Coronavirus anders bekeken

Ik houd van zand. Na een mooie stranddag in binnen- of buitenland neem ik als herinnering vaak wat zand mee naar huis. Zolang individuele korrels met het blote oog zichtbaar zijn spreekt men over zand. Deze typering bevalt mij beter dan de omschrijving dat ‘zandkorrels tussen de 63 micrometer (µm) en 2 millimeter (mm) groot’ zijn. Het nieuwe begrip anderhalvemetersamenleving toont wederom aan dat een meter bij uitstek de menselijke maat is. Alles in ons huis is afgestemd op een lichaamslengte tussen de anderhalf en twee meter. De grootte van zandkorrels vormt de ondergrens van ons beperkte universum.

In The secrets of sand – mijn ‘zand-bijbel’ – staat een foto van ‘een mysterieus micro-organisme’ dat mij sterk doet denken aan een coronavirus. Het is aangetroffen tussen Corsicaans zand. De Engelse dichter en kunstenaar William Blake (1757-1827) schreef dat je in een korrel zand een wereld kunt zien. De Poolse Nobelprijswinnares Wisława Szymborska (1923-2012) verwoordt in haar gedicht Uitzicht met zandkorrel, hoezeer deze wereld echter verschilt van de onze. In het prozagedicht De strandkei – opgenomen in de bundel Namens de dingen – doet de Franse dichter en schrijver Francis Ponge (1899-1988) een poging om beide werelden met elkaar te verbinden.

Hoe moeten wij ons het universum van dat mysterieuze micro-organisme voorstellen? Misschien lukt het met een gedachtenexperiment. U bevindt zich in een kamer, pakt een liniaal en concentreert zich op de lengte van 1 millimeter oftewel 1/1000ste meter. In uw verbeelding wordt dit kleine stukje van 1 millimeter nu de deuropening van een micro-universum, waarin u – net als in de ruimte waar u deze woorden leest – kunt rondwandelen. Wat in ónze zichtbare wereld 1 millimeter voorstelt, is nu in het micro-universum 1/1000ste millimeter oftewel 1 µm geworden. Menselijke cellen hebben een diameter van gemiddeld 15 µm en zijn dus duidelijk zichtbaar. De meeste bacteriën zijn echter met een gemiddelde lengte van circa 1-5 µm aanzienlijk kleiner. De strepto- en stafylokokken zijn net als het mysterieuze micro-organisme op de foto bolvormig.

‘De bol is het meest uniforme van alle vaste lichamen’

Om tenslotte toegang de krijgen tot de wereld van virussen moeten we het gedachtenexperiment nogmaals herhalen: 1 µm wordt nu dus de nieuwe breedte van de deuropening, waardoor we het virusdomein betreden. En zoals u in de zichtbare wereld op een liniaal naar 1 millimeter kijkt, zijn we nu beland in een universum waarvan 1/1000stee µm oftewel 1 nanometer (nm) als het ware de grootte van een zandkorrel is. Het kleine parvovirus B19, dat bij kinderen ‘de vijfde ziekte’ veroorzaakt, is 18-26 nm groot; de verwekker van de koortslip, het herpes simplex virus, meet 120 nm. De diameter van het coronavirus bedraagt 60-140 nm. De aanduiding FFP1, FFP2 en FFP3 (FFP staat voor) bij mondneusmaskers geeft aan dat deze het vermogen hebben om resp. 80, 94 en 99,95 procent van deeltjes met een diameter van 300 nanometer of groter te stoppen.

Enkele duizenden virussoorten zijn al geïdentificeerd, maar dat is slechts een fractie van het totale aantal soorten. De virusgids (2016) van Marilyn J. Roossinck laat zien dat niet alleen het coronavirus, maar ook veel andere soorten bolvormig zijn. Deze bolvorm lijkt universeel voor te komen: in onze zichtbare wereld, maar ook in de wereld van bacteriën.

Het mysterieuze micro-organisme in The secrets of sand brengt ons bij Kunstformen der Natur’ (1924), een klassiek geworden werk van de Duitse arts, bioloog en filosoof Ernst Haeckel (1834-1919); een aantal – door hem getekende – afbeeldingen van zeeorganismen doet qua vorm sterk denken aan het coronavirus.

300

In Het boek van de denkbeeldige wezen wijdt de Argentijnse dichter, essayist en schrijver Jorge Luis Borges (1899-1986), die overigens een bekend verhaal met als titel Het boek van zand heeft geschreven, een hoofdstuk aan Bolvormige dieren: “De bol is het meest uniforme van alle vaste lichamen, daar alle punten van zijn oppervlakte op gelijke afstand van het middelpunt liggen.” Hij verwijst vervolgens naar Plato. Volgens deze filosoof uit de Griekse Oudheid zijn alle planeten – inclusief de Aarde – en sterren levende wezens die uit ongeordende materie zijn ontstaan. De zogenaamde ‘demiurg’ – de bouwer van het heelal – koos bewust voor een stabiele vorm en dat werd… de bol! Dankzij de elektronenmicroscoop weten wij dat dit ontwerp tot in de kleinste details is uitgevoerd.

Delen