De kleine prins

De Kleine Prins is in meer dan 375 talen en dialecten vertaald en van het boek zouden volgens de Franse versie van Wikipedia meer dan 145 miljoen exemplaren zijn verkocht. Alleen de Bijbel doet het in beide opzichten beter. Maar uitgerekend de auteur van het verhaal, Antoine de Saint-Exupéry (1900-1944), leert ons in zijn boek dat cijfers niet alles zeggen.

Grote mensen houden van cijfers. Wanneer je hun vertelt van een nieuwe vriend, vragen ze nooit het belangrijkste. Ze zeggen nooit: ‘Hoe klinkt zijn stem? Van welke spelletjes houdt hij het meest? Verzamelt hij vlinders? Maar ze vragen: ‘Hoe oud is hij? Hoeveel weegt hij? Hoeveel broertjes heeft hij? En hoeveel verdient zijn vader?’ Dan pas vinden ze dat ze hem kennen.”

Hoe komt het dat ons oordeel over iets of iemand mede wordt bepaald door een aspect wat hier feitelijk los van staat: de kwantiteit? Is een koolmees minder mooi omdat deze vaker voorkomt? Oesters zijn prachtige schelpen maar wanneer er op het strand een aantal bij elkaar ligt, lopen mensen eraan voorbij. Het omgekeerde komt ook voor: in de politiek gaat een klacht vaak pas echt tellen, wanneer heel veel burgers over hetzelfde klagen.

Scoren huisartsen lager dan specialisten omdat zij zich richten op veel voorkomende kwaaltjes? Waarom worden ‘een griepje’, ‘spit’, ‘spanningshoofdpijn’ en ‘stress’ gebagatelliseerd, terwijl mensen hiervan niet minder last hoeven te hebben dan van zeldzame aandoeningen? De omvang van de huidige pandemie tekent voor de ene groep de ernst, terwijl deze voor de andere groep juist een reden is om COVID-19 weg te zetten als een variant van ‘een griepje’.

‘Hoe komt het dat ons oordeel over iets of iemand mede wordt bepaald door een aspect wat hier feitelijk los van staat: de kwantiteit?’

In De Kleine Prins gebeurt er iets opvallends, wat de verhaallijn gaat bepalen. De hoofdpersoon raakt compleet van slag wanneer hij een tuin met 5000 rozen tegenkomt. De jongen dacht namelijk dat de roos op asteroïde B 612, waar hij vandaan komt, uniek is. De zorgen voor deze bloem achtervolgen hem. Want stel dat het schaap op dezelfde asteroïde de roos ondanks de vier doornen zou opeten?

Als iemand van een bloem houdt waarvan er maar één bestaat op al die miljoenen sterren, dan hoeft hij maar naar de sterren te kijken om zich gelukkig te voelen. Dan zegt hij bij zichzelf: ‘Daar ergens is mijn bloem…’ Maar als het schaap de bloem opeet, dan is het voor hem alsof alle sterren gedoofd worden!

De aanblik van zoveel rozen maakt de kleine prins zo treurig dat hij op het gras gaat liggen huilen. De troost komt uit onverwachte hoek: van een vos, niet bepaald een dier met een goed imago. De jongen reageert totaal onbevangen. Hij wil dolgraag met de vos spelen en ziet in het dier een kameraad. Maar de vos reageert terughoudend.

Jij bent voor mij maar een klein jongetje als alle andere kleine jongetjes. En ik heb je niet nodig. Ik ben voor jou een vos als alle andere vossen. Maar als je me tam maakt, dan zullen we elkaar nodig hebben. Dan ben je voor mij enig op de wereld en ben ik voor jou enig op de wereld.

Desgevraagd legt de vos uit dat tam maken betekent dat je je met elkaar verbonden gaat voelen. Nadat de kleine prins het verzoek heeft ingewilligd wordt hij door de vos opnieuw naar de tuin met rozen gestuurd: ‘Dan zul je begrijpen dat jouw roos uniek is op de wereld.’ Bij het afscheid geeft de vos zijn geheim prijs:

Het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar. (…) Alle tijd die je aan je roos besteed hebt, maakt je roos juist zo belangrijk. (…) Dat is een waarheid die mensen vergeten zijn.

Hoe breng je deze eenvoudige les in de praktijk? Lukt het om van de schoonheid van een pimpelmees of een oester te blijven genieten? Hoeveel moeite kost het om óók aandacht te schenken aan patiënten met ‘een griepje’, ‘spit’, ‘spanningshoofdpijn’ en ‘stress’? Waarom is het belangrijk om attent te blijven op de ontwikkelingen met betrekking tot de pandemie? Lees De Kleine Prins!

‘De Kleine Prins’ werd in 1943 in Amerika uitgegeven en verscheen pas na de dood van Antoine de Saint-Exupéry ook in het Frans. De eerste Nederlandse vertaling is gemaakt door Laetitia de Beaufort – van Hamel, dateert uit 1951, maar voldoet nog steeds. Omdat zeventig jaar na het overlijden van de auteur de rechten op dit boek zijn vervallen, zijn er de laatste jaren meerdere Nederlandse vertalingen op de markt gebracht. In februari 2021 wordt hieraan een nieuwe vertaling van kleinkunstenaar en acteur Erik van Muiswinkel aan toegevoegd. Vorig jaar werd op de Nederlandse televisie de documentaire ‘Het wonder van Le Petit Prince’ van Marjoleine Boonstra uitgezonden; het gaat hierbij niet om een verfilming van het verhaal (waarvan er al verschillende bestaan) maar om een documentaire waarin vier vertalers van het boek worden gevolgd.

Delen