De waarde van een burger

Strikt vertrouwelijk

Den Haag, 15 juni 2020

Geachte heer Schretlen,

De aankondiging aan het eind van uw schrijven dat u zo nodig een beroep zou doen op de WOB kwam hoogst onaangenaam op ons over, want wij zijn zoals u weet altijd transparant geweest over de moeizame vorderingen van onze Interministeriële Werkgroep BW (IWBW) om een wetsvoorstel voor te bereiden waarin het burgerservicenummer (BSN) wordt gekoppeld aan de burgerwaarde (BW).

Het dreigende tekort aan IC-capaciteit tijdens de pandemie beklemtoont de noodzaak van het toekennen van een BW, zodat in hectische situaties snel en objectief kan worden bepaald wie wel of niet voor plaatsing op een IC in aanmerking komt. De BW moet echter – dat dient u zich degelijk te realiseren – in álle situaties waarin de overheid met beperkingen wordt geconfronteerd bruikbaar zijn. Gegeven de economische recessie zullen deze situaties zich in nabije toekomst steeds vaker voordoen.

Veel mensen hebben moeite met de taak van onze werkgroep. Daar hebben we begrip voor. Maar wanneer zich een situatie voordoet die tot keuzes dwingt, wil íedereen wel – en terecht – dat dit op een zorgvuldige en vooral rechtvaardige wijze geschiedt. Aan de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) ging ook een langdurig tracé vooraf maar na meer dan ruim twee decennia functioneert deze wet voortreffelijk.

Het dreigende tekort aan IC-capaciteit tijdens de pandemie beklemtoont te noodzaak van het toekennen van een burgerwaarde

U betreurt het dat de waarde van een mens wordt gereduceerd tot – zoals u dat verwoordt – ‘een soort marktwaarde’. Maar de economische realiteit vraagt daarom. Met klem wijs ik u er trouwens op dat het ons niet gaat om de waarde van een mensenleven, maar om de waarde van een burger. In onze werkgroep zitten deskundige vertegenwoordigers van drie ministeries, aangevuld met experts op allerlei gebieden, maar géén ethici; die compliceren in plaats van faciliteren immers vaak de voortgang.

Wellicht is u bekend dat het Zorginstituut Nederland in het verleden heeft geadviseerd om in de zorg niet meer dan 80.000 euro per gewonnen levensjaar uit te geven. In het bedrijfsleven wordt ‘human capital’ ook daadwerkelijk in geld uitgedrukt. Wanneer een onterecht gedetineerde schadevergoeding claimt of na een medische misser de hoogte van een uitkering wordt vastgesteld, moet er ook een waardebepaling in euro’s plaatsvinden. In het verlengde hiervan ligt het berekenen van een BW. Momenteel worden al enkele ingenieuze rekenmodellen uitgetest. We zijn dus al goed op weg!

Nu de actualiteit een versnelde invoering van een BW noodzakelijk maakt, dient onze werkgroep haast te maken met het opstellen van een wetsvoorstel. Wanneer het zover is, kan elke burger de totstandkoming en inwerkingtreden hiervan volgen op de Wetgevingskalender. Het spijt mij dat ik u op dit moment om moverende redenen niet meer informatie kan verstrekken dan dat de BW net als de WOZ-waarde van een huis jaarlijks zal worden bepaald.

Omdat u hierop zo nadrukkelijk aandrong was onze werkgroep bij hoge uitzondering bereid om – uitgaand van de huidige stand van zaken – uw BW te laten berekenen. Deze bedraagt € 11.437,-. Hopelijk schrikt u niet van dit lage bedrag: als AOW-gerechtigde met een matige fysieke en psychische gezondheid zonder relevante betekenis voor de samenleving zal uw BW inderdaad in de laagste categorie vallen. Maar had u anders verwacht bij iemand die niet meer presteert dan een wekelijkse blog maar onderwijl wel met allerlei lastige vragen dure ambtenaren het leven zuur maakt?

Hoogachtend,

Mr. dr. D.L.E.G. de Sonnaville, ambtelijk secretaris van de Interministeriële Werkgroep BW (IWBW)

Delen