De hype rond gedeelde besluitvorming

Op de onderste helft van de allerlaatste pagina van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) van 9 september 2017 staat in kleine lettertjes een korte tekst van adjunct-hoofdredacteur en hoogleraar interne geneeskunde (VUmc) Yvo Smulders. Wat mij betreft had dit stukje in koeienletters op pagina 1 gepubliceerd mogen worden (met excuses aan Yolanda van der Graaf van wie haar (hoofd)redactioneel nu op deze pagina staat).

Het gaat om een reactie op het artikel ‘Gedeelde besluitvorming is een debat met geschillen’ van hoogleraar endocrinologie Victor Montori, medisch besliskundige en klinisch linguïst Marleen Kunneman en hoogleraar medische besliskunde en epidemioloog Anne Stiggelbout: Deze publicatie betreft een debat van een groep clinici en academici over de rol van gedeelde besluitvorming in de hedendaagse geneeskunde. Dit debat vond in mei jl. plaats op initiatief van het NTvG. De auteurs: “In dit artikel vatten wij – stellig in het kamp van de voorstanders – onze standpunten samen en geven wij onze beschouwing van de aard van de geschillen.”

Smulders schrijft: “Als gedeelde besluitvorming niets anders is dan patiënten een behandeling ‘niet door de strot te duwen’, om het maar oneerbiedig te zeggen, dan kan je het er in feit niet mee oneens zijn.” Dat er tijdens het betreffende debat “geen echte controverses” leken te zijn zoals de auteur constateert, is daarom weinig verrassend maar direct hierna staat er: “Toch bleef ik peinzend achter.”

Waarom? “In de afsluitende discussie speelden twee vragen een centrale rol: (a) wordt gedeelde besluitvorming door iedereen op dezelfde verstandige wijze gepropageerd? en (b) wordt ze dan ook door praktiserend artsen altijd begrepen zoals ze zou móéten worden begrepen? (…) Persoonlijk ben ik niet zo optimistisch en ben ik geneigd beide vragen met een aarzelend ‘nee’ te beantwoorden.”

Verderop verwijst Smulders naar dagelijks voorkomende ‘excessen’ om hem heen: “vooral jonge artsen die patiënten overladen met informatie die niet bevat kan worden en die paternalisme – ook in de goede betekenis – mijden als ware het een immorele zonde.”

De hype rond gedeelde besluitvorming heeft in mijn ogen iets zeer kunstmatigs

Een soort ‘protocol’ voor een ‘poldermodel in de spreekkamer’ lijkt mij even onzinnig als onmogelijk:

  1. Waar het in dit kader wellicht om zou moeten gaan is overeenstemming in de – per definitie subjectieve – beleving over het proces van besluitvorming bij arts en patiënt.
  2. Dit proces speelt zich gelijktijdig af op meerdere ‘levels’; van rationele uitwisseling van argumenten tot misschien wel het niveau van het onbewuste,]’
  3. Dit proces maakt integraal onderdeel uit van wat in de spreekkamer gebeurt tussen arts en patiënt.

De hype rond gedeelde besluitvorming heeft in mijn ogen iets zeer kunstmatigs en goed bedoelde trainingen kunnen daardoor een averechts effect hebben. De torenhoge ambities van menigeen die een ideaal plaatje van gedeelde besluitvorming voor ogen heeft, staan vaak ver van de praktijk af: wat – bijvoorbeeld – te denken van de verborgen belangen en agenda’s van arts én patiënt die in menige spreekkamer mede het besluitvormingsproces sturen? Ik bewonder Yvo Smulders dat hij zijn twijfel uit over de wijze waarop – wie weet hoe vaak – gedeelde besluitvorming wordt gepropageerd en door praktiserend artsen wordt begrepen. Zijn zorg hierover verdient een volgend debat!

Delen