Communicatie

spiegel / 'De vriend heeft ziekte en behandeling overleefd'

Beeld Eva Posthuma de Boer

Clairy Polak (1956) is journalist en radio- en televisiepresentator. Ze is vooral bekend van diverse actualiteitenprogramma’s. Afgelopen jaar debuteerde ze met de roman Voorbij, voorbij, waarin ze verslag doet van de ingrijpende uitwerking van alzheimer op een huwelijk.  

Ik behoor tot de gelukkigen die tot op heden zo gezond bleven, dat ze alleen in contact komen met medici als mantelzorger van een goede vriend of vriendin. 

‘Nou’, zei de specialist toen zo’n vriend hem een hele waslijst met lichamelijke klachten had voorgelegd, ‘ik ben niet ontevreden’. Kijk, daar heb je wat aan, daar kun je weer een hele week op teren en dat is nodig ook, want veel voedsel gaat er niet meer in als je slokdarmkanker hebt.

Ik wil het met u hebben over communicatie. Vooral daar waar verschillende medici hun specialistische kennis op de patiënt loslaten. Bovenstaande is een voorbeeld dat ik graag mag aanhalen. Na vijf weken van gecombineerde bestralingen en chemotherapie werd de net geslepen messenset die mijn vriend bij ieder slokje astronautenvoeding door zijn slokdarm voelde gaan, ondragelijk. Hij viel zo snel af, dat werd besloten tot het plaatsen van een neussonde, waarmee het vloeibare voedsel druppelsgewijs rechtstreeks in de dunne darm werd gepompt.

Ik bespaar u het verhaal over hoe het mogelijk is dat er op dinsdag met spoed een sonde werd geplaatst en de bijbehorende voeding pas vrijdag werd geleverd. Een communicatiefoutje tussen verschillende afdelingen van het ziekenhuis. Na menige hapering en verstopping, raakte de sonde op een vrijdagavond definitief verstopt. Ondanks de inspanningen van een bevriende arts, die zich met ijzerdraad een weg probeerde te banen door de blijkbaar aangekoekte voeding en met de bijgeleverde doorspoelspuiten de boel vacuüm trachtte te trekken om aldus de losgebikte deeltjes uit de sonde te krijgen, bleef de slang verstopt en mijn vriend dus verstoken van eten. 


De dienstdoende arts keek naar me met verbaasde ergernis


Zaterdagmorgen naar de eerste hulp waar men, eveneens na langdurig en vergeefs gepruts, besloot dat er dan maar een nieuwe sonde moest worden geplaatst. Die twee dagen later op een avond letterlijk van de dunne darm los werd gehoest, waardoor een gedeelte naar bovenkwam en zich liefdevol rond de tong van de vriend wond, hetgeen hem bijna deed stikken. Na telefonisch overleg en veel spraakverwarring met wederom de eerste hulp, heeft onze bevriende arts hem er toen maar uitgetrokken. 

Terug in het ziekenhuis werd er opnieuw aanstalten gemaakt om een nieuwe sonde te plaatsen. Op mijn vraag of dat eigenlijk nog nodig was, aangezien de bestraling inmiddels enige tijd achter de rug was en mogelijk effectief zou kunnen zijn geweest, keek de dienstdoende arts me met verbaasde ergernis aan. “Misschien zou het handig zijn even telefonisch overleg te plegen met de radioloog en de diëtiste?”, opperde ik. Weer die blik. Maar het telefoontje werd gepleegd en gedrieën werd geconstateerd dat de neussonde en deze patiënt geen gelukkige combinatie vormden en hij het inmiddels best zonder kunstmatige voeding kon stellen. De vriend heeft ziekte en behandeling overleefd.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor. Eerdere afleveringen vindt u hier.

Delen