Damiaan Denys – theatermonologen over angst

121640-01Filosoof/psychiater Damiaan Denys (51) trekt geregeld door het land met zijn theatermonologen over angst. We leveren volgens hem vrijheid in om angst te bezweren, maar bereiken het tegendeel. “Hoe harder we de angst bevechten, hoe meer die ons in haar macht heeft.”

Tekst: Wout de Bruijne | Beeld: De Beeldredaktie/Bram Petraeus

Vlak voordat ik het podium op moet voor een zaal vol wachtend publiek, wil ik dood of anders op z’n minst vluchten. Hoeveel straten ver kan ik zijn voor ze me pakken en terugslepen naar het theater? Dat soort idiote fantasieën kan tijdens de plankenkoorts met mij aan de haal gaan. Met mij, de psychiater die ervoor heeft doorgeleerd om anderen bij te staan in hun strijd tegen hun demonen.

Hoewel ik nu zo’n drie jaar regelmatig optreed in kleinere en grotere theaters, blijft de plankenkoorts onverminderd. Wees redelijk, zeg ik tegen mezelf. Waar ben je nou helemaal bang voor, wat kan
er gebeuren? Maar het helpt nauwelijks.

Aan de andere kant, ik heb die spanning juist ook nodig, want je moet loskomen van je vaste grond. Ik moet mezelf kunnen verliezen, anders speel ik niet optimaal. Dat kun je niet manipuleren, je moet echt in je spel en tekst opgaan. Als dat gebeurt, ben je op weg. Dan kan het sommige avonden gebeuren dat er opeens driekwart van de voorstelling achter me ligt zonder dat ik me van het tijdsverloop bewust ben geweest. Dan kan de paniek weer toeslaan omdat ik niet weet of ik veel heb overgeslagen. Kortom, voer voor psychiaters.

‘Plankenkoorts of niet, het podium blijf ik opgaan’

Ondanks dat soort spanningen zou ik het theater voor geen goud meer willen missen. Ik begon met de optredens omdat ik lezingen zat was. Ze werden te vaak gehouden door sprekers die niet konden presenteren, met lelijke dia’s en die eeuwige PowerPoints. Ik verloor snel mijn aandacht en vond het allemaal even saai, ook mijn eigen lezingen. Ik wilde mijn kennis op een andere manier gaan delen en de keuze viel op het theater.

Op dit moment sta ik op de planken met mijn derde programma, Van Angst naar Vrijheid. Ik praat daarin over de angstcultuur waarin we met z’n allen zijn beland. We zijn bang voor terreur, voor klimaatverandering, voor voeding en voor ziekten. Bij angstwekkend nieuws zijn we geschokt, verontwaardigd en bang. We zetten extra politie in en hangen meer camera’s op. We laten experts op radio en televisie aan het woord, stellen veiligheidscommissies in en maken daarvoor extra geld vrij. We creëren een illusie van controle.

Je kunt je afvragen of dat allemaal helpt. Na de aanslagen in Parijs eind 2015 gold ook in Brussel de hoogste staat van paraatheid. Toch volgden daar vier maanden later de dodelijke explosies op vliegveld Zaventem.

Maar nog een andere, wezenlijke vraag is of alle maatregelen en controles ons sowieso wel ten goede komen. We hechten aan onze, gedurende eeuwen verworven, vrijheden. Het is precies die kostbare vrijheid die de terroristen aan banden willen leggen. En we helpen hen daar juist bij door onszelf allerlei beperkingen op te leggen. We gaan ons geld uitgeven aan beveiliging en beperking, niet aan opvoeding en onderwijs of aan cultuur. Bereiken we door ons streven naar beheersbaarheid niet juist datgene waarvoor we bang zijn? Hoe harder we de angst bevechten, hoe meer die ons in haar macht heeft. Hoe meer we de angst verwaarlozen, hoe sneller die vrijheid biedt.

Bereiken we door ons streven naar beheersbaarheid niet juist datgene waarvoor we bang zijn?

Ik maak onderscheid tussen angst en vrees, dat zijn twee verschillende emoties. Vrees is gericht op een object, op de wolf uit de sprookjes. Je bent er bang voor, maar je kunt het benoemen, erover nadenken en het eventueel uit de weg gaan. Angst is irreëel. Het object ontbreekt, het is vooral een gevoel dat iets naars en onbekends je gaat overkomen. Angst komt voort uit je eigen fantasie. Het feit dat je niet weet waarvoor je bang bent, maakt je kwetsbaar en gaat gepaard met een sterk gevoel van controleverlies. Angst is een primaire reactie. Dat duurt even en dan gaan we voorwerpen en redenen zoeken die die angst kunnen verklaren en als we die gevonden hebben, worden we wat rustiger.

Als psychiater ben ik gespecialiseerd in het bestrijden van te hevige angstgevoelens, maar als filosoof weet ik dat angst bij het leven hoort. We zijn geneigd te vluchten voor de angst, maar we moeten die juist omarmen. Een nieuwe baan of liefde wekt weliswaar angst op, maar tegelijkertijd is het de enige manier waarop we ervaren dat wij vrij zijn. Als we ons voor elke mogelijkheid van verandering gaan afsluiten, zijn we nooit vrij. Eigenlijk zouden we angst als teken moeten zien dat we de essentie van ons leven naderen, dat we écht worden uitgedaagd omdat we in een nieuwe situatie komen waarover
we geen controle hebben.

Als filosoof weet ik dat angst bij het leven hoort

Maar zoals blijkt uit mijn eigen plankenkoorts, kun je het allemaal wel heel goed beredeneren, maar is de realiteit weerbarstiger. Ook ik ben naarmate ik ouder word wat angstiger en minder vrij geworden. Het is makkelijker om als puber of adolescent niet bang te zijn. Je kijkt niet verder dan je kleine zelf. Na verloop van tijd doe je meer slechte ervaringen op, krijg je misschien een partner en kinderen. Je krijgt verantwoordelijkheden die verder strekken dan je eigen leven. Je ziet dat het leven kwetsbaar is en daardoor word je angstiger.

Maar ik heb met de jaren toch wel iets geleerd. Ik mijd geen leuke uitdagingen meer omdat ze ook enge kanten hebben. Dus blijf ik het podium op gaan, plankenkoorts of niet.

damiaandenys.com

Delen