Bovenaan de statusladder

Vorige week verscheen op opinieplatform ThePostOnline een column van journalist Marcel Hulspas, naar aanleiding van de Meester Kackadorisprijs. Deze anti-trofee wordt jaarlijks toegekend door de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VdtK). Dit keer waren de ongelukkigen vijf zorgverzekeraars die samenwerken met alternatieve geneeskunstenaars.

Hulspas levert harde kritiek op de VtdK, die een achterhoedegevecht zou voeren tegen iets dat in Nederland nauwelijks nog bestaat, maar sluit af met een breder statement. Kwakzalverij mag dan ‘zo goed als dood’ zijn, maar: “Daarvoor in de plaats zijn veel grotere problemen ontstaan, die een veel grotere bedreiging vormen voor onze gezondheid en gezondheidszorg.”

En Marcel Hulspas vervolgt: “Ik schat de omzet der Nederlandse kwakzalvers op nog géén procent van het bedrag dat artsen tegenwoordig frauduleus bij elkaar liegen. En die zielige centjes van de laatste kwakzalvers vallen al helemaal in het niet bij de bedragen die farmaceuten bij elkaar harken door grote groepen van de bevolking zo snel en zo lang mogelijk zo duur mogelijke medicijnen aan te smeren. Artsen, chirurgen, tandartsen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten en ga zo maar door: ze hebben een dagtaak aan het creatief boekhouden.”

Vandaar Hulspas’ advies aan de Nederlandse artsen om nou eens, in plaats van die nutteloze VtdK, een ‘agressieve vereniging’ op te richten tegen die échte misstanden in onze gezondheidszorg.

Medische professionals die dit lezen, zullen hierin al snel een nieuw bewijs zien van de eenzijdigheid en vooringenomenheid waarmee media over vooral artsen berichten. Iets soortgelijks vond recent ook hoofdredacteur Heinz Stüwe van Deutsches Ärzteblatt, een soort van Duits Medisch Contact. Ook die hekelt de ‘tendentieuze’ manier waarop in ‘de media’ dokters worden neergezet, als voor alles geldbeluste afzetters. Maar tegelijk is dit niet het hoofdonderwerp van zijn recente commentaar. Dat is namelijk de onbedreigde nummer-1 plaats die ook in 2013, blijkens een enquête onder 1570 Duitse burgers, artsen innemen op de statusladder voor beroepsgroepen. Nog net vóór verpleegkundigen en politieagenten, en met helemaal onderaan politici, televisiepresentatoren en bankiers.

Andere onderzoeken bevestigen dit beeld, en dit ook al decennia lang: het aanzien van artsen is niet stuk te krijgen. Stüwe begrijpt ook best hoe dit werkt: de meeste mensen, blijkt uit andere enquêtes, zijn met eigen hun dokter erg tevreden. En: “Das persönliche Erleben als Patient ist tausendmal nachhaltiger [duurzamer] als alle Medienberichte.”

Mij is geen heel recent onderzoek bekend over hoe die statusladder er in Nederland precies uit ziet. Maar het zou mij verbazen als dit bij ons wezenlijk zou afwijken. En hier komt nog iets bij. Over de recente verkiezingsstrijd in Duitsland schrijft Heinz Stüwe, plezierig verrast, dat daarin “keine Ärztebeschimpfung zu registrieren war.” En als dit inderdaad een trend is, dan denk ik dat ook die bij ons van kracht is – en dit al jarenlang.

Zo’n twintig, dertig jaar geleden waren de ‘hoge artseninkomens’ nog een redelijk hot media-issue, dat ook in politiek weerklank vond. Maar anno 2013 lijkt dit toch behoorlijk verstomd. De kritische aandacht van de media gaat nu veel meer uit naar de inkomens van zorgbestuurders, dan naar die van zorgprofessionals

Natuurlijk zijn er ook nu individuele stemmen van journalisten, zoals ook Marcel Hulspas bij ThePostOnline, die hard van leer trekken tegen vooral medisch specialisten en ‘Big Pharma’. Maar ze vormen intussen uitzonderingen, en bevestigen daarmee juist een patroon dat luidt: als het om hun maatschappelijk aanzien gaat, in de media en onder de burgers, dan hebben dokters ook in Nederland weinig reden tot slapeloze nachten.

Delen