Beroep onder de loep – plastisch chirurg

Plastisch chirurg Wiesje Maarse: “Het mooie van dit werk is dat het niet zo protocollair is. Je moet steeds een individueel plan bedenken.”

Tekst: Andrea Linschoten I Beeld: De Beeldredaktie/Herbert Wiggerman

 

Wiesje Maarse (33) uit Bilthoven is plastisch chirurg in het UMC Utrecht. “Ik was altijd al creatief, hield van tekenen en knutselen en met mijn handen bezig zijn. Dus ik wilde een snijdend specialisme. Tijdens een co-schap handchirurgie zag ik hoe een hand er vanbinnen uitziet en wat je met fijne chirurgie kunt bereiken; al die zenuwen en pezen, je haalt er een botje uit en je maakt kleine bloedvaatjes weer aan elkaar. Ik was er goed in en merkte dat ik een vaste hand had. Na een keuzeco-schap plastische chirurgie was mijn keuze gemaakt.”

Maarse vertelt enthousiast: “Omdat we een academisch ziekenhuis zijn, kunnen we complexe, innovatieve operaties doen. Plastische chirurgie gaat vaak om functioneel herstel, maar we houden altijd oog voor esthetiek. Zo zullen we bijvoorbeeld bij een patiënt met een ernstig beschadigd onderbeen een spier uit zijn rug halen.”

‘Het mooie van dit werk is dat het niet zo protocollair is, elke borst, elk gezicht is weer anders’

Natuurlijk is het werk niet altijd makkelijk, stelt Maarse: “Als ik een jonge vrouw na een dubbele borstamputatie opereer, komt dat best dichtbij. Maar ik kan me dan ook goed inleven in wat ze zou wensen. Het mooie van dit werk is dat het niet zo protocollair is, elke borst, elk gezicht is weer anders. Je moet steeds een individueel plan bedenken.”

Maarse heeft met veel disciplines te maken. “Bij het borstkankerteam werk ik met chirurgen, bij huidkankerpatiënten met de dermatoloog en bestralingsarts. Ook heb ik spreekuur met de trauma-arts en soms overleg ik met een neurochirurg over complexe wonden na operaties waarbij de schedel is opengemaakt.”

Verder is Maarse ook druk met lesgeven en wetenschappelijk onderzoek. Wie weet wordt ze ooit hoogleraar. “Dat kan altijd nog, eerst wil ik een heel goede chirurg worden.”

Delen