Coming-out… again

‘Pap, mam, ik moet jullie iets vertellen.’
‘Maar dat wisten we toch al lang lieverd.’
‘Maar…zijn jullie nu niet teleurgesteld?’
‘Natuurlijk niet, het gaat erom dat jij gelukkig bent!’

Dit gesprek heb ik twee keer gevoerd. De eerste keer was toen ik een jaar of 17 was. De tweede keer was een stuk later, tijdens mijn studie geneeskunde, en ook dat ging over dat ik gelukkiger werd van iets wat niet aan ‘de norm’ voldeed.

Met een groot gevoel van herkenning heb ik dan ook geluisterd naar de podcast van KoffieCo: Arts, of toch niet? Ik herkende me vooral in het gesprek met Wessel en Bas. Hoe Bas beschrijft wat hij voelde toen hij besefte dat het artsenvak niets voor hem was is treffend. Angst. Angst om mensen te vertellen dat je iets anders wil dan ‘gepland’. Angst voor de reacties van vrienden en familie. Het gevoel dat je je moet verantwoorden voor een keuze waarvan je weet dat het je gelukkiger gaat maken en de interne worsteling die hieraan voorafgaat. Het klinkt niet alleen als een coming-out, het voelt ook zo.

Twee weken later, dezelfde podcast, dit keer met Tom van ’t Hek. Na een paar jaar als huisarts te hebben gewerkt besluit hij een andere richting op te gaan. Geen makkelijke beslissing. Hij benoemt onder andere de teleurstelling in jezelf en sociale druk van mede-geneeskundigen. Je hebt zo lang gewerkt om op een punt te komen, en dan wil je wat anders.

‘Ik kwam er tijdens mijn coschappen achter dat het werken als arts in de kliniek me niet gelukkig ging maken’

Ik kwam er tijdens mijn coschappen achter dat het werken als arts in de kliniek me niet gelukkig ging maken. Ik ben toen een PhD gaan doen omdat dat goed zou staan op mijn cv als ik later zou solliciteren voor een opleiding, hoewel ik eigenlijk al wel wist dat die sollicitatie er nooit zou gaan komen. Tijdens mijn PhD-traject kwam ik er, niet geheel verrassend, achter dat ik de kliniek helemaal niet miste. Ik keek niet meer op de klok hoe de dag voorbijkroop en kwam na mezelf jarenlang door mijn coschappen heen te hebben geworsteld eindelijk weer vrolijk thuis. Om de volgende dag ook weer met plezier naar het werk te gaan.

Voor mezelf was ik er dus wel uit en gelukkig begreep mijn familie me ook deze keer heel goed en kreeg ik alleen maar positieve reacties. Onder collega’s was dat wel anders. Als mensen me vragen wat ik hierna wil gaan doen, antwoord ik steevast dat ik het niet weet, omdat uitleggen dat je niet als dokter wil werken moeilijk begrepen wordt. ‘Huh maar je bent toch dokter?’ ‘Dat is ook zonde van al die jaren opleiding.’

Maar zo zwart-wit is het niet. Tijdens de opleiding geneeskunde leer je bepaalde vaardigheden die van pas komen bij het beroep van arts, maar er zijn zo veel meer dingen die je kan doen. Er zijn zo veel meer keuzes waarbij diezelfde vaardigheden van pas komen. De lange weg die je aflegt is nooit voor niets. Beseffen dat iets waarvoor je hebt gekozen niet bij je past doet pijn, maar is een van de belangrijkste stappen in het proces dat uiteindelijk leidt tot iets wat je wel gelukkig maakt.

Ik denk dat we af moeten van het idee dat geneeskunde een beroepsopleiding is die opleidt tot arts. En met we bedoel ik de maatschappij, maar vooral ook wij geneeskundigen zelf, zodat coassistenten en jonge dokters durven te praten over hun twijfels, en vooral zonder angst om teleur te stellen de keus durven te maken waar ze écht gelukkig van worden.

Delen