De schitterende eenvoud van Villgraten

In het Villgratental hebben ze nooit meegedaan aan de wintersportgekte. Bewust is er altijd gekozen voor rust en eenvoud. En dat betaalt zich nu uit. Grüss Gott in het allermooiste dal van Oostenrijk.

Tekst en beeld: Hans Avontuur

Berggids Hannes Grüner trekt op sneeuwschoenen een diep spoor door de verse sneeuw. Het doel is de Oberstaller alm, waar de boeren ’s zomers met hun koeien naartoe trekken. Er dwarrelen dikke vlokken in diepe stilte omlaag. De wereld krimpt.

De route omhoog is eigenlijk al voldoende. Veel mooier hoeft het niet te worden. Maar dan is daar de Oberstaller alm zelf. Zeventien houten huizen – de meeste honderden jaren oud – staan rondom een kapel. Schoonheid verpakt in schitterende eenvoud. Neem de lange houten goten die met kromme takken aan het dak zijn bevestigd, de balkons, het zware ijzeren slot dat lang geleden door de dorpssmid is gemaakt. Pauze op een houten trap onder een overstekend dak. Droog en beschut tegen de wind. Zitten, kijken en bewonderen. De bergtoppen, bomen en beek hebben geen haast. Hannes Grüner schuift aan en wrijft zachtjes door zijn baard: “Dit is nou een kuuroord in de ware betekenis van het woord.”

‘Dit is nou een kuuroord in de ware betekenis van het woord’

Je zou bijna denken dat het logisch is dat Villgraten altijd voor de rust heeft gekozen. Maar in de jaren tachtig van de vorige eeuw was de verleiding groot. Met de aanleg van één cabinelift zou Villgraten aansluiten op de pistes van Silian en onderdeel zijn van het economische wonder dat wintersport destijds was.

Hoewel de Villgraters het geld goed konden gebruiken, deden ze het niet. En daar houden ze moedig aan vast. ‘Wij kunnen altijd nog een Sankt Anton worden, maar Sankt Anton geen Villgraten’, luidt de legendarische uitspraak van Ossi Fürhapter, een van de dwarsdenkers van het eerste uur.

Kik op de afbeelding voor meer foto’s

Ze hadden het destijds goed gezien. Eén lift zou de toeristenbedden vullen, maar daarna was er geen weg terug meer geweest. Villgraten zou stukje bij beetje zijn eigen karakter hebben verloren. De bewoners vonden die prijs te hoog en kozen
voor de lange moeizame weg van het Sanfter Tourismus, wintersport voor rustzoekers en natuurliefhebbers. Zonder skigebied, maar met authentieke dorpen en een onaangetaste bergwereld.

Authentiek maar niet ouderwets

Het Villgratental is ongeveer 15 kilometer lang en bestaat uit de kleine dorpen Ausservillgraten (1.287 meter), Innervillgraten (1.402 meter) en Kalkstein (1.639 meter). Er zijn twee zijdalen: het Arntal richting de Unter- en Oberstaller almen en het Winkeltal richting Reiteralm. En toeval of niet, als je de grenzen vanVillgraten volgt en die lijn op papier zet, heb je de vorm van een hart.

De sfeer is authentiek maar niet ouderwets. Zo nam Alfons Steidl ooit de smederij van zijn vader over in de wetenschap dat hij er niet als hoef- of wagensmid van kon leven. De liefde voor het ambacht was echter te groot en dus maakt Alfons nu op een ambachtelijke manier eigentijdse lampen, naamborden, deurklinken en kunst.De traditie zet zich in een nieuwe vorm voort. “Mooi toch”, zegt Alfons. “Het is mijn werk en mijn hobby. En ik ben niet de enige in Villgraten die een oud ambacht opnieuw uitvindt. Zo zijn er onder meer nog een borstelmaker, kledingontwerper en beddenfabrikant.”

De sfeer is authentiek maar niet ouderwets

Na het wandelen in de frisse buitenlucht en het struinen langs de mooie oude gevels, gaan we voor het donker wordt naar binnen voor een Glühwein en een goed gesprek. De luxe van het kleine genot. Geruisloos gaat de namiddag vervolgens over in een Tiroler Abend zoals hij bedoeld is: geen stampende feestmuziek, maar ongedwongen en gezellig. Chefkok Louis van de Gannerhof kookt de sterren van de alpenhemel en er vloeit goede wijn uit Oostenrijk. Aan de zes tafels zitten meer locals dan bezoekers.

Stappen en ritme zoeken

Skiën in Villgraten wordt enkel gedaan door mensen die bereid zijn om ervoor te werken. Met vellen onder de latten omhoog lopen dus. Hannes Grüner kent de weg. Vanuit het gehucht Kalkstein gaat het naar de Pürglers Kunke op 2.500 meter hoogte. Het is een van de tientallen routes. Stappen en ritme zoeken. Eén worden met de omgeving.

Tot er plots uitzicht is op de bergkam die de grens vormt tussen Oostenrijk en Italië. De oude grenspost staat er nog. Douaniers maakten er vroeger jacht op smokkelaars van tabak, suiker en vooral vee. Even op adem komen en weer verder. Bij elke stap omhoog komen de pieken van de Sextener Dolomieten tevoorschijn. Ergens beneden ligt het Pustertal dat het Dolomietengesteente scheidt van het oergesteente van het Alpenmassief. Hoe mooi wil je het hebben? De top! Handen schudden, elkaar Berg Heil wensen en genieten van 360 graden uitzicht: Rotspitze, Kreuzspitze, Moses Gipfel. De afdaling voert door kniediepe poedersneeuw terug naar Villgraten. Hemels!

Praktisch

Villgraten (1.287 meter) ligt op zo’n 980 kilometer van Utrecht. Met de auto te bereiken via de Brennerpas, Bruneck en Innichen of via München en de Felbertauernstrasse. Met de trein gaat het in ruim dertien uur naar Silian. Daarna nog een klein stukje per bus of taxi. Er is vooral keuze uit appartementen en accommodatie op de boerderij. Sommige eenvoudig en klassiek, andere modern en comfortabel. Op de site van de VVV is een overzicht te vinden (villgratental.com). Er zijn verschillende restaurants waar eerlijk en regionaal wordt gekookt. Bij de Gannerhof gaat het op culinair niveau met twee koksmutsen in de Gault Millau (gannerhof.at). Het skigebied van Silian ligt op 10 minuten van Innervillgraten. Goed voor zeven liftenen 22 kilometer piste tot 2.407 meter hoogte (hochpustertal-ski.at). Verder is het Villgratental populair bij sneeuwschoenwandelaars, langlaufers en toerskiërs (bergschule-aah.at). Meer info, zie ook osttirol.com en austria.info.

 

Delen