Definitief, tenzij

Maar liefst 41.000 handtekeningen in een ultieme poging om het MS-medicijn fampridine toch weer in het verzekerd pakket te krijgen, maar de vraag is of ze tot een verandering van beleid gaan leiden. Zorginstituut Nederland adviseerde in 2012 de toenmalige minister al om geen vergoeding te bieden voor het middel.

Wat volgde was een periode van voorwaardelijke toelating, een waardevol middel omdat het ruimte biedt om de effectiviteit van een nieuwe zorgvorm in de praktijk te bewijzen. Die valt tegen als het om fampridine gaat, concludeerde het Zorginstituut in 2018. Uit onderzoek bleek dat het weliswaar bij vier op de tien patiënten een reactie geeft, maar die wordt bij drie op de tien ook bereikt met een placebo. De minister kon zich vinden in het advies van het Zorginstituut het niet op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering, met als gevolg dat patiënten sinds 1 april 2018 geen aanspraak meer kunnen maken op vergoeding van het middel.

Wanneer vinden we dat onderzoek voldoende duidelijkheid schept?

Fabrikant Biogen besloot anders: omdat nog de internationale LIBERATE-studie liep met het middel, stelde het dit tot eind 2018 gratis beschikbaar voor de bijna tweeduizend patiënten die in deze studie geïncludeerd waren. Maar 2018 is voorbij, en zo kan het gebeuren dat Tweede Kamerlid Liliane Ploumen twee weken later die 41.000 handtekeningen in ontvangst neemt. Dus wachten we de Kamervragen maar weer af die de oppositie nu zal gaan stellen aan de minister. Waarmee mogelijk een situatie ontstaat die Michiel Geldof van het Zorginstituut  Groundhog day noemt. Maar hij voegt er wel aan toe dat het Zorginstituut open staat voor nieuwe informatie en nieuw onderzoek, want neurologen en patiënten zien wél voordeel van het middel. Dit werpt de vraag op: wanneer vinden we dat onderzoek voldoende duidelijkheid schept?

Delen