Claimcultuur

Nederland versus Amerika

De hoogte van schadevergoedingen die in Nederland worden uitgekeerd na een claim tegen een arts, stijgt al jaren. Toch vallen deze bedragen nog altijd in het niet bij de vergoedingen die in de Verenigde Staten worden betaald. Wat zijn de verschillen in claimcultuur tussen beide landen? En moeten we in Nederland vrezen voor ‘Amerikaanse toestanden’?

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Tamar Smit

Een baby in Amerika liep hersenschade op bij een vaginale bevalling. Waarop de moeder een schadeclaim indiende; zij stelde dat het letsel voorkomen had kunnen worden met een keizersnede. Vorig jaar werd ze in het gelijkgesteld. De jury kwam tot een schadevergoeding van maar liefst 229 miljoen dollar. Dat is zelfs voor Amerikaanse begrippen fors, al zijn uitkeringen van meer dan 100 miljoen dollar geen uitzondering. Ter vergelijking: de hoogste schade die VvAA ooit heeft uitgekeerd in de medische aansprakelijkheid, is ruim 1,6 miljoen euro. 

Het contrast tussen die bedragen is enorm, maar of er in Amerika verhoudingsgewijs ook méér claims worden ingediend dan in Nederland, durft VvAA-jurist Claire Blaauw, expert op het gebied van gezondheidsrecht en medische aansprakelijkheid, niet met zekerheid te zeggen. “Simpelweg omdat cijfers over het aantal claims per inwoner van de VS ontbreken. Als het gaat over de claimcultuur in Amerika, dan bestaat er een beeld van patiënten die, bijgestaan door een leger van advocaten, elke vermeende fout van de arts onmiddellijk omzetten in een claim. Dat ligt wel iets genuanceerder. De zogenaamde ‘Amerikaanse toestanden’ lijken vooral te doelen op de hoogte van de uitkeringen, die uiteraard doorwerken in veel hogere verzekeringspremies die artsen daar betalen voor medische aansprakelijkheid.” 

Volgens Blaauw – die namens VvAA vorig jaar nog twee keer een congres van de MPLA (zie kader) in Amerika heeft bezocht – zijn er meerdere verklaringen voor de extreem hoge uitkeringen daar. Ten eerste stipt ze de sociale voorzieningen aan. “Hoewel in Nederland het sociale vangnet de laatste jaren is verschraald, kennen we hier nog altijd ziekengeld- en werkeloosheidsuitkeringen, de WIA, enzovoort. Deze voorzieningen zijn over het algemeen veel ruimhartiger en van een hoger niveau dan die in de VS. Daardoor valt het verlies van inkomen dat een Amerikaanse patiënt bij de arts claimt, vaak hoger uit dan in Nederland.” Datzelfde geldt voor medische kosten als gevolg van een medische fout, bestaande uit kosten voor medicatie of vervolgbehandelingen. Blaauw: “In Nederland beperkt zich dit meestal tot het eigen risico, terwijl in de VS veel medische kosten – ondanks Obamacare – voor rekening van de patiënt komen en dus worden opgeteld bij de schadesom.”

MPLA

VvAA is al jaren lid van de MPLA (Medical Professional Liability Association), een vereniging van verzekeraars van medische aansprakelijkheid in de Verenigde Staten, met een internationale afdeling. Tijdens congressen wisselen verzekeraars van over de hele wereld cijfers en kennis uit. Voor het magazine van de MPLA schreven jurist Claire Blaauw en Melchior Spies, directeur Verzekeringen bij VvAA, eerder een artikel over de Nederlandse claimcultuur. 
Te lezen via: vvaa.nl/claimcultuur.

Verder wijst de VvAA-jurist op maatschappelijke factoren die van invloed zijn op de totstandkoming van die schadesom. “Denk aan het verschil in huizenprijzen en studiekosten”, noemt ze als voorbeeld. “De studiekosten komen in de VS al snel op een jaarbedrag van 100.000 dollar. Wanneer een patiënt als gevolg van een medische fout achteropraakt in zijn studie of deze moet staken, dan worden die kosten meegenomen. En als een patiënt moet verhuizen naar een aangepaste woning, dan wegen ook die kosten mee in het berekenen van de hoogte van de schadevergoeding. Vooral in Californië, New York en Illinois zijn de huizenprijzen torenhoog.”

Zowel in Nederland als in de Amerika is ook de vergoeding van immateriële schade, het smartengeld, bepalend voor de totale hoogte van de schadevergoeding. “In de VS verschilt het per staat tot welk maximum deze vergoeding kan worden opgelegd”, weet Blaauw. “Maar over het algemeen zijn die bedragen hoger dan in Nederland. En daarbij kennen ze in de VS nog een schadecomponent die we hier niet kennen: de ‘punitive damages’. Een soort civielrechtelijke boete die kan worden opgelegd aan de schadeveroorzakende partij, bovenop de schadevergoeding, bedoeld als compensatie, preventie of voorbeeldstelling.”  

