Blik op de toekomst

Stel eens dat het boek pas was uitgevonden nadat gaming al lang en breed succesvol was geworden als vermaak voor onze kinderen (en ook aardig wat volwassenen). Wat zou dan de reactie zijn van ouders als kinderen boeken massaal omarmden? Waarschijnlijk dit: ‘Schaadt hun ogen’, ‘Slecht voor hun sociale ontwikkeling, ze komen niet meer in contact met elkaar maar zitten de hele dag op hun slaapkamer te lezen’.

Alles is een kwestie van perspectief, aldus Deborah Nas (hoogleraar strategic design for technology based innovation, TU Delft). En ons perspectief op innovaties wordt bepaald door ons referentiekader, vertelde ze tijdens het symposium Terug naar de toekomst, waarmee Zorgverzekeraars Nederland gisteren haar 25-jarig bestaan markeerde. Ook speelt angst voor innovatie een rol (‘Gaat de computer mijn baan overnemen?’) en leeftijd. ‘Alles wat na je 35ste is uitgevonden beschouw je als tegennatuurlijk’, stelde Nas. Vanuit diezelfde perspectieven werd trouwens ook aangekeken tegen eerdere innovaties als internet, schoolonderwijs, de boekdrukkunst en het schrift.

Ons perspectief op innovaties wordt bepaald door ons referentiekader

Nu wil het geval dat eHealth en artificial intelligence pas zijn uitgevonden na de ontwikkeling van gezondheidszorg op basis van intermenselijk contact. Toch zijn die ontwikkelingen niet tegen te houden, stelde Nas. Jongeren omarmen ze en dat gaat verstrekkende gevolgen hebben. Niet alleen in de spreekkamer, waar zij zich een gelijkwaardig gesprekspartner van de arts voelen. Maar ook op een next level. Een ontwikkeling als 23andMe bijvoorbeeld werpt heel nieuwe ethische vragen op. En wat te denken van de Babylon Health Check? Volgens Nas is onontkoombaar dat een dergelijke ontwikkeling In de toekomst gaat leiden tot differentiatie in de zorgpremies.

Als u nu reageert: ‘Ik moet er niet aan denken’, bent u blijkbaar boven de 35. Maar misschien moeten we er toch maar wel over nadenken. Het komt op ons af.

Delen