Medische rapportage: berisping voor UWV-verzekeringsarts

juridisch / Uitspraak medisch tuchtrecht

Een verzekeringsarts UWV kreeg een tuchtklacht van een financieel directeur nadat zij een medisch rapport over zijn situatie had opgesteld. Dit rapport kwam zonder zelfstandig onderzoek tot stand, was gebaseerd op onvolledige stukken en was niet voorgelegd aan de klager.

Het tuchtcollege in Amsterdam deed onlangs uitspraak over een klacht die op 28 april 2022 was ingediend tegen een verzekeringsarts UWV.  De klager, een financieel directeur, kon sinds 2012 zijn werk niet meer volledig doen. Op 18 juni 2013 bracht de verzekeringsarts een medisch rapport uit over zijn situatie. Volgens de klager was dit rapport gebaseerd op onvolledige stukken en zonder zelfstandig onderzoek. Zo had de verzekeringsarts de klager niet gesproken en vroeg zij niet naar zijn visie op haar bevindingen. Ze gebruikte informatie van de bedrijfsarts om een conclusie te trekken over zijn persoonlijk en sociaal functioneren. De klager meent dat het rapport onzorgvuldig is opgesteld.

Opvallend in deze kwestie: de verzekeringsarts heeft géén verweer gevoerd. Ze verscheen ook niet bij de openbare zitting van het tuchtcollege op 9 december 2022. Het tuchtcollege oordeelt dat de verzekeringsarts inderdaad tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Wat hoort in het rapport?

Volgens de norm van de tuchtrechters moeten uit het rapport de feiten, omstandigheden en bevindingen blijken waarop de gegevens berusten. Ook de onderzoeksmethode moet geschikt zijn om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden. Daarnaast dient het rapport een inzichtelijke en consistente uiteenzetting te bevatten over de gronden waarop de conclusies van het rapport steunen, inclusief bronvermelding. Uiteraard hoort de rapporteur binnen de grenzen van zijn deskundigheid te blijven.

De tuchtrechter toetst of het onderzoek uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de toets der kritiek kan doorstaan. En of de deskundige in redelijkheid tot zijn conclusies heeft kunnen komen.

Conclusie

Uit de medische rapportage van de verzekeringsarts blijkt dat zij de klager niet zelf heeft gezien en onderzocht. Haar conclusies zijn gebaseerd op de informatie van de bedrijfsarts. Dit acht het tuchtcollege haar kwalijk. Juist bij een deskundigheidsoordeel is het van belang dat deze onafhankelijk is. Als een redelijk handelende en een redelijk zorgvuldige verzekeringsarts had zij de klager zelf moeten zien en onderzoeken, zodat zij zijn klachten en/of beperkingen goed had kunnen beoordelen en de eventuele benutbare mogelijkheden voor de klager in kaart had kunnen brengen.

De verzekeringsarts heeft haar conclusie bovendien niet onderbouwd en motiveert in haar rapportage niet waarom er volgens haar geen benutbare mogelijkheden waren. Tel daarbij op dat de klager niet zijn visie en mening kon geven en het is duidelijk dat de medische rapportage niet voldoet aan de zorgvuldigheidseisen. De verzekeringsarts heeft in strijd gehandeld met de zorg die zij in lijn van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (artikel 47, lid 1) tegenover de klager had moeten nakomen.

Afwezig op zitting

De verzekeringsarts verscheen niet op de zitting. Hiermee heeft ze volgens het tuchtcollege niet alleen geen verantwoording afgelegd aan het tuchtcollege en aan de klager; ook kon het tuchtcollege hierdoor geen inzicht krijgen in de persoon van de verzekeringsarts.

Het tuchtcollege acht onder deze omstandigheden slechts de maatregel van een berisping passend en geboden.

Complete uitspraak

> Bekijk de complete uitspraak van het tuchtcollege Amsterdam van 20 januari 2023

Katrijn van Berkum is senior jurist, Timo van Oosterhout advocaat. Beiden werken bij VvAA Legal

Delen