De orde van de dag

Martin van Rijn gisteren op Twitter: “Nu de coronacrisis richting een volgende fase gaat, is het logisch dat er ook een einde komt aan mijn tijdelijk ministerschap.” Lodewijk Asscher wordt dus op zijn wenken bediend. Want Asscher vond het wel weer mooi geweest met dat tijdelijke ministerschap van Van Rijn, partijgenoot of niet. De terrassen gaan weer open, dus de alarmfase is wel voorbij.

Maar misschien was het juist wel dat partijgenootschap dat Asscher begon te irriteren. Van Rijn verving immers een VVD’er (Bruno Bruins) en wordt daarmee waarschijnlijk voor veel mensen toch een beetje gezien als een onderdeel van de coalitie. Gelet op het feit dat de VVD in de jongste peilingen alle andere politieke partijen ver achter zich laat, is het voorstelbaar dat dit de PvdA een wat ongemakkelijk gevoel geeft. 

De nieuwe minister voor medische zorg is vanzelfsprekend weer gewoon een VVD’er

De nieuw minister voor medische zorg is vanzelfsprekend weer gewoon een VVD’er. Over tot de orde van de dag, lijkt de boodschap. Corona kan gaandeweg weer ruimte gaan maken voor krantenkoppen over andere zaken, zolang zich geen tweede golf aandient.

Toch zit aan dit laatste ook iets dubbels. Medisch-ethische toetsingscommissies geven voorrang aan corona-gerelateerde onderzoeksvoorstellen. Begrijpelijk natuurlijk, en ze krijgen genoeg voorstellen voorgelegd om hun oordeel over uit te spreken. Alleen: met de daling van het aantal coronapatiënten wordt het al snel moeilijk om al die onderzoeken daadwerkelijk te doen. Daarvoor moeten immers voldoende patiënten kunnen worden geïncludeerd. Voor de wetenschap heeft ‘over tot de orde van de dag’ dus een heel andere lading dan voor politiek Den Haag.

Delen