Constructieve gesprekken over uitstel financiële jaarverantwoording

VvAA en andere dienstverleners zijn voorzichtig positief gestemd na diverse gesprekken met VWS, NZa en IGJ over een oplossing voor de ‘onhaalbare termijn’ waarbinnen zij jaarrekeningen moeten opstellen, zodat zorgaanbieders kunnen voldoen aan de nieuwe jaarverantwoordingsplicht. 

Beroepsorganisaties van eerstelijnszorgaanbieders (verenigd in de Eerstelijnscoalitie) hebben lange tijd geageerd tegen de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), omdat de verantwoordingsplicht het doel (zorgfraude bestrijden) voorbijschiet en extra regeldruk met zich meebrengt. Toch is de wet per 1 januari in werking getreden. Vanaf 2023 moeten ook alle Wmg-zorgaanbieders in de eerste lijn onder meer elk jaar vóór 1 juni hun jaarcijfers over het voorafgaande kalenderjaar aanleveren. Dit heeft ook consequenties voor accountants- en administratiekantoren met klanten in de zorg. Zij moeten vóór 1 juni alle jaarrekeningen opstellen, anders beschikken zorgaanbieders niet over valide cijfers. “Onhaalbaar om voor zoveel zorgaanbieders in zo’n korte tijd een jaarrekening op te maken”, zei VvAA-adviseur Erik van Dam eerder al in Arts en Auto. “Niet alleen voor VvAA, maar voor alle dienstverleners in zorg.”

Besef geland

De afgelopen maanden hebben VvAA en accountancykantoren van helder en AGZ samen met de beroepsorganisatie van accountants (NBA) meerdere gesprekken gevoerd met VWS, NZa en IGJ. Daarnaast hebben VvAA en van helder een alliantie gevormd met zo’n twintig andere in zorg gespecialiseerde kantoren die dezelfde problemen voorzien. “Het waren constructieve gesprekken. We zijn voorzichtig positief gestemd”, zegt Van Dam. “Het besef dat deze korte termijn van vijf maanden grote ­problemen op gaat leveren, is inmiddels zeker geland in Den Haag. Er wordt met elkaar opbouwend gekeken naar een oplossing  voor de nieuwe groep jaarverantwoordingsplichtigen. De Wtza is er, daar kunnen we op dit moment niets aan doen. Daarom focussen we nu op wat er ­mogelijk is binnen het handhavingsbeleid. Alle partijen hebben de ambitie uitgesproken voor oktober meer duidelijkheid te kunnen verschaffen.”

Den Haag buigt zich over aanpak schijnzelfstandigheid

Uiterlijk 1 januari 2025 wil het kabinet het handhavingsmoratorium opheffen. Dat is een van de stappen om de problemen rond schijnzelfstandigheid aan te pakken en de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken, zo gaven minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en staatssecretaris Van Rij ­(Fiscaliteit en Belastingdienst) voor het zomerreces in een kamerbrief aan. Verder wil het kabinet zorgen voor ‘een gelijker speelveld in het arbeidsrecht en in de fiscale behandeling, en meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer of als zelfstandige’. Over de concrete invulling daarvan is nog weinig bekend. In het najaar wordt een voortgangsbrief verwacht.

Voor duiding van deze ontwikkelingen: artsenauto.nl/aanpak-schijnzelfstandigheid

Delen