Blinde vlek

Precies op de plek waar de oogzenuw het netvlies verlaat, ontbreken staafjes en kegeltjes. Die locatie wordt de papil of blinde vlek genoemd. Het zou misschien beter zijn geweest om hiermee het corresponderende deel van het gezichtsveld aan te duiden, want daar manifesteert zich daadwerkelijk de blinde vlek. Wij zijn ons hiervan echter niet bewust omdat onze hersenen dit ontbrekend stukje van ons gezichtsveld invullen. 

Onze medische kennis zit vol blinde vlekken. Dokters weten dat zij niet alles weten – en nog belangrijker: ook niet alles kúnnen weten – maar hun brein is erg knap in het maskeren hiervan. Op alles wat niet verklaarbaar is, kan wel een of ander etiket worden geplakt. Daaraan ontbreekt het bepaald niet in de geneeskunde, want raadselachtige bevindingen die niet kunnen worden weggemoffeld onder termen als ‘functioneel’, ‘essentieel’ e.d. maken artsen onrustig.

Soms zou je wensen dat zo’n raadselachtige bevinding nooit aan het licht was gekomen. Helaas trof dat lot de 30-jarige Natascha. Ze kampte met moeheid en hoofdpijn. Dokters spreken dan al snel over ‘vage klachten’ en daarmee begint de ellende: op de eerste plaats ervaren patiënten hun klachten helemaal niet als vaag en op de tweede plaats kleeft aan dat woordje ‘vaag’ iets dubieus. Patiënten merken dan snel dat ze minder serieus worden genomen.

Natascha had geen bloedarmoede maar wel een te laag ferritine. In 1982 wijdde het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een artikel aan ferritine. Weinig dokters hadden toen ooit gehoord van dit eiwit dat ijzer in het lichaam opslaat. In vier decennia is ferritine echter een spil bij onderzoek naar bloedarmoede geworden. Ook goed geïnformeerde patiënten zijn hiervan op de hoogte. Bij gewillige huisartsen kunnen zij per mail of telefonisch een lab-bepaling regelen. 

‘Blinde vlekken in medische kennis vormen het ideale domein voor privéklinieken en alternatieve therapeuten’

De vage klachten van Natascha leidden direct naar zo’n beroerde blinde vlek. Een te laag ferritine zonder bloedarmoede komt namelijk in huisartspraktijken zelden of nooit voor. De verklaring is simpel: doorgaans wordt louter bij bloedarmoede het ferritine bepaald. Natascha maakte het haar huisarts wel heel lastig. Na een kuur staaltabletten steeg het Hb (hemoglobinegehalte) maar daalde het ferritine naar een nog lager niveau. Dat zou mij als huisarts bepaald niet lekker zitten.

Van de doktersassistente kreeg Natascha vooralsnog het advies om toch maar door te gaan met staaltabletten. 

Wanneer dokters met een blinde vlek in hun medische kennis worden geconfronteerd, mogen wij ervan uitgaan dat patiënten in deze situatie de nodige vragen hebben. Zo ook Natascha: is er een relatie tussen haar klachten en de laboratoriumuitslagen, wat is de reden van haar extreem lage ferritine en – vooral – wat is de behandeling hiervan?

Blinde vlekken in medische kennis vormen het ideale domein voor privéklinieken en alternatieve therapeuten. Reguliere dokters staan niet te trappelen om patiënten hiernaar toe te sturen. Maar patiënten met vage klachten voelen zich door hen wel in de steek gelaten. Inmiddels is ook in reguliere geneeskunde bekend dat ook een te laag ferritine zonder bloedarmoede moeheid en hoofdpijn kan veroorzaken. De hoop is gevestigd op een ijzerinfuus bij een particuliere kliniek…

Delen