De thuisblijver

Eens per jaar gaan vrouw- en dochterlief samen op vakantie. Zodra hun wagen aan het eind van onze straat linksaf slaat en uit het zicht verdwijnt, verandert mijn wereld. Misschien moet ik mij schamen voor wat ik je nu toevertrouw: het naderend gemis laat zich al dagen voor hun vertrek voelen en veroorzaakt veel verdriet. Vreemd genoeg gaat het hierbij dus om verdriet over iets wat nog gaat gebeuren.

Misschien is het verdriet voor hun vertrek zelfs nog groter dan na het vertrek. Het ergste is dan voorbij maar het vreemdste gaat nu beginnen. Wanneer ik namelijk het tweetal met betraande ogen heb uitgezwaaid en weer terugloop naar de voordeur, betreed ik een ánder huis. Het is mij al vele malen overkomen en telkens probeer ik mij ertegen te verzetten maar de beleving is sterker dan de realiteitszin.

Als altijd neem ik plaats op mijn plek op de bank. Het is onmogelijk maar tóch is het waar: de woonkamer is in de breedte gekrompen en in de lengte toegenomen. De glazen schuifwand aan de andere kant van waar ik zit, moet minstens een meter in de richting van de achtertuin zijn opgeschoven. Er vindt een vervreemding plaats. De woonkamer lijkt zelfs uit elkaar te vallen. Alles komt los van elkaar te staan.

‘Het is onmogelijk maar tóch is het waar: de woonkamer is in de breedte gekrompen en in de lengte toegenomen’

Een huis zonder Mia is niet mijn thuis. Het huis is een levenloze, kille plek geworden. Natuurlijk herken ik ons Oosterse tapijt, de meubels en de schilderijen maar toch lijkt het of ik bij een vreemde op bezoek ben. Alles voelt onwennig aan. Waarom ga ik geen krant lezen of mailtjes checken? Het is prachtig weer om te fietsen, maar dat doe ik nooit wanneer ik alleen ben. Het liefst zou ik in zomerslaap willen vallen.

Ik kruip in de huid van vrouwlief, probeer haar dagelijkse gewoonten over te nemen: zo consciëntieus als zij de keuken schoonhoudt zal mij nooit lukken, maar kruimels op de zwarte tegels worden direct met de kruimeldief opgezogen, vlekjes op het fornuis worden níet gedoogd, op warme dagen krijgt het rozenboompje in de tuin al vroeg in de ochtend lauw water en tegen middernacht ga ik op slakkenjacht.

Tegelijk verslonzen de dagelijkse gewoonten. Moet het bed nog wel worden opgemaakt? Hoe netjes moet de tafel worden gedekt… en moet deze überhaupt nog worden gedekt, wanneer ik louter in mijn eentje eet? Koken is er even niet meer bij, na twee kant-en-klare maaltijden heb ik er genoeg van, in kelder ligt voldoende soep en wat zou het wanneer ik een paar dagen niets warms binnenkrijg?

Wat heerlijk dat je even op jezelf kunt zijn… Dat krijg je dan te horen. Maar zo voel ik dat niet! Ik vertel ook niemand dat Mia met onze dochter op vakantie is. Want dan voelen buren zich verplicht om jou uit te nodigen. Of willen – nu je toch alleen bent – familieleden of kennissen langskomen. Ik wil louter kalme dagen en beslist niet gestoord worden. Ik ga ook niet weg omdat ik niet graag in een leeg huis terugkom.

Wij wonen rustig en het is vaak stil in huis. Maar wanneer vrouwlief met onze dochter op vakantie is, blijkt dat zich onder deze stilte nog een diepere laag met stilte bevindt. Alles wat wij in ons alledaagse leven zó normaal zijn gaan vinden dat noch de een noch de ander hierbij stilstaat, blijkt dan het sediment te zijn van vier decennia lief en leed met elkaar delen. En het hele huis neemt hieraan deel.

‘Dat in ons leven gebeurtenissen voorkomen die tegelijk blij én verdrietig maken, vind ik lastig te begrijpen’

‘Vakantie’ en ‘vacant’ delen hun oorsprong: het Latijnse ‘vacans’ betekent ‘wat vrij is’. Weliswaar gingen rijke Romeinen al op vakantie, maar pas sinds de jaren zeventig is vakantie echt ingeburgerd. De ‘vakantiecultuur’ is nauw verbonden met ons jachtige bestaan. Zonder vakanties zouden wij dat niet kunnen volhouden. Maar zorgeloze vakanties bestaan louter in reclames. Ik sta ambivalent tegenover vakanties.

Ik gun Mia en onze dochter van harte een (niet al te lange) vakantie. Ik ben voor hen ook écht blij wanneer het zover is. Dat in ons leven gebeurtenissen voorkomen die tegelijk blij én verdrietig maken, vind ik echter lastig om te begrijpen. Dat zou eigenlijk niet mogen. Maar ons leven kent wel meer wrede grillen. Wanneer de vakantie van mijn lieve tweetal er bijna op zit, overvalt mij soms de gedachte: waren ze nog maar een paar dagen weg!

De Pakistaanse grafisch ontwerper Danish Jawaid maakte desgevraagd bij deze blog een digitaal kunstwerk. Hierbij ging hij uit van een aantal foto’s die met de iPad zijn gemaakt vanaf mijn vaste plek op de bank in het voorkamergedeelte. Tijdens de afwezigheid van vrouw en dochter leek de woonkamer te desintegreren. Deze vervreemding heeft Sidra knap vertaald in een vervloeiing van beelden.

Delen