Compensatieregelingen in tijden van COVID-19

De ontwikkelingen rond COVID-19 nopen tot veranderingen in de zorg. Gelukkig staan daar in een aantal gevallen financiële vergoedingen en flexibiliteit tegenover. Zo zijn er nu vergoedingen voor de extra kosten van huisartsen(posten) en voor maatwerk en innovatie. Ook is er een coulanceregeling voor (her)registratie van profielartsen en specialisten.

Tekst: Katrijn van Berkum en Timo van Oosterhout

NZA verwerkt afspraken huisartsen in regelgeving

De COVID-19 uitbraak vraagt veel van alle zorgprofessionals. Zeker ook van de huisartsen die daardoor onder grote druk staan. Het is van groot belang dat zij hun zorg kunnen blijven leveren. Daarom hebben een aantal huisartsorganisaties en de Zorgverzekeraars Nederland (ZN) afspraken gemaakt zodat huisartsen alle aandacht aan hun patiënten kunnen blijven geven. 

De NZa verwerkt deze afspraken nu in de NZa regelgeving (Kortgezegd zien de gemaakte afspraken onder meer toe op de volgende punten:

Regelingen voor huisartsenpraktijken

De huisartsenpraktijken hebben om goede zorg te kunnen leveren gedu-
rende de COVID-19-uitbraak, te kampen met meerkosten en een omzet-

derving. Zij hebben aanvullende beschermingsmiddelen nodig en moeten hun praktijkvoering aanpassen om mogelijke coronapatiënten te scheiden van andere patiënten. Daarnaast blijven ook patiënten thuis, wat van invloed is op de inkomsten. Daarom ontvangen de huisartsenpraktijken in het tweede kwartaal van 2020 een opslag van
€ 10,- per ingeschreven patiënt. Verder mag de huisarts voor visites aan huis bij patiënten die (mogelijk) besmet zijn met het coronavirus de prestatie ‘visite intensieve zorg’ in rekening brengen. 

Regeling voor ANW-zorg binnen huisartsenposten

Door de COVID-19-uitbraak hebben huisartsenposten extra kosten en minder inkomsten in de ANW-uren. Hierdoor kan het normale maximale budget niet meer toereikend zijn. Een verzoek voor een tussentijds aangepast budget voor vergoeding van de aanvullende kosten kan door de huisartsenposten en zorgverzekeraars gezamenlijk worden ingediend bij de NZa. Als voorwaarde voor vergoeding van deze aanvullende kosten geldt dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders dit samen overeenkomen.  

Daarnaast kan extra huisartsencapaciteit in de ANW nodig zijn. Hiervoor kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars een opslag overeenkomen van € 15,- bovenop het reguliere ANW-uurtarief. Deze maatregel geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020. 

Regeling voor extra locaties

Voor de huisartsenzorg overdag zijn door de COVID-19-uitbraak extra locaties ingericht voor patiënten die mogelijk besmet zijn met het virus. Veelal is dit georganiseerd vanuit de huisartsenpost of een regionaal samenwerkingsverband. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben afgesproken dat deze aanvullende kosten onder voorwaarden vergoed worden op basis van een regionale afspraak in ROAZ-verband. Wordt de zorg overdag geleverd vanuit een huisartsenpost of een regionaal samenwerkingsverband, dan wordt voor patiëntencontact een passantentarief in rekening gebracht. Bij de extra locaties die sommige huisartsenpraktijken hebben ingericht, kan het passantentarief in rekening worden gebracht als de patiënt noodzakelijkerwijs wordt gezien door een andere arts dan de eigen huisarts. Voor zorg aan ingeschreven patiënten geldt declaratie van reguliere consulten. 

Door de omzetting van de afspraken in deze regeling, kunnen de huisartsen zich nu volledig richten op het verlenen van zorg zodat de continuïteit van hun bedrijfsvoering geen reden tot zorg is.

Herregistratie profielartsenen specialisten

De Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS)  komt alle profielartsen en specialisten tegemoet met een nieuwe regeling bij de herregistratie om hen zo min mogelijk te belasten tijdens de coronacrisis. Dit blijkt uit het nieuwsbericht van de RGS d.d. 8 april 2020. 

Als eerste worden alle specialisten en profielartsen (van wie de registratie eindigt tussen 1 maart 2020 en 1 januari 2021) niet uitgeschreven uit het register. Zij blijven tot 1 januari 2021 ingeschreven. Wel zal de RGS de artsen om wie het gaat aanschrijven; als zij dat willen kunnen ze een aanvraag indienen. 

Ten tweede past de RGS een coulanceregeling toe voor de specialisten en profielartsen van wie de inschrijving eindigt tussen 1 maart 2020 en 1 januari 2021. Het gaat om een coulanceregeling van 10 procent op de eisen voor herregistratie. De coulance geldt voor de te werken uren, de te behalen scholing en ICT-punten (deskundigheidsbevordering) in de voorafgaande vijf jaren. De nieuwe registratietermijn blijft hetzelfde en deze gaat in aansluitend op de oorspronkelijke expiratietermijn. De coulanceregeling geldt ook voor de evaluatie van het individueel functioneren (EIF) en externe kwaliteitsevaluatie. Voor de EIF of externe kwaliteitsevaluatie die gepland stond voor specialisten of profielartsen tussen 1 maart 2020 en januari 2021, maar die niet plaats kan vinden, geldt dispensatie.  Afhankelijk van hoe de coronacrisis zich ontwikkelt, kan de RGS gedurende het jaar besluiten over een eventuele verlenging van de regeling. De regeling van de RGS sluit aan op de tegemoetkoming van VWS voor herregistratie van basisartsen en de overige artikel 3-beroepen in het BIG-register.
Meer informatie: knmg.nl

Facultatieve prestatie voor maatwerk en innovatie

Door de COVID-pandemie is de zorg in een aantal gevallen anders georganiseerd. Bovendien zijn er nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan. Deze innovatieve ‘maatwerk’-zorg past niet altijd binnen de bestaande systematiek van prestaties en vergoedingen. 

De NZa heeft onlangs in een brief aan het ministerie van VWS aangegeven voor de toekomst meer maatwerk en innovatie te willen stimuleren door een facultatieve prestatie in het leven te roepen. Op die manier kan deze zorg door afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars wel vergoed worden. Het biedt flexibiliteit die binnen de kaders van de vaste dbc’s niet mogelijk is. Bovendien wil de NZa via de inzet van deze facultatieve prestatie de juiste zorg op de juiste plek stimuleren. Deze flexibiliteit leidt naar verwachting tot een betere zorg voor de patiënt.

De NZa ziet deze facultatieve prestatie in de medisch-specialistische zorg als opmaat naar een domeinoverstijgende facultatieve prestatie. Hierdoor ontstaat er meer ruimte om zorg over de schotten heen te organiseren en te betalen. Het betreft een aanvullende mogelijkheid voor lokaal maatwerk naast de reguliere bekostiging. Bovendien geldt er een contractvereiste tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder. Om de facultatieve prestatie in te voeren, is een aanwijzing van het ministerie van VWS nodig. nza/actueel/nieuws

Delen