Btw-voordeel door vooruit te betalen

Per 1 januari 2019 gaat het lage btw-tarief omhoog van 6 naar 9 procent. Omdat de fiscus niet zal gaan naheffen, kan het voordeel bieden om goederen en diensten die onder dit laagtarief vallen voor volgend jaar, reeds in 2018 te bestellen en te betalen.

Tekst: Martijn Reinink

 

‘Het kabinet wil ondernemers niet belasten met extra administratie bij de verhoging van het verlaagde btw-tarief van 6 naar 9 procent. Daarom zal de Belastingdienst niet gaan naheffen op in 2018 betaalde prestaties die pas in 2019 plaatsvinden.’  Deze aankondiging van staatssecretaris Snel van Financiën valt te lezen op de website van de Rijksoverheid.

Wie voor het eind van het jaar betaalt, bespaart 3 procent aan btw

En dat biedt kansen op belastingvoordeel, zeker in de zorgsector. Want onder het laagtarief vallen niet alleen voedingsmiddelen, maar bijvoorbeeld ook verband, prothesen, infusie- en dialysevloeistoffen, medische gassen, hoog-laagbedden en sommige medicijnen. “Wie dit soort inkopen voor volgend jaar alvast doet in 2018 én voor het einde van dit jaar betaalt, bespaart dus 3 procent aan btw”, zegt Ben van der Sluis, belastingadviseur van VvAA. “Voor leveranciers maakt het geen verschil of ze 6 of 9 procent btw in rekening brengen; ze moeten de btw toch afdragen aan de Belastingdienst.”

Van der Sluis wijst wel op een risico van vooruitbetalen: “Bij een faillissement van een leverancier kan zich de situatie voordoen waarin wel is betaald, maar uiteindelijk niet wordt geleverd.”

Delen