Keuze zonder alternatief

Na een aantal dagen rust komen nu weer reacties binnen op mijn blog De Pijp uit. Een van die reacties luidt dat ik ergernis opwek bij lezers omdat mijn voorstel voor de toekomst van de openbare farmacie vrijblijvend zou zijn. Wie mijn blogs al langer volgt, weet beter, want ik heb hieraan concrete inhoud gegeven. Zonder uitgebreid in herhaling te vallen even een korte herinneringsboodschap.

De gouden tijd van de openbare farmacie is voorbij en keert nooit meer terug. Voor lukraak openbare apotheken openen – wat in de jaren voor het preferentiebeleid vaak buitengewoon lucratief was – is geen reëel verdienmodel meer te ontwikkelen. Sterker nog: een aantal van die apotheken zal verdwijnen. Openbare apothekers kunnen hierop op twee manieren reageren. De eerste is afwachten tot ze kapotgemaakt worden, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat dit is wat ik nu zie gebeuren.

De tweede mogelijkheid is dat de openbare apothekers hun individuele bedrijfsbelang overstijgen en als beroepsgroep vaststellen hoeveel openbare apotheken Nederland minimaal nodig heeft om voortzetting van de openbare farmacie functie te waarborgen zonder de kwaliteit van zorg schade toe te brengen. Hierin samenwerken maakt een warme sanering mogelijk. Dat een sanering er komt – al aan de gang is zelfs – is onontkoombaar duidelijk. Door die samen vorm te geven kunnen de openbare apothekers elkaar helpen en voorkomen dat individuele collega’s in een financiële afgrond worden gestort. Dat kost offers van de gehele beroepsgroep en vraagt om solidariteit. Maar het voorkomt wel dat meer kennis en kapitaal verloren gaat dan noodzakelijk is en dat de kwaliteit van de patiëntenzorg geweld wordt aangedaan. De keus is aan de apothekers, zou ik zeggen. En de kernvraag is: hoeveel hebben zij voor elkaar over? Hulp van anderen komt er niet.

Delen