Third party 

Iets anders wat we hier (bijna) niet kennen en waar ze in de USA wél mee te maken hebben, is het fenomeen ‘third party funding’. Blaauw legt uit: “Dit houdt in dat een derde partij de patiënt aanbiedt om bij te dragen aan de kosten van procesvoering onder de voorwaarde dat een percentage van de opbrengst (de schadevergoeding die wordt uitgekeerd, red.) aan deze partij wordt betaald. Zo’n ‘third party’ ziet een claim als investering en zal dus aandringen op het betalen van het maximale resultaat.”

Dat laatste vindt in de VS veel vaker dan in Nederland plaats ‘in court’. “Er is een groot verschil in het aantal claims dat in een civiele procedure bij de rechter eindigt”, bevestigt Blaauw. “Uit cijfers van VvAA blijkt dat ongeveer 4 procent van de medische aansprakelijkstellingen bij de rechter wordt gebracht, tegenover ongeveer 22 procent in de VS.” Volgens haar ligt het niet in de lijn der verwachting dat in Nederland in de toekomst meer claims bij de rechter zullen eindigen. “Met de komst van de Wkkgz is er voor de patiënt juist een laagdrempelig alternatief gekomen voor de gang naar de verzekeraar of de rechter: de procedure bij de Geschillencommissie. Deze is bevoegd om schade toe te kennen tot 25.000 euro. De beslissing van deze commissie is bindend en indien een patiënt het niet eens is met de beslissing, staat er in beginsel geen rechtsgang meer open.”

‘Een third party ziet een claim als investering; wil het maximale resultaat’

Een andere verklaring voor het geringer aantal claims dat in Nederland bij de rechter eindigt, ziet de jurist in de Gedragscode Openheid Medische Incidenten (GOMA). “VvAA heeft zich met twee andere grote aansprakelijkheidsverzekeraars gecommitteerd aan deze gedragscode”, licht Blaauw toe. “Hierin staan aanbevelingen hoe partijen dienen om te gaan bij verschil van mening over de aansprakelijkheid. Bestaat er verschil van inzicht op medisch gebied, dan wordt aanbevolen de kwestie op verzoek van beide partijen voor te leggen aan een deskundige, wiens oordeel bindend is. Dit deskundigenonderzoek is in verreweg de meeste gevallen het eindstation zonder dat er een rechter aan te pas komt, terwijl in de VS de deskundige eerder als getuige in de rechterlijke procedure wordt gehoord. En mocht het tot een rechtszaak komen, dan oordeelt in ons rechtssysteem natuurlijk niet een jury, maar de rechter over de verwijtbaarheid van het handelen van de arts.”

De Nederlandse vormen van geschillenbeslechting, de gedragscodes en andere factoren die jurist Blaauw eerder noemde, lijken er tezamen voor te zorgen dat ‘Amerikaanse toestanden’ ver van ons bed blijven. Al is een Amerikaans fenomeen als ’ambulance chasing’ bijvoorbeeld wel naar Australië over-

gewaaid. “Hierbij rijden letselschade-advocaten letterlijk achter de ambulance aan om vervolgens hun visitekaartje aan de patiënt te geven om hun diensten aan te bieden”, vertelt Blaauw. Of de kans bestaat dat we dit ook in Nederland gaan zien? “Dat denk ik niet, al is dat natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. Bij het Erasmus MC is onlangs wel een groot reclamebord van een letselschade-advocaat verschenen.” 
Meer over de Amerikaanse claimcultuur: vvaa.nl/claimcultuur

Op voorhand schikken

Wanneer een patiënt een claim indient, heeft dat vaak een enorme impact op de arts. Recent omschreef een huisarts in Arts en Auto het traject dat hij na een claim moest doorlopen als ‘heel zwaar en emotioneel’. Voor Amerikaanse artsen is dit traject misschien nog wel zwaarder. Blaauw: “Als het al voor de rechter komt, dan is het proces in Nederland vooral gericht op het overtuigen van de rechter op basis van de wet. Eventuele getuigen worden door de rechter verhoord. In de VS zijn de advocaten degenen die de getuigen verhoren en dat kan sensationele taferelen opleveren. De arts wordt meestal door beide partijen als getuige opgeroepen, wat een grondige voorbereiding vergt. Veelal bestaat deze ook uit het nabootsen van het proces, een zogenaamde mock trial, om te zien waar de risico’s liggen. Veel artsen ervaren dit als een loodzwaar traject. Daar komt nog bij dat de arts zijn agenda enkele weken moet vrijmaken; collega’s moeten het werk opvangen en ook dat levert stress op. En dan vindt het proces soms ook nog plaats in een andere staat ver van huis. Dit alles leidt ertoe dat Amerikaanse artsen vaak op voorhand een schikking aanbieden, waardoor de rechtszaak met al deze bezwaren, vermeden kan worden.” 

Delen