COVID-19 en de intensive care

Het kan niemand ontgaan zijn, zoals we in het Frans zeggen: ‘On est dans la merde’ of in het Engels: ‘Houston, we have a problem’. COVID-19 is nu voor iedereen voelbaar. Ik wil nu in deze blog geen wetenschappelijke verhandeling houden over COVID-19, maar om heel veel redenen is het niet een gewone griep.

Als hoofd van een IC-afdeling en intensivist heb ik er natuurlijk nog veel meer mee te maken dan de gemiddelde Nederlander. Iedereen heeft het nu over de intensive care en het aantal ziekenhuisbedden in Nederland staat opeens op de agenda. Het besef dat er in Nederland relatief weinig IC-bedden zijn dringt nu overal door. Ook weten we weer wat beter waar het in de zorg om draait: de professionals aan het bed van de patiënt.

In de afgelopen weken had ik veelvuldig contact met vooral Italiaanse collega’s, naast Chinese collega’s, die je dankzij de congressen en de Europese IC-vereniging goed kent en zij deelden al hun ervaringen en informatie. Zo weet je precies voordat de eerste patiënt arriveert wat je te wachten staat en hebben we tijd voor de voorbereidingen. We kunnen al hun informatie gebruiken om te bepalen hoe wij de COVID-19-patiënten het beste kunnen behandelen. En daarnaast kijk je naar alle beschikbare websites die waardevolle informatie met ons delen.

Het is werkelijk zo fantastisch om te midden van deze mensen te mogen werken

Je hebt met veel dingen te maken. In de eerste plaats ontmoet je een enorme solidariteit onder alle medewerkers, artsen en verpleegkundigen voorop. En ook de collega’s van de logistiek denken en helpen mee, naast vele andere collega’s. Het is werkelijk zo fantastisch om te midden van deze mensen te mogen werken. Ook loont het dat wij gewend zijn aan korte lijntjes, dat je je collega’s goed kent en al langer samenwerkt. In mijn ziekenhuis hebben we bovendien het voordeel dat we al wat rampen hebben meegemaakt: van de Volendambrand, Turkish Airlines, brand op de OK en de watersnoodramp met een ondergelopen ziekenhuis. Ervaring die zich nu uitbetaalt.

Je hebt echter ook te maken met de angsten en onzekerheden die iedere werknemer kan hebben, net als alle burgers, nu er zo’n onbekende ziekte op ons afkomt. Natuurlijk denkt ook iedereen aan de extra risico’s die hij/zij nu zelf loopt bij de behandeling van patiënten. Wij staan tenslotte aan de frontlinie.

Heel moeilijk is het om die risico’s in het juiste perspectief te zien. We zien in filmpjes hoe Chinese en Italiaanse collega’s in ‘astronautenpakken’ rondlopen te midden van patiënten, terwijl onze uitrusting veel beperkter is – overigens op goede gronden. Maar er blijft natuurlijk een bepaalde mate van onzekerheid, omdat niet alles precies bekend is. En moet de collega met suikerziekte of de oudere mannelijke collega met overgewicht wel werken te midden van COVID-19-patiënten, wetende dat het overlijdensrisico bij hen verhoogd is wanneer ze de aandoening krijgen? ‘Deskundigen’ zijn helemaal niet zo deskundig op dit moment, want er zijn gewoon nog onvoldoende gegevens en er blijft voorlopig heel veel onbekend.

Natuurlijk denkt ook iedereen aan de extra risico’s die hij/zij nu zelf loopt bij de behandeling van patiënten

Daarnaast moeten we opeens ook met schaarste werken: te weinig slangen voor de beademing, een dreigend tekort aan beschermende mondkapjes, beschermbrillen en nog meer van dat. We hebben al te weinig medewerkers, wat als er ook nog veel van ons COVID-19 krijgen en niet kunnen werken?

Ik moet ook veel denken aan de mensen, de patiënten die op een wachtlijst staan voor een behandeling en nu nog langer moeten wachten in onzekerheid, aan de mensen, patiënten die midden in een behandeling zitten en die extra risico’s lopen bij het oplopen van COVID-19. O, wat is dat extra zwaar als je nu midden in een chemotherapie schema zit.

Alleen zij weten en voelen echt hoe verschrikkelijk zwaar dat is. En vergeet hun omgeving van dierbaren niet die onmacht, onzekerheid en angst allemaal tegelijk moeten doorstaan.

Informatievoorziening aan medewerkers is belangrijk en daarom sturen we een dagelijkse nieuwsbrief. Iedereen is enorm gemotiveerd om te helpen en van alle kanten wordt hulp door artsen en verpleegkundigen aangeboden, ook al is de behandeling van de IC-patiënt niet hun vak. We hebben ons doel goed voor ogen en zullen maximaal voor alle patiënten zorgen, ik heb er ondanks alle obstakels veel vertrouwen in.

Maar we moeten ook goed voor onszelf zorgen en niet tot de totale uitputting doorgaan. En vooral ook voor wat afleiding zorgen en ons regelmatig op de gewone dingen focussen. In de auto terug naar huis, laat in de avond, luister ik nu niet meer naar de radio, maar speel de muziek van Mozart. Net als ongeboren baby’s in de buik word ik daar dan weer heel ontspannen en rustig van. Ik raad het iedereen aan.

Delen