Buigen

Terechte waardering voor het artikel van Michiel van der Geest afgelopen maandag in de Volkskrant. Op basis van interviews zet hij helder uiteen hoe we er op dit moment voorstaan in de ziekenhuiswereld.

De papieren werkelijkheid van de hoofdlijnenakkoorden leidt in de praktijk tot pijn en frictie, concludeert Van der Geest. Iets wat Ad Melkert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de laatste weken ook al herhaalde malen onder de aandacht had gebracht. Eerst door extra geld voor personeel te vragen, vervolgens door de zzp’ers de schuld te geven en daarna door te proberen het hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg te reduceren tot een experiment.

‘Schrijnende gevallen’ tonen hoe we in Nederland verwend zijn met onze gezondheidszorg’

Ziekenhuisbestuurder Rob Kievit gaat in het Volkskrant-artikel nog een stapje verder door huilende tachtigplussers op te voeren. In een publieksmedium als een krant een beproefd middel om de publieke opinie aan je zijde te krijgen. Maar als ‘moeten wennen aan de dokters, de gangen en de geuren van een ander Rotterdams ziekenhuis’ wordt gekenschetst als schrijnende gevallen, wordt toch ook wel een beetje duidelijk hoe we in Nederland verwend zijn met onze gezondheidszorg. We weten immers dat die zorg overall van heel goede kwaliteit is. Ziekenhuizen ruiken allemaal naar schoonmaakmiddelen en hebben allemaal lange gangen. En die andere dokter heeft dezelfde medische kennis.

Verderop in het artikel zegt Peter Langenbach (bestuursvoorzitter Maasstad Ziekenhuis) dat het omzetplafond waarmee ziekenhuizen worden geconfronteerd een horizontale lijn is en de zorgvraag een stijgende lijn. For the record: de ziekenhuizen wisten bij het tekenen van het hoofdlijnenakkoord dat ze een proactieve rol moesten gaan spelen in het afbuigen van die stijgende lijn. Gelukkig geeft Langenbach ook aan dit te beseffen. “Anders hadden we het hoofdlijnenakkoord niet moeten tekenen”, zegt hij. Een waar woord.

Delen