De portretten van Alice Neel

Ze bleef trouw aan de figuratieve schilderkunst en was wars van artistieke trends. Nu vormen haar portretten, waarin ze mensen ‘binnenstebuiten keert’, een bron van inspiratie. Kunstjournalist Riki Simons dook in het bewogen leven van de Amerikaanse Alice Neel.

Tekst: Riki Simons

In februari 1974 opent het Whitney Museum of American Art in New York ‘de eerste grote overzichtstentoonstelling ooit’ van een vrouwelijke schilder. Alice Neel is dan al 74 jaar oud. Ze geniet uitbundig van haar late succes en blijkt een humoristisch-charmant entertainer, vol gekke verhalen over de boyfriends uit haar leven die allemaal op haar doeken te zien zijn. Het museum roemt Neel als de kunstenaar die in haar eentje vijf decennia lang de portretschilderkunst in leven heeft gehouden, tegen de ene na de andere artistieke trend in. Zelf trekt ze bij het woord ‘portretkunst’ een vies gezicht: in zo’n hokje wil ze niet zitten.

Alice Neel (1900-1984) is inderdaad veel meer dan een portretschilder ge-weest. Haar schilderijen vormen leven-dige autobiografieën in portretten en haar eigen leven is al net zo bijzonder als haar doeken. In 1925, na haar opleiding aan de Philadelphia School of Design for Women, trouwt de jonge Amerikaanse met haar Cubaan-se medestudent Carlos Enríquez, een begaafd charmeur uit een welgestelde suikerplantage-familie. Ze vertrekt naar Havana, waar ze haar eerste werk exposeert, samen met dat van Carlos en zijn linkse vrienden. Haar eerste kind, een dochtertje, overlijdt binnen een jaar aan difterie in New York, waar Neel inmiddels met Carlos woont.

Alice Neel in Den Haag
Van 5 november 2016 t/m 12 februari 2017 is in het Gemeentemuseum Den Haag de tentoonstelling Alice Neel – Portret van het moderne leven te zien. Met zo’n 70 doeken is dit niet alleen een prachtige dwarsdoorsnede van het in Europa nog steeds vrij onbekende oeuvre van deze in 1900 in Pennsylvania geboren schilder; het belicht ook haar ongewone leven als vrije geest en klassenbewust humanist met een intense belangstelling voor ‘echte mensen’. . 

Haar tweede dochter, Isabetta, geboren in 1928 in New York, wordt twee jaar later door Carlos naar zijn moeder in Havana gebracht, waarna hij zelf naar Parijs vertrekt. Het breekt Alice’s hart. Ze doet twee zelfmoordpogingen in het huis van haar ouders en wordt opgenomen in een psychiatrische kliniek in Philadelphia.

Maar zodra ze weer gaat tekenen, verbetert haar toestand snel. In 1931 ontmoet ze de stoere zeeman Kenneth Doolittle. In Greenwich Village worden ze, arm en links-activistisch, deel van de bohemienwereld. Neel vindt artistieke geestverwanten in het sociaalrealisme, zonder daar echt bij te horen.

 

Lees verder (pdf).

AA09-2016p034-036b

Delen