Arrestant vaker ziek en verslaafd
Arrestanten in de politiecel hebben ruim anderhalf keer zo vaak een chronische ziekte als de algemene bevolking. Dit blijkt uit een publicatie van onderzoekers van de GGD-Amsterdam en het onderzoeksinstituut voor de gezondheidszorg NIVEL. Het onderzoek staat in de Journal of Forensic and Legal Medicine.
In Nederland brengen jaarlijks 40.000 mensen enige tijd door in een politiecel of de gevangenis. Arrestanten blijken vaker chronische longziekten en gewrichtsklachten, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten te hebben dan de algemene bevolking. Dit sluit aan bij eerder onderzoek in gevangenissen, waaruit blijkt dat ook gevangenen een groter risico hebben op deze ziekten. In de politiecel wordt bovendien vaker een beroep gedaan op een arts vanwege hiv of aids dan in de huisartsenpraktijk.
Forensisch artsen die medische zorg in de cel verlenen zien ook vaker andere lichamelijke aandoeningen dan huisartsen. Ze verlenen de meeste zorg vanwege diabetes mellitus, verhoogde bloeddruk, astma, scheur- en snijwonden, pijn en zwangerschap. Daarbij zien ze ook arrestanten met ernstige gezondheidsproblemen die snel een medische behandeling nodig hebben. Van de consulten in de politiecel leidde 1 procent tot onmiddellijke verwijzing naar een ziekenhuis. Vergeleken met de algemene bevolking komen chronische aandoeningen vaker voor bij arrestanten. Van de geïnterviewde arrestanten is 15 procent het afgelopen jaar opgenomen geweest in een ziekenhuis.
Arrestanten in politiecellen hebben niet alleen meer en andere ziektes dan de algemene bevolking, ze verschillen ook in hun zorggebruik. In het jaar voor arrestatie bezoeken ze minder vaak een huisarts, 28 procent heeft zelfs geen huisarts. Terwijl de huisarts juist een centrale rol kan spelen in preventie, de behandeling van chronische ziekten en verwijzingen.
Het onderzoek richt zich op de lichamelijke gezondheid van arrestanten. Voor de vergelijking met de huisartsenpraktijk is de informatie over 3232 arrestanten afgezet tegen gegevens uit de huisartspraktijken van het Landelijke Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). Daarnaast zijn interviews afgenomen bij 264 arrestanten in politiecellen in Amsterdam. De arrestanten bleken vooral jonge, laag opgeleide mannen, vaak zonder werk, alleenstaand en van niet-westerse origine. Veel van hen zijn ondervoed, roken, gebruiken drugs of overmatig alcohol. Onderzoek onder arrestanten in Londen levert een vergelijkbaar beeld op.
Het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH) maakt gebruik van gegevens uit de elektronische patiëntendossiers van deelnemende huisartsen. LINH verzamelt op continue basis gegevens over aandoeningen, aantallen contacten, verrichtingen, geneesmiddelvoorschriften en verwijzingen.