Betaalbaar paradijs – Nusa Lembongan

Op nog geen uur varen voor de kust van Bali ligt een piepklein eilandje: Nusa Lembongan. Daar vind je alles wat je nodig hebt voor een ultieme relaxvakantie.

Tekst: Bas van Oort | Beeld: Shutterstock

Misschien helpt de chaos van Sanur Beach, het strand bij Denpasar waarvandaan de veerboten naar Nusa vertrekken. Het lijkt wel de drukste plek van heel Bali. Toeterende auto’s, duizenden scooters en een mierenhoop van mensen die allemaal ergens anders naartoe lijken te moeten. Of anders wel de herrie op de boot, veroorzaakt door een handvol buitenboordmotoren, waardoor je drie kwartier lang helemaal niets hoort, behalve het gedreun op de golven.

Want des te groter is het contrast erna. Zodra de boot de baai van Nusa binnenvaart, daalt er een hemelse rust over iedereen neer. Het water is azuurblauw inmiddels, en zo helder dat je tot op de bodem kunt kijken. Vanuit een van de strandbarretjes klinkt heerlijk rustige muziek. En terwijl de ondergaande zon de hemel paars en oranje kleurt, meert de ferry kalm aan op een hagelwit zandstrand. Als er al een poort naar het paradijs bestaat, dan lijkt de aankomst op Nusa Lembongan er verdacht veel op.

Klik op de afbeelding voor meer foto’s

Geen auto’s

Het is geen totaal onbekende bestemming voor backpackers en wereldreizigers, Nusa is de status van onbewoond eiland al een tijd voorbij. Maar gelukkig maakt dat helemaal niet uit, want elke bezoeker op het eiland is hier met maar één doel: een zo relaxt mogelijk verblijf. Wat daar vooral bij helpt: Nusa is autovrij. Wel rijden er scootertjes en tuktuk-achtige busjes, maar de chaos van de grote Indonesische eilanden is ver te zoeken. Direct na aankomst op het strand word je met zo’n busje naar je hotel, huisje of hostel gebracht, en al tijdens die eerste rit over het eiland krijg je een goed beeld van wat Nusa te bieden heeft.

Smoothie bowls & verse vis

Die hoofdstraat ligt maar één blok achter het strand, dat via smalle steegjes is te bereiken. En waar het op straat al veelbelovend was, blijkt in het zand helemáál waarom Nusa zo relaxt is. Van ’s ochtends vroeg tot laat op de avond kun je hier terecht, eerst voor een smoothie, vers fruit of heerlijke koffie, later op de dag voor wat je maar wil: lunch, een biertje, cocktails, champagne of wat te eten. De vis op je bord is dezelfde dag nog gevangen, en naast de Indonesische keuken staat er bijna overal ook wel een goede burger of wrap op het menu. Ander groot voordeel: hoe hip of luxe de plek waar je bent er ook uitziet, het is allemaal betaalbaar en je mag overal gebruik van maken. Al bestel je slechts twee biertjes, het zwembad – vaak een infinity pool waar je thuis watertandend van droomt – krijg je er gratis bij. Of het privéstrandje.

Zelf het eiland rond

Verder naar het noorden, helemaal boven in Nusa, ligt een mangrove. Daar worden kanotochten aangeboden en kun je snorkeltrips boeken. Want ook onder water is er genoeg te zien in de Balizee. Kleurig koraal, vissen die zo uit Finding Nemo zijn komen zwemmen en als je iets verder het water op gaat – waar je wel wat meer voor betaalt – kun je zelfs snorkelen met mantaroggen. De andere kant op, naar het zuiden, is het minstens zo mooi. Ook op dat deel van het eiland barst het van de restaurantjes en fijne plekjes aan zee. De kust is er wat ruiger en rotsachtiger. Devils’ Tear is dé plek om de zonsondergang te bekijken, daar slaan de golven met veel geweld tegen de rotsen. Sunset Beach en Secret Beach, twee baaitjes in dezelfde hoek van het eiland, stellen ook niet teleur. En je komt overal makkelijk zelf. Voor vijf euro per dag huur je een scootertje waarmee je het hele eiland rond kunt.

Nog verder naar het zuiden vind je een van de grootste trekpleisters van Nusa: de Yellow Bridge. Deze grote, gele hangbrug is de toegangspoort naar Nusa Ceningan, het nóg kleinere buureiland. Wat daar te doen is? Meer van hetzelfde. Tropische schoonheid die je maar met een handjevol mensen hoeft te delen. Of die je helemaal voor jezelf hebt, met een beetje geluk.