De bekende weg

Iedereen die de Tweede Kamerdebatten over de coronamaatregelen een beetje volgt, ziet hoe die inmiddels steeds meer verworden tot verkiezingsdebatten. Triest, maar zo werkt het blijkbaar. Het gaat al lang niet meer om de crisis alleen en de maatregelen die het best kunnen worden genomen om die te beteugelen, maar zeker ook om het electoraal gewin dat valt te behalen door er in de discussies standpunten over in te nemen waarvan mag worden aangenomen dat ze overeenkomen met hoe de eigen achterban erover denkt.

Een ander discussieonderwerp is de laatste weken naar de achtergrond verdwenen, namelijk dat over de ruimte voor een loonsverhoging voor zorgmedewerkers. Een veel realistischer thema om een verkiezingsdebat over de voeren dan corona natuurlijk. De zorg is sowieso een van de belangrijkste thema’s in de komende verkiezingen.

‘Zorg is een van de belangrijkste thema’s in de komende verkiezingen’

SP en PvdA trokken die discussie weer even naar de actualiteit door een motie in te dienen voor een plan voor structurele waardering voor zorgmedewerkers. Maar dat was vooral vragen naar de bekende weg. Het antwoord dat ze van minister Tamara van Ark van VWS kregen, is het enige antwoord dat ze hadden mogen verwachten: ‘Dat is iets voor het volgende kabinet’. Het was al lang voor het demissionair worden van het kabinet volkomen duidelijk dat een loonsverhoging niet in de pen zat. Dat wisten Marijnissen en Asscher natuurlijk ook wel. Dat ze hun motie desondanks toch nog even inbrachten, diende dan ook vooral een electoraal doel: sympathie winnen van de mensen in de zorg. Maar onder de streep hebben die er net zo veel aan als het applaus dat hen eerder ten deel viel.

Delen