Arts en Automonteur

Huisarts Floris Poorte is 69 jaar. Hij werkt nog minimaal vijf dagen per week, en houdt te veel van zijn werk om ermee te stoppen. Poorte doet het dan ook ‘nog maar’ 19 jaar, want tot zijn vijftigste was hij automonteur. “Ik ben dé ideale kandidaat voor een interview in Arts en Auto.”

Tekst: Wout de Bruijne | Beeld: Nout Steenkamp

De landelijke rust die het gezondheidscentrum in het Friese dorpje De Westereen – 5000 zielen – op maandag rond het middaguur uitstraalt, is vermoedelijk bedrieglijk. “We hebben, samen met onze praktijk in Veenwouden, zo’n 12.000 patiënten uit de regio”, zegt Floris Poorte. Hij zegt het glimlachend en op de vriendelijke zachte toon die hij gedurende ons hele gesprek heeft.

Het lijkt karakteristiek voor de Fries. Hij laat zich niet gauw gek maken. “Ik heb ervan gedroomd om dit te bereiken en heb daarvoor een lange weg afgelegd. Toen ik hier begon, heb ik mij voorgenomen mijn leven niet te laten verzuren door wie of wat dan ook. Ik wil hier iedere dag van genieten en dat doe ik.”

Zijn route naar het beroep van huisarts was inderdaad niet de kortste. Vader en moeder Poorte hadden in Sint Annaparochie een bedrijfje waar auto’s, motoren, bromfietsen en fietsen werden gerepareerd. Oudste zoon Floris was het meest geschikt om de zaak over te nemen. “Zo ging dat in die tijd. Maar ik vond het ook heel leuk om aan motoren te sleutelen.” Poorte ging naar de lts en behaalde daarna nog diverse vakdiploma’s.

Ondertussen had hij van kinds af een fascinatie voor geneeskunde. “Ik denk dat ik, als ik niet in dit gezin geboren was, voor het beroep van huisarts was gegaan. Ik had plezier in mijn dagelijks werk, maar er bleef iets knagen.” Blijkbaar zo hard dat Poorte op den duur besloot een poging richting geneeskunde te wagen. Hij begon op zijn vijfendertigste aan de avondmavo. “Als het niet zou lukken, kon ik altijd stoppen, ik had een goede baan.”

Maar het lukte wel. “Gelukkig vond ik leren inmiddels wel leuk, want op de lts was ik als lastig jongetje bezig met van alles behalve schoolwerk en moest ik een jaar overdoen. Ik dacht toen niet aan de mavo, want dat leek me een onbereikbaar hoge opleiding.”

Ik had plezier in mijn dagelijks werk, maar er bleef iets knagen

Nadat Floris Poorte vervolgens het avond-vwo had doorlopen, lootte hij op zijn veertigste direct in voor geneeskunde in Groningen. Zijn studie betaalde de automonteur met de handel in auto’s. “Ik heb verstand van auto’s en van wat ze waard zijn. Ik begon naast mijn werk in de garage met het importeren en doorverkopen van klassieke auto’s. Daarmee kon ik mijn levensonderhoud en studie prima bekostigen.” Voordeel daarbij was wel dat zijn toenmalige vrouw en hij geen kinderen hadden en dat zij alle begrip voor zijn keuze had. Ook zij switchte op latere leeftijd en ging van een baan in het onderwijs naar een studie sociologie.

Het grote leeftijdsverschil met zijn studiegenoten ervoer Poorte niet als een probleem. “Ik ging mee met de flow, was geen buitenbeentje.” Hard lachend: “Misschien dachten ze wel: laten we maar aardig zijn voor die ouwe.” Het scheelde vast ook wel dat de Friese automonteur niet de enige ‘student op leeftijd’ in zijn jaar was; een van zijn medestudenten was vliegtuigmonteur.

Tweede praktijk

Op zijn vijftigste kon Poorte beginnen als huisarts in het Friese Veenwouden (Feanwâlden). Na verloop van tijd associeerde hij met een voormalig studiegenoot uit Groningen, een huisarts die fysiotherapeut was geweest. Na tien jaar ging Poorte zijn werkweek verdelen met een tweede praktijk in De Westereen. Hoewel de praktijken hemelsbreed nog geen zeven kilometer van elkaar liggen, waren de verschillen toch groot. De Westereen heeft een populatie met relatief veel laagopgeleiden en drugsverslaafden, in Veenwouden wonen meer hoogopgeleiden.

Tot vorig jaar was Floris Poorte ook actief bij De Dokterswacht Friesland en bij de Dokterszorg Friesland. Beide organisaties, die beogen de huisartsen in Friesland te ontlasten, hielp hij mee uitbouwen met diverse bv’s, zoals de Doktersacademie.

