfase verandert er wat. “Ik vond de coschappen reuze interessant, maar voelde me heel nietig. Als ik de artsen en arts-assistenten bezig zag, dacht ik: wow, dit kan ik nooit.” Ze schrijft er columns over voor de Maastrichtse universiteitskrant Observant, waarbij ze laat zien over een vaardige, beeldende pen te beschikken. Een selectie van de columns is gebundeld, met de toepasselijke titel: Het is wit en staat in de weg. Inmiddels zit Verhulst in het derde jaar van haar opleiding tot internist en heeft ze niet meer het gevoel in de weg te staan. “Ik ben inmiddels wel gerustgesteld”, lacht ze. “Het is nu wit en wervelt in het rond. Al was het de voorbije maanden: wit in een wervelstorm.”

Als ze haar witte jas heeft uitgetrokken, nestelt Verhulst zich nog altijd graag achter haar laptop om te schrijven. Naast haar columns voor Medisch Contact volgt ze momenteel een onlinecursus verhalende journalistiek van tien weken. Haar liefde voor het geschreven (en gesproken) woord komt ook tot uiting in Dokters in Debat, een stichting die ze in 2017 opricht met collega-arts Judith Voogt. “Er worden op hoog niveau beslissingen genomen over de gezondheidszorg. Maar veel artsen zijn zo druk met hun dagelijks werk, dat ze pas wakker lijken te worden als de wetgeving vastligt en ze de gevolgen merken op de werkvloer. Dan is beleid lastig bij te sturen. Met de stichting wilden we collega’s betrekken bij het maatschappelijk debat en ze leren hun standpunten te verwoorden en onder de aandacht te brengen, zodat ze vróegtijdig invloed kunnen uitoefenen op het beleid.”

‘De dokters die op televisie komen, zijn vaak blanke mannen van middelbare leeftijd. In mijn ziekenhuis zie ik een meer divers beeld’

Tijdens de COVID-19-crisis lijkt medici dat goed af te gaan. Avond na avond nemen ze plaats aan de verschillende talkshowtafels. “Ik hoop dat we dit vasthouden”, zegt Verhulst. “De dokters die op televisie komen, doen het goed. Het valt me alleen wel op dat het vaak blanke mannen van middelbare leeftijd zijn. Kunnen die mannen niks aan doen, maar als ik in ‘mijn’ ziekenhuis om me heen kijk, zie ik een meer divers beeld.”

Dat beroepsverenigingen in deze crisis ervaren intensivisten en andere specialisten naar voren schuiven, vindt Verhulst logisch, maar in haar ogen zou in algemene zin de stem van de jonge dokter wel wat meer gehoord mogen worden. “Ik denk dat het verfrissend kan zijn om mensen die nog niet zo lang in het systeem zitten, te vragen hoe zij ertegen aankijken.”

Zelf heeft de internist in opleiding geen moeite haar mening te geven of ideeën te spuien. Dat doet ze op de werkvloer, in haar columns én op Twitter. “Vind ik een leuk medium. Vanwege de interactie met andere zorgverleners en politici die ik anders nooit zou tegenkomen. En vanwege de snelheid. Twitter is dynamisch. Tik-tak. Dat past bij mijn impulsieve karakter. Als ik ’s ochtends bedenk dat ik een nieuwe bril wil, ga ik ’s middags naar de opticien en betaal ik graag 20 euro extra om ’m direct mee te kunnen nemen.”

Ongemakkelijk

Met haar tweets weet Verhulst geregeld iets los te maken. Als ze op Twitter beschrijft hoe een patiënt aan de beademing haar hand niet wil loslaten, levert dat bijna 10.000 likes op. Het Algemeen Dagblad kopt: ‘Jonge arts Anna scoort met menselijke tweet.’ “Het is niet mijn bedoeling om te scoren”, wil ze gezegd hebben. “Ik vond het een mooi moment tijdens mijn nachtdienst. Dat wilde ik delen. Dat het dan wordt uitgelicht alsof ik een speciale dokter ben, dat vind ik dan toch ongemakkelijk, want dat is natuurlijk niet zo.”

Half april haalt Verhulst opnieuw met een tweet de landelijke media. Op weg naar een nachtdienst op de ic twittert ze vanuit de trein dat 1,5 meter afstand houden amper mogelijk is, vanwege het grote aantal passagiers met weekendtassen: ‘(…) Ik ga met liefde van huis om te zorgen. Willen jullie alsjeblieft thuisblijven, zodat ik dat kan blijven doen?’ Het regent reacties van onbekenden die haar hun auto aanbieden. “Ik had een autogarage kunnen beginnen”, lacht Verhulst, die op geen enkel aanbod ingaat. “Het was hartverwarmend, maar ten eerste: na een lange dienst vind ik het niet verantwoord om terug te rijden. En ten tweede: het was een beetje beside the point. Ik wilde het probleem aanstippen. We moeten er samen voor zorgen dat het virus onder controle blijft.”

Of dat gaat lukken? “Ik ben er beducht op. Het is een reëel scenario dat het echt weer ergens uitbreekt. Hopelijk op een niveau dat we het kunnen managen.” Dan kan Verhulst in het najaar naar Lesbos én wellicht toch nog op reis, want daar verlangt ze erg naar. “Ik zou op dit moment wel drie jaar de bergen in willen. Maar als in oktober de pleuris uitbreekt, dan help ik natuurlijk gewoon weer mee op de ic.”

Curriculum vitae

Anna Verhulst (1991) geboren in Utrecht

  • 2010-2016 opleiding geneeskunde, Universiteit Maastricht
  • 2011-2013 honours programme in international health, Universiteit Maastricht
  • 2014-2015 columnist bij Observant
  • 2015 verschijning van de bundel Het is wit en staat in de weg (tweede druk in 2017)
  • 2014-2016 algemeen bestuurslid De Geneeskundestudent, KNMG, Utrecht
  • 2015-2016 voorzitter studentenwerkgroep, Platform Medisch Leiderschap, Utrecht
  • 2016-2019 columnist bij LAD Magazine
  • 2017 anios interne geneeskunde, Meander Medisch Centrum, Amersfoort
  • 2017-2019 voorzitter en medeoprichter Stichting Dokters in Debat, Utrecht
  • 2017-heden opleiding interne geneeskunde, UMC Utrecht
  • 2017-heden aios interne geneeskunde, Meander Medisch Centrum, Amersfoort
    2018-heden lid Raad van Advies bij Medisch Contact
  • 2019-heden columnist bij Medisch Contact

Delen