Blinded by the Light

Het nieuws dat Menzis vanaf 2019 depressies op basis van resultaten in plaats van aantal behandelingen gaat vergoeden, zou, afgaande op de eerste reacties, weleens een lakmoesproef kunnen worden voor hoe we de zorg voor mensen met psychische aandoeningen willen organiseren.

Hoewel in de kritiek Menzis als kop van Jut fungeert, is volgens de berichtgeving sprake van overeenkomsten met 18 grote zorginstellingen, waaronder in elk geval de instellingen (Lentis, Dimence, GGZ Eindhoven en GGZ Noord-Holland Noord) die onder de vereniging Volante vallen, aanhangers van VBHC. Met andere woorden: het is een initiatief van zorgaanbieders en zorgverzekeraars, met een groot bereik. Het zal dus veel impact hebben.

De uitwerking van het plan is grotendeels onbekend. Het zal zeker meetinstrumenten betreffen die klachten, kwaliteit van leven en cliënttevredenheid meten, maar ook werd gerept over wachttijden. Verder zou Menzis ‘vergelijkingsbijeenkomsten’ houden, maar de aard daarvan is vooralsnog vaag.

Cliëntenplatform MIND reageert afgemeten positief: steun voor ‘kijken naar de uitkomsten van behandelingen’, maar zorgen over risicoselectie. Vertrekkend bestuurder Klunder van Dimence is enthousiast: ‘We leggen de resultaten van onze behandelteams al vast.’

De positieve potentie hiervan is de kern van de Zorgverzekeringswet zelf: betalen voor kwaliteit, transparantie van zorgresultaten, greep op de zorg voor overheid en cliënten.

De eerste zorg is risicoselectie: het te verwachten economische effect is dat aanbieders zullen kiezen voor cliënten waarvan verwacht mag worden dat ze snel en goed opknappen, dus lichtere, minder complexe problematiek. Menzis pareert deze kritiek door te schermen met de professionaliteit van zorgverleners die zwaardere depressies als uitdagend zien, en met hogere vergoeding voor ernstigere problematiek. Men zal ook oppassen dat er geen mensen buiten de boot vallen. Hoe dat zal gebeuren is onduidelijk. Bedenk ook dat in het recent gesloten hoofdlijnenakkoord ‘de juiste zorg op de juiste plek’ een centraal thema was. Zal dit initiatief daartoe bijdragen?

Een net zo grote zorg voor professionals is deprofessionalisering, waar Denys in zijn reactie ook op zinspeelt: inherent aan professionaliteit is de waardering voor de inspanning en expertise zelf. Een te grote nadruk op resultaten kan ertoe leiden dat er geen onderscheid meer is tussen een professional en een gewone ondernemer. Het grote verschil is de mate waarin belangeloos inherente zorgwaarden verdedigd worden. Een samenleving die dat niet begrijpt zal daar de wrange vruchten van plukken.

Het papier wordt belangrijker dan het bewustzijn

Een wat minder zichtbaar proces is de voortgaande kwantificering van kwaliteit, gevat in het citaat van Klunder: we leggen de kwaliteit vast. Ik zou zeggen: nee, dat doet u niet. Die bevindt zich onreduceerbaar in de leefwereld van de cliënt. Wat u doet is een – gebrekkig, partieel, tijdelijk – perspectief op de beleving van die cliënt vastleggen. In tijden van Ontregel de Zorg is dit een tegendraadse beweging: het papier wordt belangrijker dan het bewustzijn.

Wat valt hier nu van te zeggen? Ten eerste, dat er een zware verantwoordelijkheid rust op de partijen die zich hieraan gecommitteerd hebben, namelijk om duidelijk te maken dat er ook daadwerkelijk betaald wordt voor (betere) kwaliteit. Het is bekend: nog vorig jaar was de Algemene Rekenkamer kraakhelder over benchmarken met ROM: onmogelijk op dit moment. Dus op welke basis gaan aanbieders en verzekeraars kwaliteit vergelijken? Hoe wordt genormeerd?

Ten tweede rijst de verdenking, dat betrokken partijen, ondanks het brede debat van vorig jaar over de validiteit van benchmarking via ROM, meegaan met de VBHC-hype (zie de informatieve stukken van Rene ten Bos hierover) en zich kennelijk weinig gelegen laten liggen aan wetenschappelijke argumenten. De ggz als proeftuin voor zorgsturingsinitiatieven, net als indertijd met de selectieve eigen bijdrage. Verblind door het licht?

Vanuit de praktijk kan ik u zeggen: risicoselectie gebeurt allang, niet op basis van zorgzwaarte, maar van complexiteit en voorspelbaarheid

Ten derde rust er een nog zwaardere verantwoordelijkheid op de initiatiefnemers om risicoselectie te voorkomen. Vanuit de praktijk kan ik u zeggen: risicoselectie gebeurt allang, niet op basis van zorgzwaarte, maar van complexiteit en voorspelbaarheid. Een zware depressie: prima. Maar een zware depressie bij iemand met onzekere woonsituatie, financiële schulden, alcohol- of drugsmisbruik, persoonlijkheidsproblematiek: liever niet. Niet omdat het zwaarder is, maar omdat de uitgaven van de instelling moeilijker te voorspellen zijn. Een hogere vergoeding is onvoldoende tegenwicht. In dit verband een beroep doen op de professionaliteit van zorgverleners is zelfs als cynisch te karakteriseren: zo professioneel dat we het risico op geen uitbetaling willen aangaan?

Laat duidelijk zijn hoe gedegen de monitoring op risicoselectie zal moeten zijn bij dit initiatief: het gaat om mensen met depressies, een aandoening die persoonlijk en maatschappelijk enorme sporen achterlaat. Als dit initiatief er inderdaad toe zou leiden dat de mensen met de meest ernstige aandoeningen juist slechtere toegang tot zorg krijgen, zal dat leed, maatschappelijke schade, en mensenlevens kosten. Transparantie over kwaliteit: goed streven. Maar dan ook transparantie over de zorgplicht van de zorgverzekeraar.

Delen