Zelf werkt Poorte geregeld zo’n elf uur per dag en, inclusief speciale diensten, vijf dagen per week. Hij neemt graag veel hooi op de vork, want een aantal jaar geleden liet hij zich ook nog overhalen om wedstrijdarts bij motorwedstrijden te worden. “Mijn huidige vrouw en ik bezochten als liefhebbers motorwedstrijden in binnen- en buitenland. Zij kende veel mensen in het circuit en ik vertelde hen alleen dat ik automonteur was. Dit om een ‘overdosis’ aan ‘kwalenaanbod’ te voorkomen. Overigens waren het niet de coureurs die daarmee kwamen, want die willen blijven rijden; zelfs nog, zoals ik eens meemaakte, met een afgebroken vingertop. Toen een dienstdoende arts ziek was en de wedstrijd zou worden afgelast, bood ik mij aan als arts en voor ik het wist werd ik dat blijvend. Overigens heb ik er nog geen seconde spijt van gehad, het is fantastisch om te doen.”

‘Heel goede praktijkmanager’

Een groot deel van zijn dagelijks werkplezier haalt de Friese huisarts uit het contact met zijn patiënten. “Het is uiteraard anders dan het werken met auto’s. Die praten niet, zijn niet mondig, iets wat patiënten hier de laatste jaren wél steeds meer worden. Maar ik vind dat juist prettig. Vaak kun je met humor en interesse veel, maar uiteraard niet alle, gevallen een positieve wending geven. In dit beroep kun je van een heleboel dingen ongelukkig worden. Volle spreekuren, veel visites, administratie. Maar het maakt het voor mij allemaal leuker als ik mensen beter leer kennen en zij meer worden dan die zere knie of dat ontstoken oor.” Volgens Poorte draagt ook zijn scherpe geheugen bij aan het opbouwen van een band met zijn patiënten. “Als iemand na lange tijd terugkomt in de praktijk en ik vraag hoe het nu met zijn schoonvader is, dan is de verbazing vaak groot dat ik nog weet dat we het daar een keer over hadden.”

‘Het is uiteraard anders dan het werken met auto’s. Die praten niet’

Plezier in het werk haalt de huisarts ook uit innovaties in de zorg. “Ik ga daar ondanks mijn misschien wat hogere leeftijd graag in mee. Omdat ik laat begon in dit vak, kon ik direct goed mee met de zich steeds sneller aandienende vernieuwingen. Onze praktijk loopt er graag in voorop. Het maakt het werk interessanter als je je erin verdiept. Als kind las ik graag medische nieuwtjes. Ik ben een voorstander van de hedendaagse stelling dat we een leven lang moeten blijven leren. Onlangs heb ik een opleiding gevolgd in het opleiden van physician assistants.”

Hoewel Poorte zoals veel van zijn collega’s ook niet blij wordt van de regeldruk in de zorg, laat hij dat zijn werkplezier niet beïnvloeden. “Ik doe de administratie meestal aan het eind van de dag vanaf een uur of vijf. Dan ben ik niet voor acht uur thuis, maar dat vind ik niet erg. En mijn vrouw ook niet. Zij is ook vaak laat thuis, zij werkt in de gehandicaptenzorg.”

De Friese huisarts voegt er wel aan toe dat hij daarnaast ook een ‘heel goede praktijkmanager’ heeft die hem op regelgebied veel werk uit handen neemt. “Het geeft mij meer tijd voor de patiënt en voor de andere dingen die ik leuk vind in mijn werk.”

Hoewel Poorte dus niet van ophouden wil weten, beseft hij natuurlijk wel dat dit een keer zal moeten. “Ik ben gezegend met een goede gezondheid en ik ben nog geregistreerd tot en met mijn zeventigste. Zoals het nu is denk ik me ook daarna weer te registreren, er is nog geen opvolger in beeld. Maar ik wil in ieder geval wel wat gaan afbouwen.”

Dat wil de voormalig automonteur mede omdat hij wel weer wat meer tijd voor zijn andere grote passie wil. “Ik heb thuis inmiddels een aardig wagenpark met klassiekers waaronder Matra’s en een Ford A uit 1930.

Mijn vrouw zegt dat ik die ‘meuk’ eens weg moet doen, maar ik droom er stiekem weleens van dat ik een aantal van die stilstaande oudjes toch weer aan de praat krijg.”

Floris Poorte is een van de artsen die een rol spelen in het boek Beste Praktijken van onderzoeker Wilma Wolf .

Delen