De vrijwilliger als coach

Het is een veelgehoorde vrees in verband met de transitie in de langdurige zorg: kwetsbare mensen gaan tussen wal en schip vallen. Geen onbegrijpelijke vrees ook, want om iets voor kwetsbare mensen te kunnen betekenen (in het formele of het informele circuit) moeten ze eerst in beeld zijn.

Hierin wil het Rode Kruis een rol spelen. Het wil in de haarvaten van de samenleving zitten, vertelde hoofd zelfredzaamheid Marije van Velzen mij toen ik haar recent interviewde in het kader van het project Rode Kruis aan Huis. “We zien hoe belangrijk een wijkgerichte aanpak daarbij is”, zei ze. “En het mooie is dat dit nauw aansluit bij de transitie van de langdurige zorg. Als de nieuwe Wmo een feit is, is er voor een aantal kwetsbare mensen geen zorg meer, of in ieder geval minder zorg. Als Rode Kruis willen we deze mensen helpen met het vergroten van hun zelfredzaamheid.”

Terecht merkt Van Velzen op dat het niet de bedoeling is zelf oplossingen te gaan bieden, maar alleen te helpen met het creëren van de voorwaarden die mensen in staat stellen om dit zelf te doen. Dat dit zich vertaalt in een uitgebreide intake van vrijwilligers die zich bij het Rode Kruis melden, is logisch. Marleen van Kraay, zelf vrijwilliger, zegt: “Het is belangrijk dat vrijwilligers beseffen dat ze vooral een coachende rol hebben.”

Besef hierbij dat het Rode Kruis landelijk actief is. Hoe meer vrijwilligers er aan de slag gaan, en hoe sneller zij actief worden, hoe kleiner de kans is dat die vrees over ‘tussen wal en schip vallen’ werkelijkheid wordt.

Delen