Bestuurlijke boete

Three strikes and you’re out? Of het er drie zijn is nog onduidelijk, maar in ieder geval hebben zorgbestuurders die ‘telkens’ of ‘keer op keer’ hun werk niet goed doen, hun beste tijd hebben gehad. VVD en CDA dienden een motie in om de wet zodanig aan te passen dat zulke bestuurders definitief uit bestuursfuncties in de zorg kunnen worden geweerd en een meerderheid van de Tweede Kamer steunt die.

Aan de ene kant is het logisch dat deze motie een meerderheid krijgt. Niet alleen omdat het terecht is om bestuurders die keer op keer falen definitief richting uitgang te manoeuvreren, maar ook omdat het voorstel past in de politieke traditie om op incidenten in de zorg te reageren door wet- en regelgeving aan te scherpen. Aan de andere kant is het ook een besluit dat vragen oproept. De vraag dus over hoeveel keer je als zorgbestuurder mag falen voordat je definitief de laan uitgestuurd wordt, maar ook de vraag hoe dat falen precies gedefinieerd moet worden. De onderdelen van de zorg waarop de aangenomen motie betrekking heeft – ouderenzorg, gehandicaptenzorg, jeugdzorg en GGz – zitten middenin majeure veranderingsprocessen. In zo’n proces kunnen altijd dingen fout gaan en is fout gegaan dan ook altijd fout gedaan? Die vraag is zeker relevant als de overheid halverwege het proces de spelregels verandert, zoals ze nog weleens geneigd is te doen.

Is fout gegaan ook altijd fout gedaan?

Een andere vraag is waarom ziekenhuis- en thuiszorgbestuurders buiten schot blijven. Behoren zij tot het slag bestuurders dat per definitie niet herhaaldelijk in de fout gaat, zodat de regel voor hen niet hoeft te gelden? Of wil de overheid voor falende bestuurders uit die andere sectoren een achterdeurtje openhouden zodat ze altijd nog in het ziekenhuiswereldje of in de thuiszorg aan de slag kunnen?

Delen